Home

Gerechtshof Amsterdam, 08-09-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4361, 13/00544

Gerechtshof Amsterdam, 08-09-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4361, 13/00544

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
8 september 2015
Datum publicatie
28 oktober 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:4361
Formele relaties
Zaaknummer
13/00544

Inhoudsindicatie

Het Hof ziet geen aanleiding om een prejudiciële vraag te stellen over de geldigheid van Verordening (EU) nr. 723/2011.

Uitspraak

kenmerken 13/00544

8 september 2015

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/5482 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 17 januari 2012 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (hierna: UTB) uitgereikt voor een bedrag van € 587.802,20 aan antidumpingrechten.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 25 oktober 2012, de UTB gehandhaafd en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Bij uitspraak van 1 augustus 2013 heeft de rechtbank het door belanghebbende

ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door de belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 11 september 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De inspecteur heeft nadere stukken ingediend, bij het Hof ingekomen op 9 juni 2015.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juni 2015. Van het

verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld, waarbij belanghebbende wordt aangeduid als “eiseres” en de inspecteur als “verweerder”:

“2.1. Eiseres is sinds 1979 handelaar in en importeur van bepaalde soorten stalen en ijzeren bevestigingsmiddelen. Eiseres koopt in in diverse lidstaten van de Europese Unie, het Verre Oosten (o.a. China, Maleisië en Taiwan) en Zuid-Afrika.

2.2.

Eiseres heeft inkooporders geplaatst bij onder andere [C] in [K] (Maleisië) en [D] in [K] (Maleisië). Bij de eerstgenoemde leverancier heeft eiseres uitsluitend sluitringen besteld.

2.3.

In Publicatieblad L 282 van 28 oktober 2010 is Verordening nr. 966/2010 opgenomen, waarin de Commissie de start van een onderzoek heeft aangekondigd naar de mogelijke ontwijking van antidumpingrechten op bepaalde soorten stalen en ijzeren bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China door de invoer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, verzonden uit Maleisië en al dan niet aangegeven als van oorsprong Maleisië (hierna: het bericht van opening). In het bericht van opening heeft de Commissie de douaneautoriteiten opgedragen de nodige maatregelen te nemen om de desbetreffende invoer te registreren.

2.4.

Eiseres en de onder 2.2 bedoelde leveranciers hebben zich ten behoeve van het onder 2.3 bedoelde onderzoek bij de Commissie aangemeld en vervolgens meegewerkt aan het onderzoek. Bij brief van 13 juni 2011 aan de Commissie heeft advocaat [B] namens eiseres gereageerd op de brief van 26 mei 2011 van de Commissie met de voorlopige bevindingen naar aanleiding van het onderzoek.

2.5.

[A] B.V. heeft als direct vertegenwoordiger van eiseres in de periode 29 oktober 2010 tot en met 4 augustus 2011 32 aangiften ten invoer ingediend voor stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit Maleisië. [A] B.V. heeft in 16 aangiften een oude Taric-code gebruikt, waardoor deze aangiften niet zijn geregistreerd.

2.6.

In Publicatieblad L 194 van 26 juli 2011 is Verordening nr. 723/2011 opgenomen tot uitbreiding van de bestaande antidumpingrechten op ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot bepaalde soorten uit Maleisië verzonden ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië. Voor de onder 2.2 genoemde leveranciers is het standaardtarief van 85% van toepassing.

2.7.

Verweerder heeft bij eiseres een controle na invoer ingesteld. Naar aanleiding van de bevindingen, neergelegd in het controlerapport van 2 januari 2012, is de utb opgelegd.

2.8.

In Publicatieblad L 275 van 10 oktober 2012 is Verordening nr. 924/2012 opgenomen, waarin naar aanleiding van het rapport van de Beroepsinstantie van de Wereld Handels Organisatie (hierna: WTO) het standaard tarief is verlaagd naar 74,1%. Dit rapport heeft betrekking op de definitieve antidumpingmaatregelen voor bepaalde ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de bestreden UTB terecht aan belanghebbende is uitgereikt.

3.2.

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding, waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.

4 De overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing