Home

Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3160, 13/00298

Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3160, 13/00298

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
12 maart 2015
Datum publicatie
3 augustus 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:3160
Zaaknummer
13/00298
Relevante informatie
Wet op de loonbelasting 1964 [Tekst geldig vanaf 01-07-2023 tot 01-01-2024] art. 13bis

Inhoudsindicatie

Bijtelling privé-gebruik auto. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat onterecht loonbelasting is afgedragen ter zake van het privé gebruik van de auto. De omstandigheid dat zakelijke overwegingen een rol hebben gespeeld ontneemt niet het karakter aan de ritten die op zichzelf voor privédoeleinden worden gemaakt. Dat er een noodzaak zou zijn tot privégebruik van de auto, wat daar ook van zij, maakt niet dat geen heffing behoeft plaats te vinden over het privégebruik van de auto.

Uitspraak

Kenmerk 13/00298

12 maart 2015

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V., gevestigd te [Y] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/4486 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft met dagtekening van 31 mei 2012 bezwaar gemaakt tegen de afdracht loonbelasting/premie volksverzekeringen (hierna LB) over het tijdvak 1 april 2012 tot en met 30 april 2012 voor zover deze afdracht betrekking heeft op de bijtelling privé gebruik auto ten bedrage van € 594.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak, gedagtekend 21 augustus 2012, het bezwaar van belanghebbende afgewezen.

1.3.

Tegen de hiervoor vermelde uitspraak op bezwaar is door belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 27 maart 2013 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 6 mei 2013, aangevuld bij brief van 30 mei 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 februari 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

2.1.

De ondernemingsactiviteiten van eiseres bestaan uit de im- en export van

en de groothandel in uurwerken.

2.2. [A] en [B] zijn beiden directeur-grootaandeelhouder van eiseres en bezitten ieder 50% van de aandelen.

2.3.

Aan de heren [C] worden auto’s, ook voor privé-doeleinden, ter beschikking gesteld.

2.4.

Eiseres heeft in haar loonaangifte over het tijdvak april 2012 een bijtelling wegens privé-gebruik auto toegepast ten aanzien van de Saab met kenteken [D] , die aan [B] ter beschikking is gesteld (hierna: de auto).

2.5.

Eiseres heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen de afdracht op aangifte over dit tijdvak.

2.6.

Eiseres heeft een Transport – Goederen – Juwelierspolis afgesloten bij Marsh met polisnummer [E] . Bij deze polis is een blad ‘Aanvullende voorwaarden reiscollecties’ gevoegd waarop het volgende is opgenomen:

301184 Aanvullende voorwaarden reiscollecties

Met betrekking tot de reiscollecties wordt bepaald, dat deze buiten werktijd uitsluitend onder deze verzekering zijn gedekt indien gebruik wordt gemaakt van de volgende mogelijkheden van opslag/bewaring:

A) Binnen de privéwoning van de vertegenwoordiger, onder voorwaarde dat zich op die momenten minimaal een volwassen bevoegd persoon binnen de betreffende woning bevindt;

B) De collecties blijven achter in de alarmbeveiligde auto’s, welke worden gestald in een alarmbeveiligde garage in, aan of nabij de woning van de vertegenwoordiger;

C) De collecties blijven achter in de alarmbeveiligde auto’s, welke worden geparkeerd op, aan, langs de openbare weg, parkeerterreinen en/of onbeveiligde garages. In dit geval geldt een verhoogd eigen risico, als nader in de polis omschreven;

D) De collecties worden gedeponeerd op het zakenadres van verzekerde, [a-straat 1] te [Y] ;

E) De collecties worden ter bewaring gegeven aan een opslagdepot van Brink’s Nederland. Andere opslagdepots/bewaarnemers dienen vooraf ter goedkeuring aan verzekeraars te worden voorgelegd.”

2.2.

Partijen hebben desgevraagd ter zitting van het Hof verklaard zich met de door de rechtbank vastgestelde feiten te verenigen. Het Hof voegt aan de feiten nog het volgende toe.

2.3.

[B] heeft in 2012 voor meer dan 500 kilometer privé gereden met de aan hem door belanghebbende ter beschikking gestelde auto.

3 Geschil in hoger beroep

3.1

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of over het tijdvak 1 april 2012 tot en met 30 april 2012 door belanghebbende terecht LB is afgedragen ter zake van het privé gebruik van de auto.

3.2.

Belanghebbende concludeert in hoger beroep tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot teruggaaf van de op aangifte afgedragen LB tot een bedrag van € 594.

3.3.

De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

3.4.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing