Home

Gerechtshof Amsterdam, 25-08-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3851, 19/00299

Gerechtshof Amsterdam, 25-08-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3851, 19/00299

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
25 augustus 2020
Datum publicatie
24 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:3851
Zaaknummer
19/00299

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslag mrb; handelaarskenteken; belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat gebruik werd gemaakt van de weg in het kader van zijn bedrijfsactiviteiten.

Uitspraak

kenmerk 19/00299

25 augustus 2020

uitspraak van de veertiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z], belanghebbende,

tegen de uitspraak van 1 maart 2019 in de zaak met kenmerk HAA 18/3101 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 19 februari 2018 aan belanghebbende voor het

tijdvak 4 december 2015 tot en met 3 december 2016 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (hierna: mrb) opgelegd van € 425, alsmede een verzuimboete van € 425.

1.2.

De inspecteur heeft het daartegen gemaakte bezwaar bij uitspraak op bezwaar van 8 juni

2018 ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag en de boete gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep in haar uitspraak

van 1 maart 2019 ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank door belanghebbende ingestelde hoger beroep is

bij het Hof ingekomen op 28 maart 2019. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 augustus 2020. Belanghebbende is niet ter zitting verschenen. Blijkens gegevens van PostNL is de aan belanghebbende op 7 juli 2020 per aangetekende post verzonden uitnodiging om op de zitting te verschijnen op 8 juli 2020 bezorgd op het door hem aangegeven adres ([adres], [Z]). Belanghebbende is aldus tijdig en op de juiste wijze uitgenodigd, zodat de zitting doorgang heeft kunnen vinden. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

1.6.

Na het sluiten van het onderzoek ter zitting en het vertrek van de inspecteur heeft belanghebbende zich alsnog bij de bode gemeld, met de mededeling dat hij vast had gezeten in het verkeer en dat hij geen telefoon bij zich had, zodat hij het Hof niet heeft kunnen informeren over de opgelopen vertraging. Het Hof heeft hierin geen aanleiding gevonden om het onderzoek te heropenen en een datum voor een nadere zitting vast te stellen.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende exploiteert een garagebedrijf onder de naam [garagebedrijf].

2.2.

Blijkens de kentekenregistratie beschikt belanghebbende sinds 5 augustus 2011 over het handelaarskenteken [**-11-**].

2.3.

Op zaterdag 3 december 2016 om 08:12 uur is door de politie geconstateerd dat met een personenauto van het merk Chevrolet, type Astro, met voormeld handelaarskenteken

[**-11-**] (hierna: de auto) gebruik van de weg werd gemaakt. De auto stond op genoemd tijdstip geparkeerd in [A-straat] te [ZZ].

2.4.

Het originele kenteken van de auto is [**-**-11]. Dit kenteken was ten tijde van de controle geschorst. De auto maakte geen deel uit van de bedrijfsvoorraad van belanghebbende, maar was bij belanghebbende in reparatie.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is in geschil of de naheffingsaanslag en de boete terecht en tot het juiste bedrag zijn opgelegd.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen de inspecteur daaraan ter zitting heeft toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing