Home

Gerechtshof Amsterdam, 17-11-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3945, 19/01664

Gerechtshof Amsterdam, 17-11-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3945, 19/01664

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
17 november 2020
Datum publicatie
28 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:3945
Zaaknummer
19/01664
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 17

Inhoudsindicatie

De waarde van de woning is niet te hoog vastgesteld.

Uitspraak

Kenmerk 19/01664

17 november 2020

uitspraak van de vijftiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te Heemskerk, belanghebbende,

(gemachtigde: G. Gieben)

tegen de uitspraak van 11 oktober 2019 in de zaak met kenmerk HAA 19/617 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Heemskerk, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking met dagtekening 28 februari 2018 op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde (hierna: WOZ-waarde) van de onroerende zaak bekend als [A-straat 1] te Heemskerk (hierna: de Woning) op de waardepeildatum 1 januari 2017 voor het kalenderjaar 2018 vastgesteld op € 248.000 (hierna: de WOZ-beschikking). In hetzelfde geschrift is ook de aanslag onroerende-zaakbelastingen voor het kalenderjaar 2018 bekend gemaakt.

1.2.

Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 24 december 2018, de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 11 oktober 2019 heeft de rechtbank het tegen de uitspraak op bezwaar door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 25 november 2019. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2020. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden. Van de zijde van belanghebbende, die voor de zitting is uitgenodigd bij aangetekende brief met dagtekening 31 augustus 2020 verzonden naar het postadres van zijn gemachtigde ( [...] ), is niemand verschenen. Blijkens gegevens van PostNL (‘Track & Trace’) is de brief op 1 september 2020 bezorgd op voormeld adres en is voor de ontvangst getekend.

2 Feiten

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’):

Feiten

1. Eiser is genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woning.

De woning is een hoekwoning met twee bergingen. De inhoud van de woning - inclusief een aanbouw - is ongeveer 312 m³ en de oppervlakte van het perceel is 189 m².”

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de WOZ-waarde van de Woning niet te hoog is vastgesteld.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil in hoger beroep

5 Kosten

6 Beslissing