Home

Gerechtshof Amsterdam, 21-05-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1744, 18/00357 tot en met 18/00360

Gerechtshof Amsterdam, 21-05-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1744, 18/00357 tot en met 18/00360

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
21 mei 2019
Datum publicatie
10 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:1744
Formele relaties
Zaaknummer
18/00357 tot en met 18/00360

Inhoudsindicatie

Douanerechten; GN indeling bandages.

Het Hof oordeelt dat in het materiaal, de wijze van gebruik en (het ontbreken van) aanpasbaarheid aan specifieke handicaps van de producten geen aanwijzing wordt gevonden dat sprake is van orthopedische artikelen of toestellen in de zin van post 9021. De producten dienen ingedeeld te worden onder post 6212 90 00.

Uitspraak

kenmerken 18/00357 tot en met 18/00360

21 mei 2019

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X ] , gevestigd te [Z] (Duitsland), belanghebbende,

(gemachtigde: mr. C. van Oosten)

tegen de uitspraak van 9 mei 2018 in de zaak met kenmerken HAA 16/1667 tot en met HAA 16/1671, HAA 16/1673 en HAA 16/1674 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft bindende tariefinlichtingen (hierna: BTI’s) aangevraagd voor de

volgende producten, waarbij zij heeft verzocht om indeling onder onderverdeling 9021 10 10 van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN):

kenmerk kenmerk

rechtbank Hof

-

[B] - Kniegelenkbandage ( [type 1] ) 16/1667 18/00357

-

[B] - Fussgelenkbandage ( [type 1] ) 16/1668 18/00358

-

[B] - Rückenbandage ( [type 1] ) 16/1669 18/00359

-

[B] - [type 2] Kniebandage 16/1670 geen hoger beroep

-

[B] - [type 2] Handgelenkbandage 16/1671 geen hoger beroep

-

[B] - [type 2] Rückenbandage 16/1673 18/00360

-

[B] - [type 2] Fussgelenkbandage 16/1674 geen hoger beroep

1.2.

De inspecteur heeft op dit verzoek op 13 januari 2015 BTI’s afgegeven waarbij de producten zijn ingedeeld onder onderverdeling 6307 90 10 van de GN.

1.3.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de BTI’s. Bij uitspraak op bezwaar van 16 februari 2016 heeft de inspecteur het bezwaar afgewezen en de BTI’s gehandhaafd.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank. Bij uitspraak van 9 mei 2018 heeft de rechtbank de ingestelde beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank, voor zover het de kenmerken HAA 16/1667, HAA 16/1668, HAA 16/1669 en 16/1673 betreft, hoger beroep ingesteld bij het Hof. Het hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 22 juni 2018, aangevuld bij brief van 30 augustus 2018. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Bij brief van 8 februari 2019 heeft belanghebbende een nader stuk ingediend.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2019. Namens

belanghebbende zijn verschenen de gemachtigde voornoemd, bijgestaan door L. Harings (advocaat), [directeur] (directeur belanghebbende) en [tolk] . Namens de inspecteur zijn verschenen mr. E.H. Mennes, dr. K.G. de Bruin en N. van Stokkem. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak, voor zover in hoger beroep van belang, de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.

Zaak HAA 16/1667

1. Op 13 januari 2015 is aan eiseres een bti verstrekt met bti referentie NL RTD-2014-2064, waarbij een product met de handelsbenaming ‘ [B] -Kniegelenkbandage ( [type 1] )’ is ingedeeld onder GN-code 6307 90 10. Het product is in de bti als volgt omschreven:

“Een kniebandage met onder meer de volgende kenmerken:

- geconfectioneerd;

- hoofdzakelijk vervaardigd van elastisch textiel van synthetisch brei- of haakwerk (neopreen);

- ter hoogte van de knieschijf een ronde uitsparing;

- voorzien van 2 klittenbanden;

- aan beide zijkanten een ingenaaide voorgevormde kunststof steun.

Het artikel is bedoeld om ondersteuning te geven aan het kniegewricht.

Het beoogde effect op het te ondersteunen of op zijn plaats te houden gewricht wordt enkel verkregen door de elasticiteit van de kniebandage.

Het artikel is niet individueel aanpasbaar aan een bepaalde handicap van de patiënt.”

Op grond van de stukken die tussen partijen zijn gewisseld, hetgeen zij ter zitting hebben toegelicht en hetgeen de rechtbank tijdens de zitting heeft waargenomen voegt de rechtbank hier nog aan toe, dat het textiel is voorzien van een rekbare schuimlaag met celstructuur. De bandage is voorzien van drie klittenbanden waarmee de bandage om de knie wordt vastgemaakt. Twee van deze klittenbandsluitingen worden met een band om het boven- en onderbeen gewikkeld. Deze niet-rekbare banden zijn met elastische stof aan de bandage bevestigd. Het textiel van de binnenkant van de bandage is sneldrogend. De kunststof strip beweegt met behulp van een soepel bewegende scharnier mee met de buiging van de knie. De bandage is verkrijgbaar in verschillende maten, variërend van XXS tot XXL.

Zaak HAA 16/1668

2. Op 13 januari 2015 is aan eiseres een bti verstrekt met bti referentie NL RTD-2014-2065 waarbij een product met de handelsbenaming ‘ [B] -Fussgelenkbandage ( [type 1] ) is ingedeeld onder GN-code 6307 90 10. Het product is in de bti als volgt omschreven:

“Een enkelbandage met onder meer de volgende kenmerken:

- geconfectioneerd;

- vervaardigd van elastisch textiel van hoofdzakelijk synthetisch brei- of haakwerk (neopreen);

- een speciale uitsparing voor de hiel;

- voorzien van 4 klittenbanden;

Het artikel is bedoeld om ondersteuning te geven aan het enkelgewricht.

Het beoogde effect op het te ondersteunen of op zijn plaats te houden gewricht wordt enkel verkregen door de elasticiteit van de enkelbandage.

Het artikel is niet individueel aanpasbaar aan een bepaalde handicap van de patiënt.

De enkelbandage wordt als set (2 stuks) aangeboden.”

Op grond van de stukken die tussen partijen zijn gewisseld, hetgeen zij ter zitting hebben toegelicht en hetgeen de rechtbank tijdens de zitting heeft waargenomen voegt de rechtbank hier nog aan toe, dat het textiel is voorzien van een rekbare schuimlaag met celstructuur. Anders dan in de bti vermeld, zijn aan de bandage twee elastische banden genaaid, die om de enkel worden gewikkeld en vastgemaakt met klittenband. Het textiel van de binnenkant van de bandage is sneldrogend. De bandage is verkrijgbaar in drie maten.

Zaak HAA 16/1669

3. Op 13 januari 2015 is aan eiseres een bti verstrekt met bti referentie NL RTD-2014-2066 waarbij een product met de handelsbenaming ‘ [B] -Rückenbandage ( [type 1] ) is ingedeeld onder GN-code 6307 90 10. Het product is in de bti als volgt omschreven:

“Een rugbandage met onder meer de volgende kenmerken:

- geconfectioneerd;

- vervaardigd van elastisch textiel van hoofdzakelijk synthetisch brei- of haakwerk (neopreen);

- aan beide uiteinden voorzien van een klittenbandsluiting;

- aan de achterzijde voorzien van 2 verwijderbare voorgevormde kunststof steunen.

De rugbandage is tezamen verpakt met een elastische bandage vervaardigd van 14 strengen elastiek met een klittenbandsluiting.

Het artikel is bedoeld om ondersteuning te geven aan de rug.

Het beoogde effect op het ondersteunen van de rug wordt enkel verkregen door de elasticiteit van de rugbandage.

Het artikel is niet individueel aanpasbaar aan een bepaalde handicap van de patiënt.”

Op grond van de stukken die tussen partijen zijn gewisseld, hetgeen zij ter zitting hebben toegelicht en hetgeen de rechtbank tijdens de zitting heeft waargenomen voegt de rechtbank hier nog aan toe, dat het textiel is voorzien van een rekbare schuimlaag met celstructuur. Het textiel van de binnenkant is sneldrogend. De rugbandage wordt om de torso heen gevouwen en op de buik gesloten en is verkrijgbaar in verschillende maten. De lengte van de bandage verschilt per maat, de hoogte is 20 cm. De bijgevoegde elastische bandage van 14 strengen elastiek kan over de rugbandage worden aangebracht.

[…]

Zaak HAA 16/1673

6. Op 13 januari 2015 is aan eiseres een bti verstrekt met bti referentie NL RTD-2014-2069, waarbij een product met de handelsbenaming ‘ [B] - [type 2] Rückenbandage’ is ingedeeld onder GN-code 6307 90 10. Het product is in de bti als volgt omschreven:

“Een rugbandage met onder meer de volgende kenmerken:

- geconfectioneerd;

- vervaardigd van elastisch textiel van hoofdzakelijk synthetisch brei- of haakwerk (neopreen);

- aan beide uiteinden voorzien van een klittenbandsluiting;

Het artikel is bedoeld om ondersteuning te geven aan de rug.

Het beoogde effect op het ondersteunen van de rug wordt enkel verkregen door de elasticiteit van de rugbandage.

Het artikel is niet individueel aanpasbaar aan een bepaalde handicap van de patiënt.”

Op grond van de stukken die tussen partijen zijn gewisseld, hetgeen zij ter zitting hebben toegelicht en hetgeen de rechtbank tijdens de zitting heeft waargenomen voegt de rechtbank hier nog aan toe, dat het textiel is voorzien van een rekbare schuimlaag met celstructuur. De bandage wordt om de torso heen gevouwen en met de klittenbandsluiting op de buik gesloten. Het textiel aan de binnenkant van de bandage is sneldrogend. De lengte van de bandage verschilt per maat (S, M, L), de hoogte is telkens 18 cm.

Alle zaken

8. In de bti’s is in vak 9 ‘Motivering voor de indeling van het goed’ het volgende vermeld:

“De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 1, letter b, op hoofdstuk 90, aantekening 7, letter e, op afdeling XI, aantekening 1 op hoofdstuk 63 en de tekst van GN-codes 6307, 6307 90 en 6307 90 10.

Verordening (EG) nr. 834/95, gewijzigd door Verordening (EG) nr. 1966/2003.

Arrest van het Hof van Justitie, zaken C-260/00 tot en met C-263/00.”

9. De bandages voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld voor “medische hulpmiddelen” in Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffen de medische hulpmiddelen.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Bij het Hof is de indeling in de GN van de volgende producten in geschil:

  1. [B] - Kniegelenkbandage ( [type 1] ) (18/00357)

  2. [B] - Fussgelenkbandage ( [type 1] ) (18/00358)

  3. [B] - Rückenbandage ( [type 1] ) (18/00359)

  4. [B] - [type 2] Rückenbandage (18/00360)

3.2.

Voor een toelichting op de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken. Voor het verhandelde ter zitting wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Relevante tariefposten en toelichtingen

6 Beoordeling van het geschil

7 Kosten

8 Beslissing