Home

Gerechtshof Amsterdam, 04-05-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2253, 19/00705, 19/00706, 19/00707

Gerechtshof Amsterdam, 04-05-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2253, 19/00705, 19/00706, 19/00707

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
4 mei 2021
Datum publicatie
12 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:2253
Formele relaties
Zaaknummer
19/00705, 19/00706, 19/00707

Inhoudsindicatie

Douane; indeling producten voor tandheelkundig gebruik.

Uitspraak

kenmerken 19/00705 tot en met 19/00707

4 mei 2021

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] ., gevestigd te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: T.H. Scheer (Baker & McKenzie)

tegen de uitspraak van 26 maart 2019 in de zaak met de kenmerken HAA 16/3769, HAA 16/3770 en HAA 16/3771 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 29 oktober 2014 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) van douanerechten uitgereikt voor een bedrag van € 12.950,73 (utb 1 - rechtbankkenmerk: HAA 16/3769 / Hofkenmerk: 19/00705).

1.1.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 14 januari 2015 aan belanghebbende een utb uitgereikt voor een bedrag van € 20.149,68 aan douanerechten (utb 2 - rechtbankkenmerk: HAA 16/3770 / Hofkenmerk: 19/00706).

1.1.3.

De inspecteur heeft met dagtekening 24 juni 2015 aan belanghebbende een utb uitgereikt voor een bedrag van € 29.365,40 aan douanerechten (utb 3 - rechtbankkenmerk: HAA 16/3771 / Hofkenmerk: 19/00707).

1.2.

Na daartegen gemaakte bezwaren heeft de inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 30 juni 2016 utb 1 verminderd tot € 1.862,51, utb 2 verminderd tot € 4.402,33 en utb 3 gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep in haar

uitspraak van 26 maart 2019 ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof

ingekomen op 9 mei 2019. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft op 9 april 2021 een nader stuk ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 april 2021. Het onderzoek in deze

zaak heeft gelijktijdig plaatsgevonden met het onderzoek in de zaken met kenmerken 19/00709, 19/00710 en 19/00711. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

De rechtbank heeft de feiten als volgt vastgesteld (belanghebbende en de inspecteur worden in de uitspraak van de rechtbank aangeduid als ‘eiseres’ en ‘verweerder’).

“1. In de periode 14 november 2011 tot en met 2 juni 2014 heeft eiseres in opdracht van [A B.V.] (hierna: [A] ) in eigen naam en voor eigen rekening aangiften voor het brengen in het vrije verkeer gedaan van producten voor tandheelkundig gebruik onder GN-code 3006 40 00.

2. Verweerder heeft bij [A] een controle na de invoer (hierna: cni) ingesteld naar de juistheid en de volledigheid van de hiervoor bedoelde aangiften.

3. Verweerder heeft naar aanleiding van de cni voor een aantal producten de aangegeven GN-code gecorrigeerd in 3506 10 00 en de onderhavige utb’s uitgereikt.

4. In zaak HAA 16/3771 heeft verweerder in de uitspraak op bezwaar overwogen dat de utb naar een te laag bedrag is opgelegd. De utb is opgelegd naar een bedrag van € 29.365,40, terwijl dit een bedrag van € 35.356,89 had moeten zijn. Het bezwaar is ongegrond verklaard. Verweerder heeft als bijlage 2 C bij het verweerschrift een overzicht gevoegd waarin is opgenomen voor welke producten er in zaak HAA 16/3771 is nagevorderd. Dat betreft echter de opbouw van het bedrag van € 35.356,89. Verweerder heeft ter zitting desgevraagd verklaard dat niet meer te achterhalen is of dat dezelfde producten zijn die in de utb van € 29.365,40 zijn begrepen. De rechtbank gaat er gelet op de ter zitting tussen partijen gemaakte afspraak vanuit dat de navordering ziet op de producten genoemd in voornoemde bijlage 2 C.

5. De utb’s zien – na de vermindering in bezwaar in de zaken HAA 16/3769 en HAA 16/3770 en met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen over zaak HAA 16/3771 – op de volgende producten, waarbij de rechtbank zich voor de omschrijving van de producten heeft gebaseerd op de door partijen overgelegde productinformatie, de daarop ter zitting gegeven toelichting en de ter zitting overgelegde monsters van een aantal van de producten:

I) [product 1] (alle zaken)

a. a) 740-0320 syringe kit

Dit betreft een verpakking met daarin twee spuiten met ‘adhesive’, een flesje ‘ortho solo’ een flesje ‘etching solution’, ‘applicator brushes’, ‘spatulas’ en een gebruiksaanwijzing.

b) 740-0321 refill syringe

Dit betreft een verpakking met daarin een spuit met ‘adhesive’ en een gebruiksaanwijzing.

c) 740-0322 unidose kit

Dit betreft een verpakking met daarin 4 doosjes met elk 10 ampullen met ‘adhesive’, een flesje ‘ortho solo’ een flesje ‘etching solution’, een ‘pistool’ om de ‘adhesive’ aan te brengen, ‘applicator brushes’, ‘spatulas’ en een gebruiksaanwijzing.

d) 740-0323 refill unidose

Dit betreft twee plastic doosje met daarin telkens 10 ampullen met ‘adhesive’.

II) [product 2]

a. a) [code] refill syringe (alle zaken)

Dit betreft een verpakking met daarin een spuit met ‘adhesive’ en een gebruiksaanwijzing.

b) [code] refill unidose (zaken HAA 16/3770 en HAA 16/3771)

Dit betreft twee plastic doosje met daarin telkens 10 ampullen met ‘adhesive’.

c) [code] syringe kit (alle zaken)

Dit betreft een verpakking met daarin twee spuiten met ‘adhesive’, een flesje ‘ortho solo’ een flesje ‘etching solution’, ‘applicator brushes’, ‘spatulas’ en een gebruiksaanwijzing.

d) [code] unidose kit (alle zaken)

Dit betreft een verpakking met daarin 4 doosjes met elk 10 ampullen met ‘adhesive’, een flesje ‘ortho solo’ een flesje ‘etching solution’, een ‘pistool’ om de ‘adhesive’ aan te brengen, ‘applicator brushes’, ‘spatulas’ en een gebruiksaanwijzing.

III) [product 3]

a. a) [code] adhesive (zaken HAA 16/3770 en HAA 16/3771)

Dit betreft een flesje ‘adhesive’.

b) [code] syringe kit (alle zaken)

Dit betreft een verpakking met daarin vier spuiten met ‘adhesive’, een flesje ‘activator’ een flesje ‘etching solution’, ‘mixing trays’, ‘activator brushes’, ‘spatulas’ en een gebruiksaanwijzing.

c) [code] jar kit (alle zaken)

Dit betreft een verpakking met daarin een potje met ‘adhesive’, een flesje ‘activator’ een flesje ‘etching solution’, ‘mixing trays’, ‘activator brushes’, ‘spatulas’ en een gebruiksaanwijzing.

d) [code] introductory kit (alle zaken)

Dit betreft een verpakking met daarin twee spuiten met ‘adhesive’, een flesje ‘activator’ een flesje ‘etching solution’, een ‘mixing pad’, ‘activator brushes’, ‘spatulas’ en een gebruiksaanwijzing.

e) [code] adhesive syringe (zaken HAA 16/3769 en HAA 3771)

Dit betreft een verpakking met daarin een spuit met ‘adhesive’ en een gebruiksaanwijzing.

f) [code] adhesive bulk (zaak HAA 16/3770)

Dit betreft product [code] in een bulkverpakking van 5.000 stuks.

IV) [product 4] (zaak HAA 16/3771)

a. a) [code] unidose refill

Dit betreft 20 ampullen met ‘adhesive’.

b) [code] sample kit

Dit betreft een verpakking met daarin een spuit met ‘adhesive’, een flesje ‘ortho solo’ en een gebruiksaanwijzing.

c) [code] syringe refill

Dit betreft een spuit met ‘adhesive’ .

d) [code] syringe kit

Dit betreft een verpakking met daarin vier spuiten met ‘adhesive’, een flesje ‘ortho solo’ een flesje ‘etching solution’, een ‘mixing pad’, ‘applicator brushes’, ‘spatulas’ en een gebruiksaanwijzing.

e) [code] unidose refill LV

Dit betreft 20 ampullen met ‘adhesive.’

6. De producten worden gebruikt voor het bevestigen van ‘brackets’ voor beugels op tanden. Als eerste wordt de ‘etching solution’ aangebracht op de tand om het glazuur te prepareren. Daarna wordt de ‘ortho solo’ dan wel de ‘activator’ op het geprepareerde tandoppervlak aangebracht. Beide hebben dezelfde functie, namelijk het afdichten van het tandoppervlak ter voorkoming van het ontstaan van gaatjes onder de ‘brackets’ en ter voorbereiding op het aanbrengen van de ‘adhesive’. Vervolgens wordt de ‘adhesive’ op de ‘bracket’ aangebracht en meteen daarna wordt de ‘bracket’ op de tand geplaatst. De ‘adhesives’ van [product 1] en de [product 2] zijn speciaal ontworpen voor metalen ‘brackets’ en zorgen voor een verbeterde binding met metaal. De ‘adhesive’ van [product 4] is bedoeld voor keramische en metalen ‘brackets’ Als de ‘bracket’ wordt verwijderd dan wordt de resterende ‘adhesive’ eveneens van de tand verwijderd.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt de volgende feiten toe.

2.3.

[product 3] is geschikt voor alle typen ‘brackets’.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de utb’s terecht aan belanghebbende zijn uitgereikt. Meer specifiek houdt partijen verdeeld of de producten ingedeeld moeten worden onder GN-code 3006 40 00, zoals belanghebbende bepleit, of onder GN-code 3506 10 00, zoals de inspecteur voorstaat.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in

de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar de naar aanleiding van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Juridisch kader

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing