Home

Gerechtshof Amsterdam, 07-07-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2793, 16/00026

Gerechtshof Amsterdam, 07-07-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2793, 16/00026

Gegevens

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft geen recht op aftrek wegens uitgaven voor levensonderhoud kinderen jonger dan 30 jaar en ook geen recht op aftrek wegens betaalde alimentatie.

Uitspraak

Kenmerk 16/00026

7 juli 2016

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 14/2480 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2011 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 30.432.

1.2.

Na tegen deze aanslag gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 24 april 2014, de aanslag IB verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van € 29.749.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen die uitspraak beroep ingesteld. Bij uitspraak van 10 december 2015 heeft de rechtbank als volgt beslist (in deze uitspraak is belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

De rechtbank:

(…)

- verklaart het beroep (…) gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de belastingaanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen van € 29.399 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 45 aan eiseres te vergoeden;.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 18 januari 2016. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn in afschrift verzonden aan de inspecteur.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2016. Partijen zijn met bericht aan het Hof niet verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

1. Eiseres is in het jaar 2010 en 2011 ongehuwd.

2. Eiseres heeft twee dochters: [dochter a] , geboren [in] 1982, en [dochter b] , geboren [in] 1985. Zij staan in 2010 en 2011 op het woonadres van eiseres ingeschreven. [dochter a] is in 2010 en 2011 voltijds studente aan de University of Wisconsin-Milwaukee (VS) en feitelijk woonachtig in de Verenigde Staten.

2011

7. Eiseres heeft aangifte ib/pvv gedaan voor het jaar 2011 op 8 oktober 2012 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.250. In deze aangifte heeft zij een bedrag van € 8.400 aangegeven als uitgaven levensonderhoud voor kinderen jonger dan 30 jaar.

8. In de herziene aangifte voor het jaar 2011 van 10 februari 2014 geeft eiseres een belastbaar inkomen uit werk en woning aan van € 29.749. In de aangifte heeft zij een bedrag aangegeven van € 683 als uitgaven specifieke zorgkosten.

9. Bij het opleggen van de aanslag met dagtekening 28 maart 2014 is de aftrek wegens uitgaven specifieke zorgkosten abusievelijk niet verleend. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 24 april 2014 alsnog rekening gehouden met de uitgeven specifieke zorgkosten van € 683 en het belastbaar inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 29.749.

10. In haar bezwaarschrift met dagtekening 8 mei 2014, ontvangen door verweerder op 12 mei 2014, geeft eiseres aan dat zij meent recht te hebben op een hoger bedrag aan aftrek wegens uitgaven levensonderhoud kinderen (€ 4.200) en aftrek alimentatie (€ 12.220) alsmede toepassing van de alleenstaande-ouderkorting. Op 23 mei 2014, ontvangen op 2 juni 2014, heeft eiseres een herziene aangifte ingediend. Verweerder heeft het bezwaarschrift alsmede de herziene aangifte doorgestuurd naar de rechtbank.

2.2.

Het Hof gaat van dezelfde feiten uit.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank zijn de antwoorden op de volgende vragen in geschil.

-

A) Heeft belanghebbende recht op aftrek wegens uitgaven voor levensonderhoud kinderen jonger dan 30 jaar?

-

B) Heeft belanghebbende recht op aftrek wegens betaalde alimentatie aan de heer [Y] (hierna: [Y] )?

-

C) Heeft belanghebbende recht op de alleenstaande-ouderkorting?

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing