Home

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3990, 16/00533

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3990, 16/00533

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
21 september 2017
Datum publicatie
31 januari 2018
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:3990
Formele relaties
Zaaknummer
16/00533

Inhoudsindicatie

Precariobelasting over netwerken (elektriciteit). Aanslag opgelegd aan de netbeheerder/economisch eigenaar van de kabels (belanghebbende). Het Hof verwerpt de stelling dat belanghebbende ten onrechte als de belastingplichtige is aangemerkt. Belanghebbende kan zich niet op een contractueel gedoogrecht beroepen, omdat zij niet zelf tot een dergelijk gedoogrecht gerechtigd is (zo al aan de juridisch eigenaar van de netwerken een gedoogrecht toekomt. Hof vernietigt uitspraak rechtbank.

Uitspraak

kenmerk 16/00533

21 september 2017

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Maasdriel, de heffingsambtenaar,

tegen de uitspraak van 15 oktober 2015 in de zaak met kenmerk AWB 13/3182 van de rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

[NV X] te [plaats] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. E.E. Troll (Allen & Overy) te Amsterdam,

en

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 30 september 2012 aan belanghebbende voor het tijdvak 1 juni 2011 tot en met 31 december 2011 een aanslag precariobelasting opgelegd van € 956.480.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 1 mei 2013, de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Op het tegen deze uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak (waarin belanghebbende is aangeduid als ‘eiseres’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’) onder meer als volgt beslist:

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de aanslag precariobelasting tot € 372.902;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 734;

- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 318 vergoedt.”1.4. Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ingekomen op 23 november 2015 en is aangevuld bij brief van 22 januari 2016. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Daartoe in de gelegenheid gesteld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft belanghebbende bij brief van 31 augustus 2016 gereageerd op de arresten van de Hoge Raad van 24 juni 2016, nr. 15/04492, ECLI:NL:HR:2016:1267, BNB 2016/210 (hierna: het arrest Naarden) en nr. 14/05718, ECLI:NL:HR:2016:1270, BNB 2016/209 (hierna: het arrest Blaricum). Op deze brief heeft de heffingsambtenaar gereageerd bij brief van 8 november 2016.

1.6.

Bij beslissing van 29 november 2016, nr. 15/01489, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het hoger beroep ter verdere behandeling verwezen naar het Hof.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juni 2017. Het hoger beroep is gelijktijdig behandeld met dat van belanghebbende inzake de aanslag precariobelasting van de gemeente Zaltbommel (kenmerk: 16/00547). Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

“1. Eiseres is netbeheerder van elektriciteitsleidingen in de gemeente Maasdriel (hierna: de gemeente). Deze leidingen bevinden zich deels in grond die eigendom is van de gemeente. Eigenaar van de leidingen is [NV Y] N.V., een 100% dochter van eiseres.

2. De gemeente is uit verschillende samenvoegingen ontstaan. De gemeente is in 1999 gevormd door samenvoeging van de voormalige gemeenten Ammerzoden, Hedel , Heerewaarden , Maasdriel en Rossum. In 1958 is Alem als gevolg van een provinciale grenscorrectie toegevoegd aan de gemeente Maasdriel. In 1955 zijn de voormalige gemeenten Rossum en Hurwenen gefuseerd tot de nieuwe gemeente Rossum.

3. Tot 27 maart 1984 vond de exploitatie van elektriciteitsleidingen in het grondgebied dat thans de gemeente omvat plaats door [L] (hierna: [L] ). Blijkens akte van 27 maart 1984 is de naam van [L] met ingang van die datum gewijzigd in [bedrijfsnaam] . Blijkens akte van 29 maart 1990 is deze naam vervolgens gewijzigd in [bedrijfsnaam] (hierna: [NV L] .

4. Blijkens akte van fusie van 31 december 1993 zijn [NV L] en [bedrijfsnaam] in [bedrijfsnaam] voor Gelderland, Friesland en Flevoland . Blijkens akte van fusie van 31 mei 2001 is onder meer [bedrijfsnaam] voor Gelderland, Friesland en Flevoland opgegaan in [bedrijfsnaam] .

5. Blijkens akte van 15 december 2011 is de naam van [bedrijfsnaam] gewijzigd in [NV Y] N.V. (hierna: [NV Y] ).

6. In het besluit van de raad van de gemeente Ammerzoden van 10 augustus 1923 is het volgende opgenomen:

“DE RAAD DER GEMEENTE AMMERZODEN;

(…)

heeft besloten:

“1ͤ aan de [bedrijfsnaam] kosteloos het recht te verleenen werken tot geleiding, transformeering, verdeeling en levering van electriciteit of daarmede in verband staande beveiligings- en ondersteuningswerken te hebben, aan te brengen, in stand te houden te wijzigen en te verwijderen in, op, aan, door of boven gemeentelijke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen der gemeente, zulks onder voorwaarde, dat de vennootschap voornoemd (…)”.

7. In een overeenkomst, ondertekend door de [L] op 16 april 1986 en door de gemeente Ammerzoden op 5 februari 1987, is het volgende opgenomen:

“in aanmerking nemende dat:

- Bij raadsbesluit d.d. 10 augustus 1923 door de gemeente aan de [L] vergunning is verleend tot het aanbrengen enz. van elektriciteitswerken in enz. eigendommen der gemeente;

- partijen een nadere regeling met betrekking tot het aanbrengen enz. van bovengrondse en ondergrondse 10 kV- en laagspanningsleidingen in, enz. eigendommen der gemeente wensen te treffen, welke regeling geacht wordt deel uit te maken van voormeld raadsbesluit,

komen overeen als volgt:

I De thans tussen partijen op grond van genoemd raadsbesluit geldende regeling, betreffende het aanbrengen enz. van elektriciteitswerken in, enz. eigendommen der gemeente komt te vervallen voorzover het 10 kV- en laagspanningsleidingen betreft.

II In plaats van het te vervallen gedeelte van de regeling komt de volgende regeling:

1. De gemeente verleent hiermede de voor het in, op of boven gemeentelijke eigendommen, voorzover deze zich daartoe lenen, aanbrengen, leggen, hebben, onderhouden, verkleinen, verzwaren, vervangen, uitbreiden en wijzigen van de onder- en bovengrondse leidingen ten behoeve van en in verband met de levering van elektrische energie door de [L] met toebehoren en van aansluitleidingen met toebehoren, waarbij zowel de werkzaamheden als het toebehoren in de ruimste zin moeten worden genomen, vereiste burgerrechtelijke en publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en toestemmingen (…).

(…)

3. De gemeente verbindt zich, indien krachtens enige gemeenteverordening rechten op het aanwezig zijn van leidingnet met toebehoren in, op of boven gemeentegronden, -wateren, enz. worden geheven, binnen redelijke tijd deze verordening zodanig te herzien dat na wijziging de [L] geen rechten zal zijn verschuldigd, dan wel de [L] jaarlijks een bedrag, gelijk aan de door haar betaalde rechten, uit te keren.

Het laatste geldt evenzo voor het geval in de toekomst een verordening als bovenbedoeld van kracht mocht worden.

(…)”.

8. De overeenkomst, ondertekend door de [L] op 16 april 1986 en door de gemeente Hedel op 9 december 1986, bevat een nagenoeg gelijke inhoud als de overeenkomst hierboven onder 7. opgenomen.

9. Bij besluit van de raad van de gemeente Hurwenen van 20 mei 1930 heeft de raad aan de [bedrijfsnaam] kosteloos het uitsluitend recht verleend werken tot geleiding, transformering, verdeling en levering aan elektriciteit te hebben, aan te brengen, in stand te houden, te wijzigen en te verwijderen in, op, aan, door of boven gemeentelijke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen van de gemeente.

10. In een overeenkomst, ondertekend door de [L] op 23 januari 1923 en door de gemeente Rossum op 17 januari 1923, heeft de gemeente kosteloos het uitsluitend recht verleend werken tot geleiding, transformering, verdeling en levering van elektriciteit te hebben, aan te brengen, in stand te houden en te verwijderen in, op, aan, door of boven gemeentelijke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen van de gemeente.

11. De overeenkomst, ondertekend door de [L] op 23 januari 1987 en door de gemeente Rossum op 23 januari 1987, bevat een nagenoeg gelijke inhoud als de overeenkomst hierboven onder 7. opgenomen.

12. Met ingang van 29 mei 2011 geldt in de gemeente Maasdriel de Verordening op de heffing van en inning van precariobelasting 2011 (hierna: de Verordening). De inhoud van de Verordening luidt, voor zover thans van belang, als volgt:

“(…)

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

a. voorwerpen, waarvan de gemeente ter zake van het gebruik van de door de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel waarvoor een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen en is betaald;

b. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

c. voorwerpen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

(…)

Artikel 7 Belastingtijdvak

  1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het tijdvak 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011.

  2. In andere dan de in het eerste lid genoemde gevallen, is het belastingtijdvak de in het tijdvak 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011 gelegen aaneengesloten periode van een aantal maanden of gedeelten daarvan gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft gedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

(…)

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. (…)

2. De datum van ingang van de heffing is 1 juni 2011.

d.(…)”

(…)”

13. Op grond van de Tarieventabel behorende bij de Verordening bedraagt het tarief voor kabels, leidingen en buizen € 0,32 per strekkende meter per maand en € 2,24 per strekkende meter voor de periode 1 juni 2011 tot en met 31 december 2011.

Door partijen zijn geen grieven aangevoerd tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten. Het Hof zal ook van deze feiten uitgaan.

2.2.

In de Verordening is voorts onder meer het volgende bepaald:

“Artikel 1 BegripsbepalingenDeze verordening verstaat onder:(…)c. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;”

3 Geschil in hoger beroep

Evenals voor de rechtbank is in geschil of de aanslag precariobelasting terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.

4 Beoordeling van het geschil

5 5. Kosten

6 6. Beslissing