Elke Lid-Staat ziet erop toe dat
-
hele karkassen, halve karkassen, halve karkassen die in ten hoogste drie stukken zijn verdeeld of voeten:
-
(...)
-
afkomstig zijn van een slachtdier dat overeenkomstig bijlage I, hoofdstuk VI, vóór het slachten is gekeurd door een officiële dierenarts en daarbij geschikt is bevonden om voor de toepassing van deze richtlijn te worden geslacht;
-
(...)
-
overeenkomstig bijlage I, hoofdstuk VIII, na het slachten door een officiële dierenarts worden gekeurd en daarbij geen enkele afwijking vertonen, met uitzondering van kort vóór het slachten opgelopen traumatische laesies en plaatselijke misvormingen of afwijkingen, voor zover wordt vastgesteld, zo nodig door passend laboratoriumonderzoek, dat het karkas en de daarbij behorende slachtafvallen door deze laesies, misvormingen of afwijkingen niet ongeschikt worden voor menselijke consumptie of gevaarlijk voor de gezondheid van de mens;
-
overeenkomstig bijlage I, hoofdstuk XI, worden voorzien van een keurmerk.”
-