Home

Gerechtshof Amsterdam, 11-07-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2442, 18/00698, 18/00699, 18/00700

Gerechtshof Amsterdam, 11-07-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2442, 18/00698, 18/00699, 18/00700

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
11 juli 2019
Datum publicatie
17 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:2442
Formele relaties
Zaaknummer
18/00698, 18/00699, 18/00700

Inhoudsindicatie

Belanghebbenden hebben een woning op erfpacht en verzoeken in 2017 (in verband met de zgn. erfpacht-overstapregeling) om een ‘tweede’ WOZ-beschikking voor het jaar 2015/2016. De Wet WOZ biedt hiervoor evenwel geen mogelijkheid. Omdat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen (art. 26 Awr) van toepassing is en de afwijzing op het verzoek niet is aangewezen als voor bezwaar vatbaar, heeft de heffingsambtenaar het bezwaar tegen de afwijzing terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep van belanghebbenden op schending van het vertrouwens- dan wel het gelijkheidsbeginsel alsook op schending van artikel 1 Eerste Protocol EVRM, slaagt niet

Uitspraak

kenmerken 18/00698, 18/00699 en 18/00700

11 juli 2019

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op de hoger beroepen van

[belanghebbenden]

, allen te Amsterdam, belanghebbenden,

gemachtigde: mr. A. Bakker,

tegen de uitspraak van 6 november 2018 in de zaken met kenmerken AMS 18/453, AMS 18/467 en AMS 18/695 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbenden

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft verzoeken van belanghebbenden om voor de kalenderjaren 2015 of 2016 voor bezwaar vatbare waardebeschikkingen als bedoeld in de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) te nemen afgewezen. Tegen deze afwijzingen hebben belanghebbenden bezwaar gemaakt.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft vorenbedoelde bezwaren (kennelijk) niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbenden hebben daartegen beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft bij de uitspraak van 6 november 2018 de beroepen van belanghebbenden ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep bij het Hof ingesteld. De heffingsambtenaar heeft verweerschriften ingediend.

1.5.

Belanghebbenden hebben bij brief van 24 mei 2019 een nader stuk ingediend. Een kopie daarvan is aan de heffingsambtenaar toegezonden.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juni 2019. Namens belanghebbenden is verschenen de gemachtigde voornoemd, bijgestaan door K.M. de Lange en mr. J. Bax. Namens de heffingsambtenaar is verschenen mr. H. Oderkerk, bijgestaan door mr. P.E.H.A Ingenhou, C. Sint, mr. B. Reiptert, mr. K. Goosens, mr. N.M Kell, J.L. van Ee, mr. Weisman en A. Pelser. Gelijktijdig en met instemming van partijen zijn naast de hierboven genoemde hoger beroepen ter zitting ook behandeld de hoger beroepen met kenmerken 18/00696, 18/00697, 19/00034, 19/00075, 19/00082, 19/00085, 19/00086, 19/00157 tot en met 19/00188, 19/00190 tot en met 19/00201 en 19/00209 tot en met 19/00216. Al hetgeen in één van deze zaken is overgelegd of verklaard, wordt eveneens geacht te zijn overgelegd of verklaard in de andere, gelijktijdig behandelde zaken. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld (belanghebbenden en de heffingsambtenaar zijn in deze uitspraak aangeduid als ‘eisers’ respectievelijk ‘verweerder’).

“1.1. Eisers hebben woningen in Amsterdam in erfpacht. Het eigendomsrecht berust bij de gemeente Amsterdam. Op 9 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders een Overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht voor woonbestemmingen 2017 vastgesteld (de overstapregeling). Het college heeft de overstapregeling vervolgens vanwege het grote maatschappelijke en financiële belang van het erfpachtstelsel voorgelegd aan de gemeenteraad voor instemming. In zijn vergadering van 31 mei 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de overstapregeling. Erfpachters kunnen bij de overstapregeling kiezen voor verschillende opties. Kern van de overstapregeling is dat de canon eeuwigdurend wordt vastgesteld en dat deze eeuwigdurende canon ook kan worden afgekocht. Erfpachters kunnen er ook voor kiezen om niet over te stappen en te blijven bij het voorheen geldende systeem. Bij de berekening van de eeuwigdurende canon en de afkoop daarvan vormt de WOZ‑waarde op de peildatum 1 januari 2014 dan wel 1 januari 2015 de basis. Het betreft dus de WOZ-waarde die is vastgesteld voor de kalenderjaren 2015 dan wel 2016.1[ noot 1 rechtbank: Zie artikel 18, tweede lid, van de Wet WOZ.]

1.2.

Niet in geschil is dat aan eisers al een WOZ-beschikking over 2015 (zaken AMS 18/453 en AMS 18/467) en 2016 (zaak AMS 18/695) is verstrekt. Eisers hebben een nieuwe WOZ-beschikking gevraagd en daarbij aangevoerd dat zij destijds niet wisten dat de WOZ-waarde van belang zou zijn bij de overstap naar eeuwigdurende erfpacht. Zij vinden dat de WOZ-waarde voor hun woning te hoog is vastgesteld en dat zij alsnog in de gelegenheid moeten worden gesteld om die waarde aan te vechten.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft de verzoeken afgewezen omdat de Wet WOZ het verstrekken van een nieuwe (voor bezwaar vatbare) WOZ-beschikking aan de eigenaar in de onderhavige gevallen niet toelaat. Eisers hebben daartegen bezwaar gemaakt. In de uitspraken op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3 Geschil in hoger beroep

In hoger beroep is nog in geschil of het Hof bevoegd is de onderhavige zaken te behandelen. Bij bevestigende beantwoording van die vraag is nog in geschil of de heffingsambtenaar belanghebbenden terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in hun bezwaar tegen de afwijzing van hun verzoek om afgifte van een waardebeschikking, met als reden dat een rechtsingang ontbreekt. Tevens is in geschil of de heffingsambtenaar alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd en of hij de hoorplicht heeft geschonden.

4 Relevante wettelijke bepalingen en wetsgeschiedenis

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing