Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-12-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5030, 16/00472

Gerechtshof Amsterdam, 23-12-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5030, 16/00472

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 december 2017
Datum publicatie
27 december 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:5030
Zaaknummer
16/00472

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting; van belanghebbende die zich erop beroept dat sprake is geweest van in- en uitstappen, kan op zijn minst worden gevergd dat hij nader concretiseert wat de redengevende feiten en omstandigheden waren die tot deze conclusie nopen. Nu hij dit niet heeft gedaan moet het ervoor worden gehouden dat de auto geparkeerd stond. Geen strijd met artikel 8 EVRM, omdat – anders dan in HR 24 februari 2017, nr. 15/02068, ECLI:NL:HR:2017:286, BNB 2017/79 (het ‘ANPR-arrest’) – naar het oordeel van het Hof in dit geval geen sprake is van een inmenging in het privéleven. Het standpunt van belanghebbende dat hij op grond van Artikel 7:4, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht recht heeft op toezending van het integrale dossier vindt geen steun in de tekst van dat artikel noch in de Memorie van Toelichting daarop

Uitspraak

kenmerk 16/00472

23 november 2017

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. drs. J.M.C. Niederer te Heerlen

tegen de uitspraak van 13 september 2016 in de zaak met kenmerk AMS 16/989 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 24 december 2015 aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van in totaal € 58,90 (€ 4 aan parkeerbelasting en € 54,90 aan kosten).

1.2.

Na daartegen gemaakt bewaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 4 februari 2016 de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

De rechtbank heeft bij uitspraak van 13 september 2016 het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 1 november 2016. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2017. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

In de gemeente Amsterdam wordt de controle op het betalen van parkeerbelasting (mede) uitgevoerd met behulp van een zogenoemde “scanauto”, die de kentekens van de auto’s die geparkeerd staan registreert en vergelijkt met de in de parkeerapparatuur opgeslagen gegevens van geparkeerde auto’s.

2.2.

Op 21 december 2015, tijdstip 21:32 uur, heeft een scanauto geregistreerd dat de auto van belanghebbende, met kenteken [kentekennummer] (hierna: de auto), stil stond in een parkeervak op de locatie [A-straat] ter hoogte van huisnummer [...] (hierna: de locatie), zonder dat er parkeerbelasting was voldaan. Ingevolge de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II van de gemeente Amsterdam (Afd. 3A, 2015, nr. 85/293, Gemeenteblad nr. 44447, hierna: de Verordening) is in geval van parkeren op die locatie op dat tijdstip parkeerbelasting verschuldigd.

2.3.

Tot de gedingstukken behoort een afschrift uit de digitale systemen van Cition B.V. (hierna: Cition), waarop onder meer de volgende gegevens staan vermeld:

“(…)

Kenteken [kentekennummer]

[foto kentekenplaat met het leesbare kenteken [kentekennummer] ]

Gescand : maandag 21-12-2015 21:32:17

(…)

Geparkeerd : Ja

Processtatus : Gereed

(…)

Adres : [A-straat] (P)

Team : (CADDY05) Caddy 5

Scanapparaat : Caddy05 - cition-caddy05

(…)

Wachtrij status

Van Status Naar Status

21:32:17 Initieel 21:32:22 Gescand

21:32:22 Gescand 21:37:30 Verdacht

21:37:30 Verdacht 21:37:37 Wacht op handhaver

21:37:37 Wacht op handhaver 21:45:17 Controle door handhaver

21:45:17 Controle door handhaver 21:48:11 Gereed

2.4.

In het namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift van 11 januari 2016 heeft de gemachtigde verzocht te worden gehoord op de voet van artikel 7:4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Daarnaast heeft de gemachtigde in het bezwaarschrift het volgende verzoek opgenomen:

“Tot slot verzoek ik u mij namens cliënt om, mede in het licht van het beginsel van hoor en wederhoor, alle zaakstukken in dit dossier te doen toekomen zodat deze bestudeerd kunnen worden voordat de hoorzitting plaats heeft.”

2.5.

Bij brief van 14 januari 2016 heeft de heffingsambtenaar als volgt op dit verzoek gereageerd:

“Wij nodigen u (…) uit uw standpunt mondeling toe te lichten op een hoorzitting op 28 januari 2016. Wij vragen u om 12.00 uur aanwezig te zijn op het bezoekadres (…). (…) Tot drie dagen voor de hoorzitting kunt u de stukken komen inzien. U kunt hiervoor telefonisch een afspraak maken (…).”

2.6.

Nadat de gemachtigde had bericht op de voorgestelde datum verhinderd te zijn en had verzocht om telefonisch te worden gehoord, heeft de heffingsambtenaar de gemachtigde bij brief van 22 januari 2016 uitgenodigd voor een hoorzitting op 2 februari 2016. In deze brief is aangegeven dat de gemachtigde tot drie dagen vóór de hoorzitting de stukken kan inzien en dat hij hiervoor een telefonische afspraak kan maken. Vervolgens is de gemachtigde op 2 februari 2016 telefonisch gehoord.

2.7.

Tijdens de zitting in hoger beroep is door de gemachtigde onder meer het volgende verklaard:

“Ik kan mijn stelling dat door scanauto’s verzamelde gegevens op systematische wijze worden bewaard en raadpleegbaar gehouden desgewenst van nader bewijs voorzien; ik doe in dit verband een bewijsaanbod. Waar is mijn stelling concreet op gebaseerd? Ik baseer mijn stelling op de website naheffingsaanslag.amsterdam.nl. Ik heb geconstateerd dat invoering van een kenteken, bijvoorbeeld dat van belanghebbende, op genoemde website een overzicht oplevert van ten aanzien van dat kenteken opgelegde naheffingsaanslagen parkeerbelasting. Doorklikken op een naheffingsaanslag leidt tot een foto van het kenteken en overige detailgegevens die door de scanauto zijn verzameld. Wat verder nog relevant is: ook de naheffingsaanslagen waartegen geen bezwaar is gemaakt of waarbij het bezwaar ongegrond is verklaard, blijven op de website raadpleegbaar. Er worden dus geen gegevens verwijderd. Ook niet-houders van het desbetreffende kenteken kunnen de website blijven raadplegen. Wie beheert deze website? Ik neem aan de gemeente Amsterdam.”

2.8.

Tijdens de zitting in hoger beroep is door de heffingsambtenaar onder meer het volgende verklaard:

“Ik betwist de stelling van belanghebbende dat geen tweede controlemoment zou hebben plaatsgevonden. De tweede controle blijkt uit het scanoverzicht, dat als bijlage 7 bij het verweerschrift in eerste aanleg is overgelegd. Het scanoverzicht vermeldt de belangrijkste kenmerken van de naheffingsaanslag. ‘CADDY05’ is de aanduiding van de controleur. Rechts is een overzicht opgenomen van een aantal tijdstippen. Het eerste tijdstip betreft het scanmoment; het kenteken is gescand en dan komt er een signalering door het systeem, dat ter controle gegevens opvraagt in het Nationale Parkeerregister, dat niet is betaald. Dan wordt het voertuig aangemerkt als ‘verdacht’. Vervolgens blijkt uit de vermelding van het desbetreffende tijdstip in het scanoverzicht dat om 21:45:17 uur een handhaver ter plekke is geweest. Wat doet de handhaver? De handhaver controleert of betaald is voor het parkeren; dat gaat digitaal. Tussen het sein ‘verdacht’ en de aankomst van de handhaver bij de auto zit in dit geval een tijdsduur van 13 minuten. Er is daarom geen sprake van laden en lossen dan wel in- en uitstappen; als iets daarvan was waargenomen, dan was de naheffingsaanslag niet doorgezet. Het tijdstip ’21:48:11 Gereed’ is het moment dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting definitief door de handhaver is doorgezet (…).”

2.9.1.

Op de website van de gemeente Amsterdam (www.Amsterdam.nl/veelgevraagd) is onder het Onderwerp “Bon voor te weinig betaald parkeergeld” – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:

“Inzage of kopie parkeerbon

Met het kenteken van de auto en het bonnummer kunt u via naheffingsaanslag.amsterdam.nl uw bon(nen) inzien. Daar kunt u ook bezwaar maken. Via Mijn Belastingen kunt u met DigiD uw parkeerbonnen van de laatste zes maanden inzien.

Foto van de overtreding

Als u via naheffingsaanslag.amsterdam.nl bezwaar maakt, kunt u op verzoek de foto zien die de scanauto van uw voertuig heeft gemaakt. U krijgt de foto alleen op verzoek toegestuurd, met het besluit op het bezwaar.”

2.9.2.

Op de website www.naheffingsaanslag.amsterdam.nl is onder meer het volgende vermeld:

“Gemeente Amsterdam

(…)

Parkeerbon inzien

Met uw kenteken en het nummer van uw naheffingsaanslag kunt u uw parkeerbon inzien. U kunt hier ook meteen bezwaar maken en de status van uw bezwaarschift volgen.

Kenteken [in te vullen veld]

Aanslagnummer [in te vullen veld] Bekijk uw parkeerbon >

Parkeerdiensten B.V., Postbus 2727, 1000 CS Amsterdam”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd. Het geschil in hoger beroep is toegespitst op de vraag of de auto niet langer heeft stilgestaan dan nodig was voor het onmiddellijk in- of uitstappen van personen, in welk geval heffing van parkeerbelasting achterwege dient te blijven. Daarnaast is in geschil of de heffingsambtenaar heeft gehandeld in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), doordat de naheffingsaanslag (mede) is vastgesteld op basis van door een scanauto vergaarde gegevens.

3.2.

Voorts is in geschil of de heffingsambtenaar in strijd heeft gehandeld met het voorschrift van artikel 7:4, vierde lid, Awb doordat deze, ondanks een verzoek daartoe van de gemachtigde, voorafgaand aan de hoorzitting geen afschriften van de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de gemachtigde heeft toegezonden.

4 Oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing