Home

Gerechtshof Amsterdam, 13-07-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2282, 21/00085

Gerechtshof Amsterdam, 13-07-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2282, 21/00085

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
13 juli 2021
Datum publicatie
11 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:2282
Zaaknummer
21/00085

Inhoudsindicatie

Douanerecht. Indeling luchtmatras.

Uitspraak

Kenmerk 21/00085

13 juli 2021

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] , gevestigd te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigden: mr. J. Biermasz en mr. A.T.M. Jansen)

tegen de uitspraak van 17 december 2020 in de zaak met het kenmerk HAA 18/2418 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 6 september 2017 aan belanghebbende een

uitnodiging tot betaling (utb) uitgereikt voor een bedrag van € 1.258,70 aan douanerechten.

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar tegen de utb bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2018 ongegrond verklaard en de utb gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft

in haar uitspraak van 17 december 2020 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof

ingekomen op 18 januari 2021. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juni 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in deze uitspraak is belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

“1. Op 6 juni 2017 heeft eiseres in eigen naam aangifte gedaan tot plaatsing onder de douaneregeling "in het vrije verkeer brengen" van een partij artikelen, omschreven als "opblaasbare artikelen van rubber" (hierna: de aangifte). Eiseres heeft de artikelen bij aangifte ingedeeld in de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN) onder code

4016 95 00 00. Het van toepassing zijnde tarief is 2,5% en de aangegeven douanewaarde is

€ 19.364,67. De douaneschuld is op basis van deze gegevens vastgesteld op een bedrag van

€ 484,12.

2. In het kader van de controle van de aangifte zijn de artikelen fysiek gecontroleerd. Verweerder heeft een exemplaar van de partij artikelen laten onderzoeken door het douanelaboratorium. In brieven van 12 augustus 2017 en van 26 augustus 2017 is door verweerder aan eiseres respectievelijk de uitslag en de gecorrigeerde uitslag van het laboratoriumonderzoek meegedeeld. Daarin staat onder meer vermeld dat het artikel is omschreven als "luchtbed met ingebouwde elektrische pomp" en dat het artikel bestaat uit de kunststofsoorten polyvinylchloride en polyester. Verweerder heeft naar aanleiding van het laboratoriumonderzoek de goederencode in de aangifte gewijzigd in 3926 90 92 90 (andere artikelen van kunststof) en de onderhavige utb aan eiseres uitgereikt.

3. Ter zitting heeft eiseres een artikel getoond dat tijdens de fysieke controle uit de partij is gehaald. Het artikel is gemaakt van kunststof en heeft een ingebouwde elektrische pomp. Het artikel is ter zitting in zijn geheel opgepompt door middel van elektriciteit. Het artikel bestaat niet uit verschillende compartimenten. Aan de kant van de elektrische luchtpomp heeft het artikel aan de bovenzijde een iets verhoogd deel dat dienst doet als hoofdkussen. De gehele bovenzijde is grijs van kleur. De rest van het artikel is blauw van kleur. Aan de onderzijde heeft het artikel een uitstekende rand waardoor het middendeel van het matras in opgeblazen toestand de grond niet raakt. In de partij ingevoerde artikelen bevonden zich twee versies van het artikel, namelijk een eenpersoons- en een tweepersoonsversie. Als het artikel is opgeblazen heeft de eenpersoonsversie de volgende afmetingen: 203 cm lengte x 102 cm breedte x 38 cm hoogte. Het draagvermogen is 227 kg. De tweepersoonsversie heeft in opgeblazen toestand de volgende afmetingen: 203 cm lengte x 152 cm breedte x 38 cm hoogte. Het draagvermogen van dit artikel is 295 kg. De naam van de artikelen is: " [artikel] ". Waar hierna in de uitspraak wordt gesproken over

"artikel" geldt dit voor de beide versies van het artikel.

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling hierop voegt het Hof nog de volgende feiten toe.

2.3.

Ter zitting heeft belanghebbende een overdwars doorgesneden exemplaar van het artikel getoond. Zichtbaar waren de vellen van kunststof die aan de binnenzijde van het artikel de boven- en onderkant van het artikel met elkaar verbinden. Ook was zichtbaar de uitstekende rand aan de onderzijde van het artikel, die met een vel van kunststof is afgescheiden van de rest van het artikel. In dat vel van kunststof bevindt zich een aantal gaten waar, bij het op- en leegblazen van het artikel, lucht doorheen stroomt, zodat de uitstekende rand niet apart hoeft te worden opgeblazen.

De inspecteur heeft een exemplaar van het artikel getoond en dat met behulp van de in het artikel geïntegreerde elektrische pomp opgeblazen. In opgeblazen toestand is het artikel, op de uitstekende rand na, nagenoeg rechthoekig. De waarneming van het Hof komt verder overeen met de hiervoor onder 3 opgenomen waarneming van de rechtbank en met de volgende afbeelding van het artikel:

2.4.

Ter ondersteuning van haar standpunt beroept belanghebbende zich op drie bindende tariefinlichtingen (hierna: bti’s) die in Duitsland zijn afgegeven aan andere belanghebbenden:

- bti met kenmerk DE 18577/16-1 die, blijkens de tekst ervan, is afgegeven voor een opblaasbare tweezitsbank, met armleuningen en een rugleuning, die kan worden uitgeklapt en als logeerbed kan worden gebruikt.

- bti met kenmerk LJN DE2870/17-01 die, blijkens de tekst ervan, is afgegeven voor een “Headboard Bed with Fiber Tech Technology”, dat blijkens de bij de bti behorende foto bestaat uit een rechthoekig matras met aan het hoofdeinde een losse opstaande rugleuning. De rugleuning is ongeveer 30 cm hoger dan het matras.

- bti met kenmerk DEBTI58161/19-1 die, blijkens de tekst ervan, is afgegeven voor een “Chaise Sport Lounge”, die blijkens de bij de bti behorende foto bestaat uit een rechthoekig matras met aan het hoofdeinde een losse opstaande rugleuning. De rugleuning is ongeveer tweemaal zo hoog als het matras:

2.5.

Tot de stukken van het geding behoort een e-mailbericht van [naam 1] (van de Duitse Generalzolldirektion) aan [naam 2] (van de Belastingdienst / Douane Breda), waarin onder meer het volgende is vermeld:

“(…)

4. DE 2870/17-1:

Das Erzeugnis ist identisch mit dem aufblasbaren Bett der vZTA DEBTI-58161/19-1 (siehe 1). Die Einreihung erfolgte mit der gleichen Begründung.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de utb terecht aan belanghebbende is uitgereikt. Meer in het bijzonder is de indeling van het artikel de “ [artikel] ” in geding.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in

de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het naar aanleiding van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Overwegingen van de rechtbank

5 Juridisch kader

6 Beoordeling van het geschil

7 Kosten

8 Beslissing