Home

Gerechtshof Amsterdam, 28-01-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:124, 18/00435

Gerechtshof Amsterdam, 28-01-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:124, 18/00435

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
28 januari 2020
Datum publicatie
12 februari 2020
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:124
Zaaknummer
18/00435

Inhoudsindicatie

WOZ. Aankoopprijs van het object dient te worden gecorrigeerd in verband met de prijsontwikkeling tussen de datum van aankoop en de waardepeildatum. Schending hoorplicht, maar op grond van 6:22 Awb kan aan dit vormverzuim voorbij worden gegaan. Geen recht op proceskostenvergoeding.

Uitspraak

kenmerk 18/00435

28 januari 2020

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: I.L. Brandsma)

tegen de uitspraak van 14 juni 2018 in de zaak met kenmerk HAA 17/5600 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hoorn, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) met dagtekening 28 februari 2017 de waarde van de onroerende zaak [adres 1] te [plaats] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2017 vastgesteld op € 178.000. In hetzelfde geschrift is de aanslag onroerendezaakbelasting 2017 (hierna: OZB) bekendgemaakt.

1.2.

Na daartegen gemaakte bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 13 december 2017, de hiervoor genoemde WOZ-beschikking (en aanslag OZB) gehandhaafd.

1.3.

In haar uitspraak van 14 juni 2018 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak van de rechtbank ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 26 juli 2018. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 november 2019. Aldaar is verschenen de gemachtigde voornoemd. Van de zijde van de heffingsambtenaar is verschenen mr. S.E.J.M. Bogaarts. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in deze uitspraak is belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’):

“1. Eiseres is eigenaar van de woning. De woning is een tussenwoning met een aanbouw, een aangebouwde- en een vrijstaande berging/schuur en een dakterras. De inhoud van de woning is 359 m³ en het oppervlak van het perceel is 155 m².

Eiseres heeft de woning in maart 2015 gekocht voor € 175.500.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling hierop voegt het Hof nog de volgende feiten toe.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft tijdens de procedure in eerste aanleg een taxatierapport overgelegd van 26 januari 2018, opgesteld door de WOZ-taxateur [naam] . In dit taxatierapport is de WOZ-waarde op 1 januari 2016 bepaald op € 178.000. Deze WOZ-waarde is tot stand gekomen door op basis van de eigen aankoopprijs van de woning en tevens door vergelijking met de woningen [object 1] , [object 2] en [object 3] , alle gelegen te Hoorn, welke objecten (hierna: de vergelijkingsobjecten) enige tijd na de waardepeildatum zijn verkocht. In het taxatierapport zijn foto’s opgenomen van de woning en de vergelijkingsobjecten, alsmede de volgende gegevens:

Adres

Bouwjaar/

soort

Opper-vlakte m²

Inhoud m³

Verkoopdatum

Verkoop-prijs

Waardering

Het Kruiwerk 18 (object)

Rijwoning

155

359

2 april 2015

€ 175.500

€ 178.000

[object 1]

Rijwoning

121

359

24 augustus 2016

€ 180.000

€ 172.000

[object 2]

Rijwoning

144

359

24 juni 2016

€ 172.250

€ 169.000

[object 3]

Rijwoning

147

359

8 november 2016

€ 192.000

€ 176.000

2.4.

Tot de gedingstukken behoort een brief van de heffingsambtenaar d.d. 28 november 2017 waarin onder andere het volgende staat vermeld:

“Ik nodig u daarom uit voor een hoorzitting op woensdag 13 december 2017 om 9:30 uur op het gemeentehuis van [plaats] , [straat] . (…) Ik verneem graag zo spoedig mogelijk of u gebruik maakt van de uitnodiging.”

2.5.

Aan de onder 2.4 vermelde brief is als bijlage een matrix gehecht waarin de vergelijkingsobjecten zijn opgenomen.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. Belanghebbende staat in hoger beroep een waarde voor van

€ 175.500, de heffingsambtenaar bepleit in hoger beroep een waarde van € 178.000. Voorts is in geschil of de heffingsambtenaar de hoorplicht en het motiveringsbeginsel heeft geschonden.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd verwijst het Hof naar het van de zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing