Home

Gerechtshof Amsterdam, 15-05-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:1689, 13/00493

Gerechtshof Amsterdam, 15-05-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:1689, 13/00493

Gegevens

Inhoudsindicatie

Sectorindeling premieheffing werknemersverzekeringen; herindeling Arbodienst van sector 44 (Zakelijke dienstverlening II) in sector 35 (Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen).

De feitelijke werkzaamheden van een Arbodienst bestaan, in hun totaliteit bezien, in hoofdzaak uit ‘aan arbeid gerelateerde gezondheidszorg’. Vergeleken met de (alle) in een sector(omschrijving) opgenomen en vermelde bedrijfstakken vertonen zij de meeste overeenkomsten met die van de onder sector 35 ressorterende bedrijfstakken. Dat een Arbodienst - mede - werkzaamheden van adviserende aard verricht is niet doorslaggevend, nu zowel bij sector 35 als bij sector 44 (II) bedrijfstakken worden vermeld met werkzaamheden van (mede) adviserende aard.

Uitspraak

Kenmerk 13/00493

15 mei 2014

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het beroep van

[X] te [Z], belanghebbende,

gemachtigden: mr. D. Sternfeld en mr. C.W.M. van Ballegooijen (PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. te Utrecht),

tegen een uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij brief van 28 september 2011 heeft belanghebbende een verzoek ingediend tot herziening van de voor haar geldende sectorindeling premieheffing werknemers-verzekeringen. Belanghebbende heeft verzocht tot herindeling van sector 44 (Zakelijke dienstverlening II) in sector 35 (Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen) met ingang van 1 oktober 2011.

1.2.

Bij beschikking, gedagtekend 6 december 2012, heeft de inspecteur (Belastingdienst/ Oost/kantoor Doetinchem) het verzoek van belanghebbende afgewezen.

1.3.

Belanghebbende is bij brief van 14 januari 2013 tegen die beschikking in bezwaar gekomen. Bij brief van 25 juni 2013 heeft zij verzocht om herindeling in sector 35 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009.

1.4.

Bij de uitspraak op het bezwaar, gedagtekend 23 juli 2013, heeft de inspecteur (Belastingdienst, kantoor Amsterdam) het bezwaar ongegrond verklaard en de beschikking gehandhaafd.

1.5.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde beroep is bij het Hof ingekomen op 28 augustus 2013, en aangevuld bij brief van 11 september 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft op 20 maart 2014 een nader stuk aan het Hof gezonden. De inspecteur heeft daarop gereageerd bij brief van 31 maart 2014.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 april 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2. Feiten

2.1.

Belanghebbende[(...)]houdt zich blijkens haar in het handelsregister opgenomen bedrijfsomschrijving bezig met arbo-begeleiding en re-integratie. Haar activiteiten zijn aldaar omschreven als:

“Het zich toeleggen op het voorzien in de behoefte aan integrale arbodienstverlening in Nederland en indien zinvol, in andere landen, zowel in het wettelijke kader ten aanzien van veiligheid, gezondheid en welzijn van werknemers, als de advisering in den brede om cliënten de best functionerende en meest productieve mensorganisaties te maken, alsmede het aanbieden van arbeidsgerelateerde zorg. Het garanderen van professionele onafhankelijkheid van de aan haar verbonden bedrijfsartsen en overige deskundigen die bijdragen aan de gecertificeerde dienstverlening op het gebied van arbeidsomstandigheden.”

2.2.

Vanaf 1996 zijn BGD’s voor de heffing van premies werknemersverzekeringen ingedeeld bij de ‘BV Banken’, de Bedrijfsvereniging voor Bank- en Verzekeringswezen, Groothandel en Vrije Beroep. Bij die Bedrijfsvereniging waren de toen reeds bestaande Arbodiensten, die meestal voortkwamen uit bedrijfsverenigingen, reeds vóór 1995 ingedeeld.

De BGD’s waren tot 1996 ingedeeld bij de ‘BV Gezondheid’, de Bedrijfsvereniging voor Gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke Belangen. In 1995 is door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming (Tica), mede op verzoek van de toenmalige koepelorganisatie Arbo Unie Nederland, besloten om ook de Arbodiensten/BGD’s bij de BV Banken in te delen. Blijkens door partijen overgelegde vergaderstukken van Tica uit die periode was de conclusie destijds dat “in het verleden de werkzaamheden van de BGD’s meer curatief van aard waren (entingsprogramma’s, TBC bestrijding)” en dat “[g]elet op de ontwikkelingen in het laatste decennium inzake terugdringing ziekteverzuim (…) er (…) tal van aandachtsgebieden en functies (zijn) ontstaan die meer aansluiten bij de moderne visie betreffende verzuimbeperking en -beheersing.” Namens Arbo Unie Nederland is er destijds op gewezen dat het aantal artsen in verhouding tot het overige personeel, waaronder milieudeskundigen, veiligheidsdeskundigen, arbeidshygiënisten en bewegingstherapeuten, zou afnemen. Met ingang van 1996 zijn alle Arbodiensten bij de BV Banken en thans bij sector 44 (Zakelijke dienstverlening II) ingedeeld.

2.3.

Belanghebbende heeft aan haar verzoek van 28 september 2011 tot herindeling in sector 35 (Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen) ten grondslag gelegd dat zij zich manifesteert als “leverancier van instrumenten die te maken hebben met het gezond zijn, gezond worden en gezond blijven van werknemers”, en dat aldus ‘gezondheid’ haar werkterrein is.

2.4.

In een mede op verzoek van de Belastingdienst door belanghebbende opgestelde rapportage “Aan de slag, Loonsom en onderbouwing ten behoeve van aanpassing sector-fonds” van 27 september 2012 is als conclusie vermeld dat voor het jaar 2010 de loonsom van medewerkers van belanghebbende die medisch handelen 58,94% uitmaakt van de totale loonsom van belanghebbende. Binnen de medische functies vormen de bedrijfsartsen de grootste groep (met 41,16% van de totale loonsom), gevolgd door doktersassistenten, verzuimconsulenten en administratief personeel verzuim en reïntegratie (tezamen 13,87% van de totale loonsom).

Bij brief van 3 april 2013 heeft belanghebbende aan de inspecteur bericht dat aan de medische functies nog de werkzaamheden van haar maatschappelijke werkers moeten worden toegevoegd en dat aldus het deel van haar loonsom dat direct aan de sector 35 valt toe te rekenen, 60,97% bedraagt.

2.5.

Met dagtekening 30 november 2012 heeft de Belastingdienst Oost/kantoor Doetinchem ten behoeve van de beslissing op het verzoek tot herindeling een rapport betreffende de sectorbeoordeling van belanghebbende uitgebracht. Daarin is onder meer opgenomen:

“[Belanghebbende] houdt zich in opdracht van werkgevers bezig met taken die door de Arbowet worden gesteld. Denk hierbij aan (medische) controles, het opstellen van reïntegratieplannen, keuringen, verzuimbegeleiding en dergelijke. Hiernaast geeft [Hof: belanghebbende] werkgever opleidingen, trainingen en voorlichting over arbobeleid, gezondheidsmanagement etc.”

De conclusie betreffende de sectorindeling luidde dat er geen aanleiding is de sectorindeling van belanghebbende te wijzigen.

2.6.

Met dagtekening 25 april 2013 heeft de Belastingdienst/kantoor Almelo, ten behoeve van de beslissing op het bezwaarschrift van belanghebbende, een (concept) “Rapport inzake een indelingsonderzoek” uitgebracht. Daarin is onder meer het volgende vermeld:

“4.2. Bevindingen uit eigen onderzoek

(…)

In de onderhavige situatie is sprake van een werkgever die (…) in het maatschappelijk verkeer optreedt als een arbodienst. (…)

De opmerking dat een adviserende arts ook een medisch handelende arts is, is gelet op de gedachte dat het beschermen en bevorderen van de gezondheid van werknemers en het behoud van arbeidsgeschiktheid een vereiste is, niet geheel onterecht. Om dit doel te bereiken is een adequate behandeling en reïntegratie van de patiënt/werknemer bij arbeidsverzuim nodig.

Uit de eerder ontvangen gegevens wordt melding gemaakt van het feit dat huis- en bedrijfsartsen verschillende taken en verantwoordelijkheden hebben (…). (…) De bedrijfsarts is specialist voor arbeid en gezondheid (…). Een bedrijfsarts zorgt daarnaast voor de veiligheid, gezondheid en het welzijn van zowel de werkende mens als organisatie. Een bedrijfsarts werkt bij voorkeur preventief (…). Naast ziekteverzuim, worden er ook (preventieve) keuringen verricht en geeft [Hof: de bedrijfsarts] (organisatie-)adviezen aan werkgevers en werknemers. (…)

Werkgever heeft diverse (arbo)professionals in dienst waaronder bedrijfsartsen, arbeids- en organisatiedeskundigen, veiligheidsdeskundigen. De werkzaamheden van [belanghebbende] liggen voornamelijk in de uitvoering van de arbowetgeving en (…) de vennootschap (treedt) voornamelijk op als een advies- en begeleidingsbureau. (…)

Deze functie wordt niet expliciet in de bijlage van de regeling Wfsv genoemd. (…)

Gezien de feitelijke werkzaamheden ligt een indeling bij sector 44 (…) het meest voor de hand. Dit ook gelet op de indeling in het verleden van werkgevers die zich ook functioneel bezien bezighouden met activiteiten zoals controleren, voorwaarden scheppen, begeleiden, initiëren, adviseren, etc., een en ander al dan niet door middel van rapporten en aanbevelingen (b.v. economische adviesbureaus).

Uit een en ander volgt dat werkgever voor zijn kernactiviteiten (adviseren, begeleiden) bij wijze van assimilatie met de bij sector 44 (…) genoemde bedrijven en beroepen dient te zijn aangesloten bij c.q. ressorteert onder sector 44.

(…)

7. Beoordeling

(…)

Werkgever treedt (overwegend) op als advies- en begeleidingsbureau op het gebied van arbowetgeving. Omdat de werkzaamheden van werkgever niet worden vermeld in bijlage 1 van de Regeling Wfsv dient te worden vastgesteld met welk onderdeel van het bedrijfs- en beroepsleven in dit geval de meeste overeenkomst bestaat (assimilatie). Het onderzoek heeft uitgewezen dat de aard van de werkzaamheden die werkgever functioneel doet verrichten het meest verwantschap toont met de bij de sector 44 (…) genoemde bedrijven en beroepen.”

2.7.

In de motivering van de uitspraak op het bezwaar van belanghebbende is bij dit (concept) rapport aangesloten.

3 Geschil in beroep

3.1.

In geschil is of de inspecteur terecht heeft geweigerd aan het verzoek van belanghebbende tot herindeling in sector 35, Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen tegemoet te komen. Indien het gelijk op dit punt aan belanghebbende is, is tussen partijen niet in geschil dat aan de herindeling terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 kan worden verleend.

3.2.

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken en het proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing