Home

Gerechtshof Amsterdam, 10-12-2009, BK6792, DK 08/00091 en 08/00092

Gerechtshof Amsterdam, 10-12-2009, BK6792, DK 08/00091 en 08/00092

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
10 december 2009
Datum publicatie
16 december 2009
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2009:BK6792
Zaaknummer
DK 08/00091 en 08/00092

Inhoudsindicatie

De in het geding zijnde monitoren moeten worden ingedeeld onder post 8528 51 00 ( GDT 2007) als monitoren van de soort die hoofdzakelijk in een automatisch gegevensverwerkend systeem worden gebruikt.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk DK P08/00091 en P08/00092

10 december 2009

uitspraak van de Douanekamer

op de hoger beroepen van

de inspecteur van Belastingdienst/Douane Rotterdam/kantoor Rotterdam Laan op Zuid,

de inspecteur,

tegen de uitspraken in de zaken no. AWB 07/3209 en AWB 07/3210 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in de gedingen tussen

de inspecteur

en

[A], belanghebbende,

gemachtigde: mr. H.C. de Bie (Greenberg Traurig, LLP)

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Belanghebbende heeft met dagtekening 11 december 2006 een bindende tariefinlichting (hierna: BTI) aangevraagd voor een monitor van het merk [A]), type [1]. Daarbij verzocht belanghebbende om indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN) zoals deze zou gaan luiden met ingang van 1 januari 2007, na inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1549/2006 van de Commissie van de Europese Unie van 17 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Unie met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief. In vak 7 van haar aanvraag verzocht belanghebbende om indeling onder GN-code 8528 51 00. Op 19 februari 2007 heeft de inspecteur een BTI afgegeven met referentie NL RTD-2007-000535, waarin hij de monitor indeelt onder GN-code 8528 59 90. Na door belanghebbende gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak van 18 april 2007 zijn BTI gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 11 mei 2007, ontvangen bij de rechtbank op 14 mei 2007, beroep ingesteld. Het beroep is door de rechtbank geregistreerd onder het nummer AWB 07/3209.

1.2. Belanghebbende heeft met dagtekening 11 december 2006 een BTI aangevraagd voor een monitor van het merk [A], type [2]. Daarbij verzocht belanghebbende om indeling in de GN zoals deze zou gaan luiden met ingang van 1 januari 2007. In vak 7 van haar aanvraag verzocht belanghebbende om indeling onder GN-code 8528 51 00. Op 19 februari 2007 heeft de inspecteur een BTI afgegeven met referentie NL RTD-2007-000536, waarin hij de monitor indeelt onder GN-code 8528 59 90. Na door belanghebbende gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak van 18 april 2007 zijn BTI gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 11 mei 2007, ontvangen bij de rechtbank op 14 mei 2007, beroep ingesteld. Het beroep is door de rechtbank geregistreerd onder het nummer AWB 07/3210.

1.3. Bij uitspraken van 11 december 2007, aan partijen verzonden op 17 december 2007, heeft de rechtbank de door belanghebbende ingestelde beroepen gegrond verklaard en de monitoren ingedeeld onder GN-code 8521 51 00. Het door de inspecteur tegen deze uitspraken ingediende hoger beroepschrift is per fax en per post verzonden op 21 januari 2008. De per post verzonden exemplaren zijn bij de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam (hierna: de Douanekamer) ingekomen op 22 januari 2008. De Douanekamer heeft de behandeling van de hoger beroepen aangehouden in afwachting van de uitkomsten van een lopende procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: het HvJ) in een vergelijkbare zaak. Op 19 februari 2009 heeft het HvJ arrest gewezen in de zaak C-376/07. Partijen zijn door de Douanekamer in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op dit arrest en hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.

1.4. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 september 2009. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2. Feiten

2.1. De Douanekamer neemt hier over hetgeen de rechtbank onder de feiten heeft opgenomen

2.1.1. Voor zover het de monitor van het type [1] betreft heeft de rechtbank de volgende feiten vastgesteld in uitspraak AWB 07/3209:

“2.1. Eiseres (Douanekamer: belanghebbende) heeft op 11 december 2006 een aanvraag voor een BTI ingediend voor een TFT monitor (hierna: de monitor). Als beoogde indeling vermeldde eiseres nomenclatuurcode 8528 5100 (code 2007). In de aanvraag is onder omschrijving van de goederen opgenomen:

“Modelnummer [1]

beeldschermeenheid die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.

Het betreft een TFT monitor met een zichtbaar beeldgebied van 24 inch (diagonaal), een dot/pixel grootte van 0,27 mm, een resolutie van 1920 x 1200, een aspectverhouding van 16:10 en twee DVI-I connectoren (VGA analoog en digitaal)”

2.2. De door verweerder (Douanekamer: de inspecteur) afgegeven BTI vermeldt, voor zover van belang, als volgt:

“Een 24” breedbeeld kleurenmonitor met vloeibare kristallen (LCD), met onder andere de volgende (technische) kenmerken:

- schermgrootte 24”, met een beeldverhouding van 16:10;

- afmetingen (BxDxH), zonder voet, ongeveer 55,84 x 9,2 x 36,6 cm;

- gewicht ongeveer 10,7 kg;

- resolutie 1920 x 1200;

- pixelgrootte 0,27 mm;

- contrast ratio 1000:1;

- aantal kleuren maximaal 16,7 miljoen;

- voorzien van twee DVI-I aansluitingen (VGA analoge en digitale invoer) en een USB-hub;

- geplaatst op een voet.

Het apparaat wordt aangeboden inclusief een voedingskabel, een USB-kabel, twee VGA-naar-DVI-I kabels en een DVI-D-naar-DVI-D kabel.”.

2.3. De monitor wordt in de productspecificatie van eiseres als volgt omschreven:

“ De [A] [1] flatpanel monitor is uitgerust met de nieuwste technologie en een reeks geavanceerde presentatiekenmerken, speciaal voor workstation en high-end zakelijke gebruikers. Met een resolutie tot 1920 x 1200 produceert hij kristalheldere beelden op een schitterend 24-inch breedbeeldscherm. Dit innovatieve scherm heeft een aantal extra high-performance kenmerken, zoals de [A] Display Assistant (…). (…) Voor een nog hoger kijkcomfort verzorgt de [A] Display Assistant software de monitorinstelling, kleurkalibratie en beveiligings-/assetbeheer via een grafische interface op de aangesloten pc. De instellingen kunnen lokaal of via het netwerk worden gewijzigd.

(…)

Door de in hoogte verstelbare voet en de 90-graden rotatiemogelijkheid voor portrait- of landscape-oriëntatie is de monitor gemakkelijk in de ideale positie te plaatsen. Superdunne randen maken een panoramische weergave met verschillende monitoren naast elkaar mogelijk om grote hoeveelheden informatie te bekijken.”

2.4. Tot de stukken van het geding behoort een (scherm)afdruk van de website van [A] Nederland, waarop een onderscheid is gemaakt tussen monitoren “Voor thuis en kleinzakelijk” enerzijds en monitoren voor “Voor bedrijven” anderzijds. De [1] monitor valt op deze website onder “Midden- en Kleinbedrijf, Business monitoren”. De prijzen zijn op de website exclusief BTW vermeld.”

2.1.2. Voor zover het de monitor van het type [2] betreft heeft de rechtbank de volgende feiten vastgesteld in uitspraak AWB 07/3210:

“2.1. Eiseres heeft op 11 december 2006 een aanvraag voor een BTI ingediend voor een TFT monitor (hierna: de monitor). Als beoogde indeling vermeldde eiseres (Douanekamer: belanghebbende) nomenclatuurcode 8528 5100 (code 2007). In de aanvraag is onder omschrijving van de goederen opgenomen:

“Modelnummer [2]

beeldschermeenheid die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.

Het betreft een TFT monitor met een zichtbaar beeldgebied van 20,1 inch (diagonaal), een dot/pixel grootte van 0,255 mm, een resolutie van 1600 x 1200, een aspectverhouding van 4:3 en twee DVI-I connectoren (VGA analoog en digitaal)”

2.2. De door verweerder (Douanekamer: de inspecteur) afgegeven BTI vermeldt, voor zover van belang, als volgt:

“Een 20,1” breedbeeld kleurenmonitor met vloeibare kristallen (LCD), met onder andere de volgende (technische) kenmerken:

- schermgrootte 20,1”, met een beeldverhouding van 4:3;

- afmetingen (BxDxH), zonder voet, ongeveer 44,3 x 8,7 x 34,5 cm;

- gewicht zonder voet ongeveer 5,75 kg, met voet ongeveer 9,2 kg;

- resolutie 1600 x 1200;

- pixelgrootte 0,255 mm;

- contrast ratio 800:1;

- aantal kleuren maximaal 16,7 miljoen;

- voorzien van twee DVI-I aansluitingen (VGA analoge en digitale invoer) en een USB-hub;

- geplaatst op een voet.

Het apparaat wordt aangeboden inclusief een voedingskabel, een USB-kabel, twee VGA-naar-DVI-I kabels en een DVI-D-naar-DVI-D kabel.”.

2.3. De monitor wordt in de productspecificatie van eiseres als volgt omschreven:

“ De [A] [2] flatpanel monitor is de perfecte keuze voor grafisch-intensieve gebruikers die de beste kenmerken en prestaties eisen. Met resoluties tot 1600 x 1200 heeft het 20,1-inch zichtbare scherm een geweldige helderheid. Deze sublieme monitor biedt tal van geavanceerde kenmerken, zoals super-dunne randen, diverse ingangen, snelle responstijden en een ingebouwde USB-hub. (…) . De [A] [2] biedt de meest indrukwekkende prestaties in de [A] productlijn met een extra helder scherm, een hoge contrastverhouding van 800:1 en inkijkhoeken van 178 graden. Een ontspiegelde coating en flikkeringvrije weergave voldoen aan de strenge vereisen van TCO’03 en zorgen ervoor dat de ogen niet vermoeid raken. Nieuwe [A] Display Assistant software maakt het mogelijk instellingen en beveiligings-/assetbeheer af te handelen via het DDC/CI-protocol op de desktop pc in plats van op het scherm.

(…)

Door de in hoogte verstelbare voet en de 90-graden rotatiemogelijkheid voor portrait- of landscape-oriëntatie is de monitor gemakkelijk in de ideale positie te plaatsen. Superdunne randen aan vier zijden van het scherm maken het mogelijk diverse monitoren naast elkaar te plaatsen voor een panoramische weergave van grote hoeveelheden gegevens en informatie.”

2.4. Tot de stukken van het geding behoort een (scherm)afdruk van de website van [A] Nederland, waarop onder het kopje “business monitoren” een onderscheid is gemaakt tussen de “Essential Line”, de “Advantage serie” en de “Performance Line”. De [2] monitor valt op deze website onder “Performance Line”, met als beknopte omschrijving “Uitzonderlijke helderheid voor grafische-intensieve gebruikers die de beste kenmerken en prestaties eisen”. De prijzen zijn op de website exclusief BTW vermeld.”

2.2. In afwijking van hetgeen de rechtbank heeft vastgesteld stelt de Douanekamer vast dat de door de rechtbank als “pixelgrootte” aangeduide waarden van 0,27 mm, respectievelijk 0,255 mm niet de pixelgrootte betreffen, doch de afstand tussen twee pixels van dezelfde kleur (“pixel pitch”).

3. Geschil in hoger beroep

In geschil is of de monitoren van het type [1] en [2] moeten worden ingedeeld onder GN-code 8528 51 00 (computermonitor), zoals belanghebbende voorstaat, danwel onder GN-code 8528 59 90 (videomonitor), zoals de inspecteur bepleit.

4. Relevante bepalingen en jurisprudentie

4.1. Aantekening 5 op hoofdstuk 84 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN) luidt met ingang van 1 januari 2007 voor zover hier van belang als volgt:

(…)

D. Post 8471 omvat niet de navolgende toestellen indien zij afzonderlijk worden aangeboden, zelfs indien zij beantwoorden aan alle in aantekening 5, onder C, hiervoor vermelde voorwaarden:

(…)

5) monitors en projectietoestellen, niet voorzien van ontvangtoestel voor televisie.

4.2 Post 8528 luidt voor zover hier van belang als volgt:

“8528 Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden:

(…)

- andere monitors:

8528 51 00 - - van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471

8528 59 - - andere:

8528 59 10 - - - voor monochrome weergave (…)

8528 59 90 - - - voor kleurenweergave

(...)”

4.3. De toelichting op post 8528 van het Geharmoniseerd Systeem (hierna: GS) luidt voor zover hier van belang als volgt:

“Deze post omvat:

1. monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met een ontvangtoestel voor televisie;

2. televisieontvangtoestellen, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden, voor het weergeven van signalen (televisiesets);

3. apparaten voor de ontvangst van televisiesignalen, zonder de mogelijkheid deze weer te geven (bijvoorbeeld ontvangtoestellen voor satelliettelevisie).

Monitors, projectoren en televisiesets gebruiken verschillende technologieën, zoals kathodestraalbuizen, vloeibare kristallen (lcd), mechanische microspiegel (…), organische luminescentiedioden (…) en plasma voor het weergeven van beelden.

Monitors en projectoren kunnen de mogelijkheid hebben om verschillende signalen van verschillende bronnen te ontvangen. (…)

A. Monitors van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 84.71

Deze groep omvat kathodestraalbuizen en niet-kathodestraalbuizen (bijvoorbeeld platte beeld-schermen) monitoren die een grafische presentatie weergeven van de verwerkte gegevens. Deze monitors zijn te onderscheiden van andere typen monitors (zie onderdeel B hierna) en van ontvangtoestellen voor televisie. Zij omvatten:

1. monitors die slechts in staat om een signaal van de centrale verwerkingseenheid van een automatische gegevensverwerkende machine te ontvangen en daardoor geen kleurenbeeld van een composiet videosignaal kunnen reproduceren waarvan de golfvorm voldoet aan een uitzendnorm (NTSC, Secam, PAL, D-MAC, enz.). Zij zijn voorzien van aansluitingen die karakteristiek zijn voor gegevensverwerkende systemen (bijvoorbeeld een RS 232C koppeleenheid (‘interface’), DIN of SUB-D aansluitingen) en hebben geen audioschakeling. Zij worden bestuurd door middel van speciale aanpassingseenheden (bijvoorbeeld monochrome of grafische adapters) die zijn geïntegreerd in de centrale verwerkingseenheid van de automatische gegevensverwerkende machine;

2. monitors met kathodestraalbuizen waarbij de afstand tussen de beeldpunten begint bij 0,41 mm voor gemiddelde (medium) resolutie en kleiner wordt naar gelang de resolutie toeneemt;

3. monitors die voorzien zijn van kathodestraalbuizen die, teneinde de presentatie van beelden van kleine afmetingen maar met hoge definitie te vergemakkelijken, kleinere beeldpunten (pixels) en grotere convergentienormen dan die gebruikt door videomonitoren (zie onderdeel B hierna) en ontvangtoestellen voor televisie, bedoeld bij post 8528. (Convergentie is de mogelijkheid van het elektronenkanon om een enkel punt op het oppervlak van een kathodestraalbuis te doen oplichten zonder aangrenzende punten te verstoren);

4. monitors met kathodestraalbuizen waarvan de videofrequentie (bandbreedte), zijnde de meeteenheid voor het bepalen van de hoeveelheid beeldvormende punten die per seconde kunnen worden uitgezonden, gewoonlijk 15 MHz of meer bedraagt. Daarentegen bedraagt de bandbreedte van de monitors bedoeld bij onderdeel B hierna gewoonlijk niet meer dan 6 MHz. De horizontale aftastfrequentie van deze beeldschermeenheden varieert naar gelang de normen gebruikt voor verschillende wijzen van beeldvorming en varieert gewoonlijk van 15 kHz tot meer dan 155 kHz. Veel typen beeldschermeenheden kunnen meervoudige horizontale aftastfrequenties gebruiken. De horizontale aftastfrequentie van de monitors bedoeld bij onderdeel B hierna ligt vast op gewoonlijk 15,6 of 15,7 kHz, afhankelijk van de toe te passen televisienorm. Bovendien werken de monitors niet in overeenstemming met de nationale of internationale normen van zendfrequenties van publieke omroepen of met frequentienormen voor gesloten televisiecircuits.

De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingsvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.

B. Monitors andere dan die uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem van post 84.71

Tot deze groep behoren monitors die zijn aan te merken als ontvangtoestellen die met een coaxiale kabel rechtstreeks aan een videocamera of aan een opnametoestel zijn gekoppeld en waaruit de hoogfrequentiecircuits zijn weggelaten. Het zijn toestellen voor professioneel gebruik in de controlekamers van de televisiestations of in gesloten televisiecircuits (luchthavens, stations, ijzer- en staalindustrie, ziekenhuizen, enz.). Deze apparaten zijn voornamelijk samengesteld uit inrichtingen om een lichtpunt te creëren en dit te verplaatsen op een scherm, en dit synchroon met de signalen afkomstig van de bron. Ze bevatten ook een of meer videoversterkers waarmee de intensiteit van het lichtpunt kan worden gevarieerd. Deze monitors kunnen bovendien gescheiden ingangen hebben voor rood (R), groen (G) en blauw (B) of zijn gecodeerd volgens een andere norm (NTSC, Secam, PAL, D-MAC, enz.). Voor de ontvangst van gecodeerde signalen moet de monitor zijn uitgerust met een decodeerinrichting (voor de scheiding) van de R-, G- en B-signalen. Het meest gebruikte middel voor de reconstructie van het beeld is de kathodestraalbuis voor direct beeld of de projector met drie projectiekathodestraalbuizen. Er zijn echter ook monitoren die andere middelen gebruiken om hetzelfde doel te bereiken (bijvoorbeeld schermen met vloeibare kristallen, lichtstralen die afgebogen worden op een oliefilm). Dit kunnen monitors zijn met kathodestraalbuizen of werkend met platte schermen, bijvoorbeeld met vloeibare kristallen (lcd), met luminescentiedioden (led), met plasma, enz.”

4.4. De toelichting op de oude tekst van post 8471 (tekst 2006) van het Geharmoniseerd Systeem (hierna: GS) luidde voor zover hier van belang als volgt:

“I. 8471 Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; (...)

(...)

D.– Afzonderlijk aangeboden eenheden

(...)

Onder de eenheden zijn begrepen beeldschermeenheden van automatische gegevensverwerkende machines die een grafische presentatie weergeven van de verwerkte gegevens. Zij onderscheiden zich van de videomonitoren en ontvangtoestellen voor televisie bedoeld bij post 8528 op de verschillende navolgende wijzen:

1) Beeldschermeenheden van automatische gegevensverwerkende machines zijn slechts in staat om een signaal van de centrale verwerkingseenheid van een automatische gegevensverwerkende machine te ontvangen en kunnen daardoor geen kleurenbeeld van een composiet videosignaal reproduceren waarvan de golfvorm voldoet aan een uitzendnorm (NTSC, SECAM, PAL, D-MAC, enzovoort). Zij zijn voorzien van aansluitingen die karakteristiek zijn voor gegevensverwerkende systemen (bijvoorbeeld een RS 232C koppeleenheid (”interface”), DIN of SUB-D aansluitingen) en hebben geen audioschakeling. Zij worden bestuurd door middel van speciale aanpassingseenheden (bijvoorbeeld monochrome of grafische adapters) die zijn geïntegreerd in de centrale verwerkingseenheid van de automatische gegevensverwerkende machine.

2) Deze beeldschermeenheden kenmerken zich door lage elektromagnetische veldemissies. De afstand tussen de beeldpunten begint bij 0,41 mm voor gemiddelde (medium) resolutie en wordt kleiner naargelang de resolutie toeneemt.

3) Teneinde de presentatie van beelden van kleine afmetingen maar met hoge definitie te vergemakkelijken, gebruiken de beeldschermeenheden van deze post kleinere beeldpunten (pixels) en grotere convergentienormen dan die gebruikt door videomonitoren en ontvangtoestellen voor televisie, bedoeld bij post 8528. (Convergentie is de mogelijkheid van het elektronenkanon om een enkel punt op het oppervlak van een kathodestraalbuis te doen oplichten zonder aangrenzende punten te verstoren.)

4) In deze beeldschermeenheden bedraagt de videofrequentie (bandbreedte), zijnde de meeteenheid voor het bepalen van de hoeveelheid beeldvormende punten die per seconde kunnen worden uitgezonden, gewoonlijk 15 MHz of meer. Daarentegen bedraagt de bandbreedte van de videomonitoren bedoeld bij post 8528 gewoonlijk niet meer dan 6 MHz. De horizontale aftastfrequentie van deze beeldschermeenheden varieert naar gelang de normen gebruikt voor verschillende wijzen van beeldvorming en varieert gewoonlijk van 15 kHz tot meer dan 155 kHz. Veel typen beeldschermeenheden kunnen meervoudige horizontale aftastfrequenties gebruiken. De horizontale aftastfrequentie van de videomonitoren bedoeld bij post 8528 ligt vast op gewoonlijk 15,6 of 15,7 kHz, afhankelijk van de toe te passen televisienorm. Bovendien werken de beeldschermeenheden van automatische gegevensverwerkende machines niet in overeenstemming met de nationale of internationale normen van zendfrequenties van publieke omroepen of met frequentienormen voor gesloten televisiecircuits.

5) Beeldschermeenheden bedoeld bij deze post zijn vaak voorzien van mechanismen voor het regelen van de beeldhelling en het rondwentelen, van reflectievrije oppervlakken, van een flikkervrij beeld en andere ergonomische karakteristieken teneinde het niet-vermoeiend werken gedurende langere tijd, op korte afstand van de eenheid mogelijk te maken.

(...)”

4.5. Het HvJ heeft in zijn arrest van 19 februari 2009, nr. C-376/07 inzake de indeling van monitoren (GN 2004) het volgende overwogen:

“51 Gelet op een en ander moet op de eerste vraag worden geantwoord dat een monitor zoals die in het hoofdgeding aan de orde is, niet is uitgesloten van indeling onder post 8471 60 90 als eenheid van de soort die „hoofdzakelijk” wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem in de zin van aantekening 5, B, sub a, op hoofdstuk 84 van de GN, louter omdat hij zowel signalen kan weergeven die afkomstig zijn van een automatische gegevensverwerkende machine, als signalen afkomstig van andere bronnen.”

en

“59 In het onderhavige geval moet voor de tariefindeling van een monitor zoals die in het hoofdgeding aan de orde is, een beroep worden gedaan op de toelichtingen met betrekking tot post 8471 van het GS, in het bijzonder de punten 1 tot en met 5 van het deel van hoofdstuk I, D, dat ziet op beeldschermeenheden van automatische gegevensverwerkende machines.

60 Uit die punten blijkt dat monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, niet alleen kunnen worden geïdentificeerd door het feit dat zij zijn voorzien van ingangen die bedoeld zijn voor aansluiting aan automatische gegevensverwerkende systemen, maar ook door andere technische kenmerken, in het bijzonder het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand, dat zij geen televisiesignalen kunnen weergeven, dat zij lage elektromagnetische veldemissies hebben, dat de afstand tussen de beeldpunten begint bij 0,41 mm voor een gemiddelde (medium) resolutie en kleiner wordt naargelang de resolutie toeneemt, dat hun beeldfrequentie 15 MHz of meer bedraagt, en door het feit dat de beeldpunten op het scherm kleiner zijn dan bij de videomonitoren van post 8528, terwijl de convergentie van eerstgenoemde sterker is dan die van laatstgenoemde.”

5. De standpunten van partijen

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding en naar het proces-verbaal van de zitting van 29 september 2009.

6. Beoordeling van het geschil

6.1. Ingevolge indelingsregel 1 zijn voor de indeling van goederen in de GN bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken. Nu uit aantekening 5 op hoofdstuk 84 van de GN volgt dat monitoren met ingang van 1 januari 2007 nimmer onder post 8471 kunnen worden ingedeeld stellen partijen zich op goede gronden op het standpunt dat indeling onder post 8528 dient te geschieden. Partijen houdt echter verdeeld onder welke postonderverdeling de monitoren dienen te worden ingedeeld.

6.2. De Douanekamer stelt voorop dat ingevolge indelingsregel 6 voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post wettelijk bepalend zijn de bewoordingen

van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede ‘mutatis mutandis’ de indelingsregels 1 tot en met 5, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.

6.3. Nu postonderverdeling 8528 51 betrekking heeft op monitoren “van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471” en postonderverdeling 8528 59 betrekking heeft op “andere” monitoren, dient te worden onderzocht of de onderwerpelijke monitoren zijn van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem. De Douanekamer stelt in dit verband vast dat het HvJ in het onder 4.5. vermelde arrest van 19 februari 2009, nr. C-376/07 (hierna: het Kamino-arrest) heeft vastgesteld dat een monitor niet reeds op voorhand is uitgesloten van indeling onder de GN-code voor monitoren van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, louter omdat deze naast signalen van een computer ook signalen afkomstig van andere bronnen kan weergeven. Het gegeven dat beide monitoren zijn voorzien van een DVI-aansluiting staat derhalve op zichzelf niet in de weg aan indeling van een monitor onder GN-code 8528 5100.

6.4. Tussen partijen is niet in geschil dat de onderwerpelijke monitoren kunnen worden aangesloten op een computer en dat zij in staat zijn om signalen van een computer om te zetten in beelden. Evenmin is in geschil dat de monitoren niet van de soort zijn die ‘uitsluitend’ wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, daar de monitoren ook signalen kunnen weergeven van andere bronnen dan een computer. Derhalve dient te worden onderzocht of sprake is van monitoren van de soort die ‘hoofdzakelijk’ wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Het HvJ heeft in het Kamino-arrest dienaangaande overwogen dat bij de tariefindeling van goederen als de onderhavige zowel moet worden beoordeeld in welke mate zij verscheidene functies kunnen vervullen als welk prestatieniveau zij bij de vervulling van die functies bereiken. Daarbij moeten behalve het aantal en type van de aansluitmogelijkheden ook andere criteria in aanmerking worden genomen en dient gelet te worden op de objectieve en kenmerkende eigenschappen van de onderhavige goederen.

6.5. In het Kamino-arrest heeft het HvJ ten aanzien van het tarief zoals dat luidde tot 1 januari 2007 uitgemaakt dat voor de bepaling van de relevante technische kenmerken en eigenschappen een beroep moet worden gedaan op de GS-toelichting op post 8471 van het GS, in het bijzonder de punten 1 tot en met 5 van het deel van hoofdstuk I, D, dat zag op beeldschermeenheden van automatische gegevensverwerkende machines. Uit deze toelichting blijkt volgens het HvJ (r.o. 60 van het Kamino-arrest) dat monitoren die van de soort zijn die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, niet alleen kunnen worden geïdentificeerd door het feit (1) dat zij zijn voorzien van ingangen die bedoeld zijn voor aansluiting aan een computer, maar ook door andere technische kenmerken, in het bijzonder het feit (2) dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand, (3) dat zij geen televisiesignalen kunnen weergeven, (4) dat zij lage elektromagnetische veldemissies hebben, (5) dat de afstand tussen de beeldpunten begint bij 0,41 mm voor een gemiddelde (medium) resolutie en kleiner wordt naargelang de resolutie toeneemt, (6) dat hun beeldfrequentie 15 MHz of meer bedraagt, en (7) dat de beeldpunten op het scherm kleiner zijn dan bij de videomonitoren van post 8528, terwijl (8) de convergentie van eerstgenoemde sterker is dan die van laatstgenoemde. Ten aanzien van het zesde criterium gaat de Douanekamer er, gelet op de tekst van de GS-toelichting en de gebruikte eenheid (MHz), van uit dat het HvJ met ‘beeldfrequentie’ heeft bedoeld de ‘videofrequentie’, ook wel aangeduid als ‘(video)bandbreedte’.

6.6. Bij de wijziging van het GS op 1 januari 2007 is voormelde tekst van de GS-toelichting op post 8471 overgenomen in de GS-toelichting op post 8528. Daarbij zijn twee wijzigingen doorgevoerd. In de eerste plaats is het vierde kenmerk (lage elektromagnetische veldemissie) deel gaan uitmaken van het tweede kenmerk (ontworpen voor werk op korte afstand), zodat de elektromagnetische veldemissie niet langer een zelfstandig toetsingscriterium is. Daarnaast worden de in 6.5. genoemde criteria 5 tot en met 8, anders dan voorheen in de GS-toelichting op post 8471, uitsluitend nog van betekenis geacht voor monitoren met een kathodestraalbuis. Tussen partijen is niet in geschil dat de onderwerpelijke TFT-monitoren niet zijn uitgerust met een kathodestraalbuis, zodat genoemde criteria niet van betekenis zijn voor de indeling van de onderwerpelijke monitoren.

6.7. Belanghebbende heeft in haar brief van 30 maart 2009 gesteld dat de monitoren volledig voldoen aan alle nog relevante criteria:

1. de monitoren zijn voorzien van twee DVI-I-ingangen, welke (mede) geschikt zijn voor aansluiting op een computer;

2. zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand, hetgeen blijkt uit de resolutie, de ontspiegelende coating, de flikkeringvrije weergave op het scherm, de rotatiemogelijkheid voor het instellen van portrait- of landscape oriëntatie, de pixelgrootte, de verstelbare beeldhoogte alsmede de lage elektromagnetische veldemissie;

3. de monitoren kunnen geen televisiesignalen weergeven, daar zij niet zijn uitgerust met een TV-tuner en ook het benodigde audiocircuit ontbreekt;

Dat de monitoren beschikken over de onder 2 bedoelde ergonomische kenmerken, die het mogelijk maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken, blijkt volgens belanghebbende ondermeer uit de TCO’03-certificering en soortgelijke certificeringen in Australië, Canada, China en Mexico.

6.8. Ten overvloede heeft belanghebbende gesteld dat beide monitoren ook grotendeels voldoen aan de overige vier door het HvJ geformuleerde criteria, welke ingevolge de GS-toelichting 2007 uitsluitend nog relevant zijn voor monitoren met een kathodestraalbuis:

1. de afstand tussen de beeldpunten (pixel pitch) van beide monitoren bedraagt minder dan 0,41 mm, maar niet is voldaan aan de voorwaarde dat de pixel pitch kleiner wordt naarmate de resolutie toeneem, nu de [2] een pixel pitch van 0,255 mm heeft en een resolutie van 1600x1200, terwijl de [1] een pixel pitch van 0,27mm heeft en een resolutie van 1920x1200;

2. de videofrequentie (videobandbreedte) van beide monitoren bedraagt méér dan 15 MHz, namelijk 205 MHz (via VGA) of 165 MHz (via DVI);

3. de beeldpunten van de monitoren zijn kleiner dan de beeldpunten van een videomonitor;

4. de convergentie van de monitoren is sterker dan de convergentie van een videomonitor.

6.9. De inspecteur heeft de door belanghebbende gestelde eigenschappen van de monitoren niet weersproken. De inspecteur heeft zich ten aanzien van de [1] wel op het standpunt gesteld dat het beeldformaat (24”) in combinatie met de aspectverhouding (16:10, breedbeeld) noopt tot indeling onder GN-code 8528 5990. De Douanekamer brengt in herinnering dat het HvJ in het Kamino-arrest criteria heeft aangegeven aan de hand waarvan kan worden bepaald of deze monitoren behoren tot de soort die hoofdzakelijk in een automatisch gegevensverwerkend systeem wordt gebruikt, dan wel of zij wegens hun technische kenmerken en eigenschappen horen bij de televisiebeeldschermen of videomonitoren (r.o. 58). Voor de bepaling van deze criteria dient een beroep te worden gedaan op GS-toelichting (r.o. 59). De Douanekamer stelt vast dat beeldformaat en aspectverhouding niet als relevant kenmerk worden genoemd in de GS-toelichting, noch in het Kamino-arrest, terwijl het Kamino-arrest zijn aanleiding vond in een monitor van 23” met een aspectverhouding van 16:10. In het midden latend of de door het HvJ genoemde criteria uitputtend zijn, geldt naar het oordeel van de Douanekamer dat een beeldformaat van 24”, in combinatie met een aspectverhouding 16:10, geen onderscheidend criterium vormt voor het onderscheid tussen videomonitoren en computermonitoren.

6.10. Belanghebbende heeft onweersproken gesteld dat de USB-aansluitingen van de monitoren functioneren als ‘vooruitgeschoven post’ van de computer voor de aansluiting van randapparatuur (muis, toetsenbord, digitale camera, etc.) en dat deze aansluitingen slechts gebruikt kunnen worden indien de monitoren zijn verbonden met een computer en deze computer is ingeschakeld. De aanwezigheid van USB-aansluitingen vormt derhalve evenmin een aanwijzing dat de monitoren niet van de soort zouden zijn die hoofdzakelijk in een automatisch gegevensverwerkend systeem wordt gebruikt.

6.11. Gelet op het vorenoverwogene heeft belanghebbende naar het oordeel van de Douanekamer aannemelijk gemaakt dat de in geding zijnde monitoren beschikken over alle door het HvJ genoemde kenmerken van monitoren (zonder kathodestraalbuis) van de soort die hoofdzakelijk in een automatisch gegevensverwerkend systeem wordt gebruikt. Daaruit volgt dat de monitoren dienen te worden ingedeeld onder GN-code 8528 51 00.

Slotsom

6.12. De slotsom is dat de hoger beroepen ongegrond zijn en dat de uitspraken van de rechtbank dienen te worden bevestigd.

7. Kosten

De Douanekamer acht termen aanwezig voor een veroordeling van de inspecteur in de proceskosten, welke worden vastgesteld op 2 (hoger beroep, verschijnen ter zitting) + 0,5 (reactie op arrest HvJ) x 1,5 (gewicht van de zaak) x 1 (2 samenhangende zaken) x € 322 =

€ 1.207,50.

8. Beslissing

De Douanekamer:

- bevestigt de uitspraken van de rechtbank;

- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld

op € 1.207,50.

Van de inspecteur zal door de griffier een griffierecht groot € 447 worden geheven.

Aldus gedaan door mrs. D.B. Bijl, voorzitter, A. Bijlsma en B.A. van Brummelen, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. R.J.M. Bosch als griffier. De beslissing is op 10 december 2009 in het openbaar uitgesproken.

De griffier De voorzitter

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1.. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.