Home

Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 18 juni 2012

Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 18 juni 2012

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
18 juni 2012

Uitspraak





Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 18 juni 2012 —
Amorim Energia BV/Ministério das Finanças e da Administração Pública

(Zaak C-38/11)

„Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering — Artikelen 49 VWEU en 54 VWEU — Artikelen 63 VWEU en 65 VWEU — Richtlijn 90/435/EEG — Artikel 3, lid 2 — Belastingwetgeving — Vennootschapsbelasting — Belasting over dividenden — Bronheffing — Vrijstelling — Vereiste van minimumparticipatie in dividend uitkerende vennootschap — Voorwaarden — Minimumduur van ononderbroken bezit van deze participatie — Voorwaarden — Ingezeten en niet-ingezeten dividend ontvangende vennootschappen — Verschil in behandeling”

1.                     Vrij verkeer van kapitaal en vrijheid van betalingsverkeer — Verdragsbepalingen — Werkingssfeer — Nationale wettelijke regeling die ziet op participaties in kapitaal van onderneming die uitsluitend worden verricht ter investering zonder bedoeling om invloed uit te oefenen op beheer van en zeggenschap over deze onderneming — Daaronder begrepen — Niet-toepasselijkheid van bepalingen betreffende vrijheid van vestiging (Art. 63 VWEU) (cf. punten 37-39)

2.                     Vrij verkeer van kapitaal en vrijheid van betalingsverkeer — Beperkingen — Belastingwetgeving — Vennootschapsbelasting — Heffing van belasting over dividenden uitgekeerd door ingezeten vennootschap aan niet-ingezeten vennootschap met participatie van meer dan 10 % maar minder dan 20 % in vennootschappelijk kapitaal van uitkerende vennootschap — Vrijstelling van dividenden uitgekeerd aan ingezeten vennootschappen-aandeelhoudsters met participaties van zelfde aard — Ontoelaatbaarheid — Grenzen — Neutralisering door overeenkomst tot vermijden van dubbele belasting van gevolgen van dergelijke beperking van vrij verkeer van kapitaal — Beoordeling door nationale rechter (Art. 63 VWEU en 65 VWEU) (cf. punten 52-69, dictum 1)

3.                     Vrij verkeer van personen — Vrijheid van vestiging — Belastingwetgeving — Vennootschapsbelasting — Dividendbelasting — Terugbetaling van bronheffing op door ingezeten vennootschap aan in andere lidstaat gevestigde vennootschap uitgekeerde dividenden op voorwaarde dat laatstgenoemde gedurende ononderbroken periode van twee jaar participatie van meer dan 20 % aanhoudt — Vertraging van voorkoming van dubbele belasting van dividenden — Ontoelaatbaarheid — Grenzen — Neutralisering door overeenkomst tot vermijden van dubbele belasting van gevolgen van dergelijke beperking van vrijheid van vestiging — Beoordeling door nationale rechter (Art. 49 VWEU en 54 VWEU) (cf. punten 70-84, dictum 2)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Supremo Tribunal Administrativo — Uitlegging van de artikelen 63 VWEU en 65 VWEU — Nationale regeling volgens welke aan niet-ingezeten vennootschappen uitgekeerde dividenden aan een minder gunstige belastingregeling zijn onderworpen dan aan ingezeten vennootschappen uitgekeerde dividenden — Vereiste van langere minimumparticipatieduur en grotere minimumparticipatie voor niet-ingezeten vennootschappen

Dictum

1)

De artikelen 63 VWEU en 65 VWEU verzetten zich tegen een wettelijke regeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, volgens welke een ingezeten vennootschap van een andere lidstaat die een participatie van meer dan 10 % doch minder dan 20 % aanhoudt in een ingezeten vennootschap van Portugal, geen vrijstelling kan krijgen van de bronbelasting over de dividenden die de ingezeten vennootschap van Portugal uitkeert, en deze dividenden dus aan een economische dubbele belasting zijn onderworpen, terwijl een dergelijke economische dubbele belasting wordt voorkomen wanneer de dividenden worden uitgekeerd aan vennootschappen-aandeelhoudsters die ingezetenen van Portugal zijn en dezelfde soort participatie aanhouden. Wanneer een lidstaat zich beroept op een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting met een andere lidstaat, is het de taak van de nationale rechter om uit te maken of met deze overeenkomst rekening moet worden gehouden en, in voorkomend geval, te controleren of met deze overeenkomst de gevolgen van de beperking van het vrije verkeer van kapitaal kunnen worden geneutraliseerd.

2)

De artikelen 49 VWEU en 54 VWEU verzetten zich tegen een wettelijke regeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, volgens welke een ingezeten vennootschap van een andere lidstaat die een participatie van meer dan 20 % aanhoudt in een ingezeten vennootschap van Portugal, slechts terugbetaling kan krijgen van de bronbelasting over de dividenden die de ingezeten vennootschap van Portugal heeft uitgekeerd, wanneer zij deze participatie gedurende twee jaar ononderbroken aanhoudt, en aldus voorkoming van economische dubbele belasting in vergelijking met vennootschappen-aandeelhoudsters die ingezetenen van Portugal zijn en dezelfde soort participatie aanhouden, wordt vertraagd. Wanneer een lidstaat zich beroept op een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting met een andere lidstaat, is het de taak van de nationale rechter om uit te maken of met deze overeenkomst rekening moet worden gehouden en, in voorkomend geval, te controleren of met deze overeenkomst de gevolgen van de beperking van de vrijheid van vestiging kunnen worden geneutraliseerd.