Home

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering

Geldig vanaf 15 juni 1960
Geldig vanaf 15 juni 1960

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 15-06-1960]

Verdrag tussen Nederland en België betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering

Verdrag tussen Nederland en België betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering

Preambule

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden en Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins-Regent der Belgen, in naam van zijne Majesteit de Koning der Belgen, gelijkelijk bezield door de wens elkanders onderdanen gelijk te stellen voor de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering en om de gevolgen te regelen voor elkanders onderdanen van het naast elkaar werken dier wetgevingen, hebben besloten te dien einde een verdrag te sluiten en hebben tot Hunne Gevolmachtigden benoemd, te weten:

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden: Willem Drees, Hoogstderzelver Minister van Sociale Zaken;

Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins-Regent der Belgen, in naam van Zijne Majesteit de Koning der Belgen: Léon-Eli Troclet, Hoogstdeszelfs Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg,

die, daartoe behoorlijk gemachtigd, omtrent de volgende bepalingen zijn overeengekomen:

AFDELING I. Beginselen

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

AFDELING II. Bijzondere bepalingen betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

AFDELING III. Bijzondere bepalingen betreffende de geneeskundige verzorging

Artikel 11

Artikel 12

AFDELING IV. Bijzondere bepalingen betreffende de onvrijwillige werkloosheid

Artikel 13

AFDELING V. Bijzondere bepalingen betreffende het stelsel der gezinsvergoedingen en het geboortegeld

Artikel 14

AFDELING VI. Bijzondere bepalingen betreffende het stelsel van de pensioenen der mijnwerkers en der met dezen gelijkgestelden

Artikel 15

AFDELING VII. Slotbepalingen

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23