Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 juli 2010.
Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 juli 2010.
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 7 juli 2010
Uitspraak
Onderwerp
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing – Uitlegging van artikel 13, B, sub d, punt 3, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) – Vrijstellingen – Verrichtingen bestaande uit het verlenen van kredieten, de bemiddeling daarbij en het beheer ervan – Activiteit van verlening van woekerleningen, die naar nationaal recht illegaal is
Dictum
Dictum
De activiteit van verlening van woekerleningen, die naar nationaal recht strafbaar is, valt, ook al is zij illegaal, binnen de werkingssfeer van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag. Artikel 13, B, sub d, punt 1, van die richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat die activiteit niet aan belasting over de toegevoegde waarde kan onderwerpen terwijl de overeenkomstige activiteit waarbij leningen tegen niet-excessieve rente worden verstrekt, van die belasting is vrijgesteld.