Home

Verdrag inzake de toetreding van de Helleense Republiek tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie, zoals deze zijn gewijzigd bij het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Geldig vanaf 1 april 1989
Geldig vanaf 1 april 1989

Verdrag inzake de toetreding van de Helleense Republiek tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie, zoals deze zijn gewijzigd bij het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-1989]

Verdrag inzake de toetreding van de Helleense Republiek tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie, zoals deze zijn gewijzigd bij het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Verdrag inzake de toetreding van de Helleense Republiek tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie, zoals deze zijn gewijzigd bij het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Preambule

Preambule

De Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Overwegende dat de Helleense Republiek, door lid te worden van de Gemeenschap, zich verplicht heeft om toe te treden tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken en tot het Protocol betreffende de uitlegging van dat Verdrag door het Hof van Justitie, zoals deze zijn gewijzigd bij het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, en te dien einde onderhandelingen met de Lid-Staten van de Gemeenschap te beginnen om daarin de noodzakelijke aanpassingen aan te brengen,

Hebben besloten dit Verdrag te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

Zijne Majesteit de Koning der Belgen:

  • Jean Gol,

  • Vice-eerste Minister,

  • Minister van Justitie en institutionele hervormingen;

Hare Majesteit de Koningin van Denemarken:

  • Erik Ninn-Hansen,

  • Minister van Justitie;

De President van de Bondsrepubliek Duitsland:

  • Hans Arnold Engelhard,

  • Bondsminister van Justitie;

  • Dr. Günther Knackstedt,

  • Ambassadeur van de Bondsrepubliek Duitsland in Luxemburg

De President van de Helleense Republiek:

  • Georges-Alexandre Mangakis,

  • Minister van Justitie;

De President van de Franse Republiek:

  • Robert Badinter,

  • Zegelbewaarder,

  • Minister van Justitie;

De President van Ierland:

  • Seân Doherty,

  • Minister van Justitie;

De President van de Italiaanse Republiek:

  • Clelio Darida,

  • Minister van Justitie;

Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg:

  • Colette Flesch,

  • Vice-president van de Regering,

  • Minister van Justitie;

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

  • J. de Ruiter,

  • Minister van Justitie;

Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland:

  • Peter Lovat Fraser, Esquire,

  • Solicitor-general voor Schotland,

  • Departement van de Lord Advocate;

Die, in het kader van de Raad bijeen, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

Omtrent de volgende bepalingen overeenstemming hebben bereikt:

TITEL I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Artikel 2

TITEL II. Aanpassingen van het Verdrag van 1968

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

TITEL III. Aanpassing van het Protocol bij het Verdrag van 1968

Artikel 9

TITEL IV. Aanpassingen van het Protocol van 1971

Artikel 10

Artikel 11

TITEL V. Overgangsbepalingen

Artikel 12

TITEL VI. Slotbepalingen

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17