Home

Gerechtshof Amsterdam, 12-12-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5342, 16/00129

Gerechtshof Amsterdam, 12-12-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5342, 16/00129

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
12 december 2017
Datum publicatie
27 december 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:5342
Formele relaties
Zaaknummer
16/00129
Relevante informatie
Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 01-07-2023 tot 01-01-2024] art. 6.17

Inhoudsindicatie

Hoogte (extra) vervoerskosten als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de inkomstenbelasting 2001.

Uitspraak

Kenmerk 16/00129

12 december 2017

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,

(E. Bloem en mr. J.H. van Wier)

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 14/5192 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2010 met dagtekening 19 april 2014 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.220.

1.2.

Na tegen de hiervoor vermelde aanslag gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 24 november 2014, die aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de hiervoor vermelde uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Bij uitspraak van 17 februari 2016 heeft de rechtbank daarop als volgt beslist (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de belastingaanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 34.852 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 21;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 45 aan eiseres te vergoeden.”

1.4.

Het door de inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 29 maart 2016, aangevuld bij brief van 21 april 2016. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Op 25 augustus 2016 zijn nadere stukken ontvangen van de inspecteur. Op 20 oktober 2016 en 31 oktober 2017 zijn nadere stukken ontvangen van belanghebbende. Voormelde stukken zijn over en weer aan partijen verstrekt.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 november 2017. Van de zijde van de inspecteur zijn verschenen Bloem en Van Wier voornoemd. Van de zijde van belanghebbende is – met kennisgeving aan het Hof – niemand verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden. De zaak is gelijktijdig behandeld met de zaak van [A]

(kenmerk 16/00130).

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft – voor zover in hoger beroep van belang – de volgende feiten vastgesteld:

Feiten

1. Eiseres is gehuwd met [B] (hierna: de echtgenoot). De echtgenoot lijdt aan congenitale familiaire granulocytopenie met optredende infecties in de darm, mond en peri-anale abcessen, stenose en ontstekingen. Verder lijdt de echtgenoot aan de ziekte van Crohn en daarmee samenhangende gewrichtsklachten (reuma), artrose en osteoporose en incontinentieproblemen.

2. Eiseres en haar echtgenoot hebben twee kinderen, waaronder dochter [C] (hierna: de dochter).

3. Op 10 maart 2011 heeft eiseres aangifte ib/pvv gedaan voor het jaar 2010. In de aangifte heeft zij onder meer de volgende specifieke zorgkosten in aftrek gebracht:

kosten medicijnen

450

uitgaven voor overige aanpassingen

399

uitgaven voor vervoer in verband met ziekte of invaliditeit

9.785

dieetkosten

5.395

extra uitgaven voor kleding en beddengoed

1.500

totaal uitgaven specifieke zorgkosten

17.529

af: drempel

1.545

totaal aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten

15.984

4. Eiseres en haar echtgenoot hebben in 2010 twee auto’s in hun bezit gehad:

- Toyota Prius met kenteken [1.-..-..] , aangekocht in 2009 (6,5 maanden in bezit, ingeruild op 19 juli 2010)

- Toyota Prius met kenteken [2.-...-.] , aangekocht op 19 juli 2010 (5,5 maanden in bezit).

5. Tot de dossierstukken behoort een verklaring van [D] , internist-hematoloog, met dagtekening 30 september 2014, waarin, voor zover hier van belang, het volgende staat vermeld:

“ [B] , patiëntnummer [...] komt i.v.m. reguliere bloedcontroles en X-thorax tussen zijn reguliere afspraken naar het AMC. De uitslag van deze onderzoeken wordt in een afspraak op een later tijdstip meegedeeld, niet op de dag zelf. (…)”

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan. Hieraan voegt het Hof nog het volgende toe.

2.2.

De echtgenoot van belanghebbende, [B] , is ten gevolge van ziekte of invaliditeit aangewezen op vervoer per auto.

2.3.

De rechtbank (rechtsoverweging 17 van de rechtbankuitspraak) en de inspecteur (pagina 1 van de motivering van het hoger beroep) gaan wat betreft de echtgenoot van belanghebbende uit van (in ieder geval) 17 vastgelegde afspraken in het AMC. De echtgenoot van belanghebbende is in 2010 ook onder behandeling van een fysiotherapeut. Volgens een overzichtsdocument met daarop de afspraken van de echtgenoot van belanghebbende bij de fysiotherapeut in 2010 betrof het 19 behandelingen.

2.4.

De dochter van belanghebbende is in 2010 in behandeling bij een orthopeed in het AMC.

2.5.

De afstand van de woning van belanghebbende naar het AMC en de fysiotherapeut betreft (zoals tussen partijen afgesproken op de zitting bij de rechtbank) respectievelijk 76 km (retour) en 50 km (retour).

2.6.

Uit een garagenota van 23 juni 2010 van de Toyota Prius met kenteken [1.-..-..] en uit gegevens van de Nationale Auto Pas (hierna: de NAP) volgt een kilometerstand van deze auto per 10 september 2009 van 50.540 km, per 23 juni 2010 van 65.230 km en per 19 juli 2010 van 66.430 km. Uit een garagenota van 14 juli 2011 van de Toyota Prius met kenteken [2.-...-.] volgt een kilometerstand van deze auto per 14 juli 2011 van 15.277 km.

2.7.

Tot de gedingstukken behoort een medische verklaring van [E] , internist-hematoloog in het AMC, van 17 januari 2014, waarin onder meer het volgende is opgenomen:

“ [B] , (…) ken ik al vele jaren met diverse aandoeningen die hij al van kinds af aan heeft (aangeboren) en invloed hebben op zijn kwaliteit van leven en conditie.

Hij heeft een congenitale familiaire granulocytopenie, waardoor hij zeer vatbaar is voor infectieziekten en waarvoor hij injecties nodig heeft met Neupogen (…). (…) Daarnaast heeft hij ook een chronische aandoening van de darm (ziekte van Crohn) met daarnaast abcessen rond de anus en met de ziekte van Crohn samenhangende gewrichtsklachten (reuma), arthrose en osteoporose. Hij moet geregeld voor medische interventies naar het ziekenhuis komen. (…)”

2.8.

Tot de gedingstukken behoort een e-mailbericht van [D] , internist-hematoloog in het AMC, aan de echtgenoot van belanghebbende van 28 april 2016, waarin onder meer het volgende is opgenomen:

“Beste [B] ,

Ik heb je dossier nagekeken. Je bent 10 x in 2010 geweest voor bloedonderzoek en rontgencontrole conform afspraak. (…)”

2.9.

Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV 2010 een aftrekbaar bedrag aan specifieke zorgkosten aangegeven van € 17.529. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

- kosten medicijnen € 450

- uitgaven voor overige aanpassingen € 399

- uitgaven voor vervoer i.v.m. ziekte of invaliditeit € 9.785

- dieetkosten € 5.395

- extra uitgaven kleding en beddengoed € 1.500

----------

Totaal € 17.529

Af: Drempel € 1.545

----------

Totaal aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten € 15.984

Belanghebbende heeft aan haarzelf toegerekend een bedrag van € 14.900 (93,2%).

Belanghebbende heeft aan haar echtgenoot toegerekend een bedrag van € 1.084 (6,8%). Belanghebbende heeft aangifte gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.918.

2.10.

De inspecteur is van de aangifte afgeweken en heeft het aftrekbaar bedrag aan specifieke zorgkosten vastgesteld op € 3.861. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

- uitgaven voor vervoer i.v.m. ziekte of invaliditeit € 656

- dieetkosten € 4.150

- extra uitgaven kleding en beddengoed € 600

----------

Totaal € 5.406

Af: Drempel € 1.545

----------

Totaal aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten € 3.861

Aan belanghebbende is toegerekend een bedrag van € 3.598 (93,2%). Aan de echtgenoot van belanghebbende is toegerekend een bedrag van € 263 (6,8%). De definitieve aanslag IB/PVV 2010 is opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.220.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is in geschil de hoogte van de (extra) vervoerskosten als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Meer in het bijzonder liggen de volgende vragen voor:

- wat is het aantal verreden kilometers in verband met behandelingen in het AMC in 2010?;

- wat is het totaal aantal verreden kilometers in 2010?;

- Zijn de vervoerskosten van belanghebbende hoger dan die van personen die niet ziek of invalide zijn, maar wat inkomen, vermogen en gezinsomstandigheden betreft in een vergelijkbare positie (hierna ook aangeduid als de maatman) verkeren als belanghebbende?

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen de inspecteur daaraan ter zitting heeft toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing