Home

Gerechtshof Amsterdam, 22-09-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2602, 19/00624

Gerechtshof Amsterdam, 22-09-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2602, 19/00624

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
22 september 2020
Datum publicatie
7 oktober 2020
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:2602
Zaaknummer
19/00624

Inhoudsindicatie

Compromis WOZ-waarde

Uitspraak

kenmerk 19/00624

22 september 2020

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: A. van den Dool (Previcus Vastgoed),

tegen de uitspraak van 21 maart 2019 in de zaak met kenmerk AMS 18/7421 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) met dagtekening 28 februari 2018 (hierna: de beschikking) heeft de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak [woning] te Amsterdam voor het belastingjaar 2018 vastgesteld op € 252.000. Bij dezelfde beschikking is ook de aanslag onroerende zaakbelasting 2018 bekend gemaakt.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 5 november 2018, het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Het tegen die uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 15 april 2019. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend, aangevuld bij brief van 3 april 2020.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 september 2020.

2 Overwegingen

2.1.

Partijen hebben ter zitting ter beëindiging van het geschil bij wijze van compromis overeenstemming bereikt, en wel in die zin dat:

- de waarde van de onroerende zaak [woning] te Amsterdam voor het belastingjaar 2018 wordt vastgesteld op € 240.000;

- de heffingsambtenaar de kosten vergoedt van belanghebbende tot een bedrag van € 2.878,52, bestaande uit 2 x € 261 voor bezwaar, 4 x € 525 voor beroep en hoger beroep en € 256,52 voor inpandige taxatie;

- de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht voor beroep (€ 47) en hoger beroep (€ 128), in totaal derhalve € 175 vergoedt.

2.2.

Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen. Het hoger beroep van belanghebbende is gegrond.

3 Beslissing

Het Hof:

- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de waarde van de onroerende zaak Lucellestraat 43-1 tot € 240.000;

- vermindert de aanslag onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig;

- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van in totaal € 2.878,52; en

- draagt de heffingsambtenaar op het door belanghebbende betaalde griffierecht van in totaal € 175 te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mrs. R.C.H.M. Lips, voorzitter van de belastingkamer, N. Djebali en J-P.R. van den Berg, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van

mr. V. Sathananthan als griffier. De beslissing is op 22 september 2020 uitgesproken en wordt openbaar gemaakt door publicatie op www.rechtspraak.nl.

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.

Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie stellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).

Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;

2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;

3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.

Toelichting rechtsmiddelverwijzing

Per 15 april 2020 is digitaal procederen bij de Hoge Raad opengesteld. Niet-natuurlijke personen (daaronder begrepen publiekrechtelijke lichamen) en professionele gemachtigden zijn verplicht digitaal te procederen. Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.

Digitaal procederen

Het webportaal van de Hoge Raad is toegankelijk via “Login Mijn Zaak Hoge Raad” op www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op www.hogeraad.nl.

Niet in Nederland wonende of gevestigde partijen of professionele gemachtigden hebben in beginsel geen geschikt inlogmiddel en kunnen daarom niet inloggen in het webportaal. Zij kunnen zo lang zij niet over een geschikt inlogmiddel kunnen beschikken, per post procederen.

Per post procederen

Alleen bepaalde personen mogen beroep in cassatie instellen per post in plaats van via het webportaal. Zij mogen dit bovendien alleen als zij zonder een professionele gemachtigde procederen. Het gaat om natuurlijke personen die geen ondernemer zijn en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.