Elke verdragsluitende partij dient, overeenkomstig de nationale wetgeving, en zo nodig in samenwerking met andere verdragsluitende partijen, een geïntegreerde aanpak te bevorderen van de exploratie, het behoud en het duurzame gebruik van plantgenetische bronnen voor voedsel en landbouw, en dient in voorkomende gevallen:
[...]
-
[...] de inspanningen van boeren en van plaatselijke gemeenschappen om hun plantgenetische bronnen voor voedsel en landbouw op de boerderijen te beheren en in stand te houden, te bevorderen en te ondersteunen;
[...]”