Home

Gerechtshof Amsterdam, 14-09-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2744, 19/01235

Gerechtshof Amsterdam, 14-09-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2744, 19/01235

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
14 september 2021
Datum publicatie
6 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:2744
Zaaknummer
19/01235

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Afnemer van een dienst? Belanghebbende heeft een dienst afgenomen (waarvoor zij als tegenprestatie heeft betaald) nu zij (ook) voordeel heeft gehad bij de voorbereiding van de herfinancieringsoperatie van de A-groep

Uitspraak

kenmerk 19/01235

14 september 2021

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: E. van der Stoel (Keijzer Drijer Priester & Van der Stoel)

tegen de uitspraak van 17 juli 2019 in de zaak met kenmerk HAA 17/4785 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 26 maart 2016 aan belanghebbende over het tijdvak 1 december 2013 tot en met 31 december 2014 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd voor een bedrag van € 405.198. Daarnaast heeft de inspecteur bij beschikking een bedrag van € 20.677 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak van 22 september 2017 de naheffingsaanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft bij de uitspraak van 17 juli 2019 als volgt beslist (waarbij belanghebbende en de inspecteur zijn aangeduid als ‘eiseres’ respectievelijk ‘verweerder’):

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de naheffingsaanslag tot € 297.416 met dienovereenkomstige vermindering van de beschikking belastingrente en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.532.

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 333 aan eiseres te vergoeden.”

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 9 augustus 2019 hoger beroep bij het Hof ingesteld en dat bij brieven van 7 oktober 2019 en 17 oktober 2019 aangevuld. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft op 2 april 2021 een pleitnota ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 april 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft, voor zover in hoger beroep van belang, in haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld:

“1. Eiseres is opgericht op 3 december 2013. Haar enig aandeelhouder is Stichting [X] . Het handelsregister bij de Kamer van Koophandel vermeldt als activiteiten van eiseres “Houdstermaatschappij; het lenen, uitlenen, het bijeenbrengen van geld, inclusief het uitgeven van obligaties, schuldinstrumenten of andere effecten, alsmede het aangaan van overeenkomsten verband houdende met het voorgaande en het op enigerlei wijze stellen van zekerheid of het zich verbinden voor verplichtingen van derden”.

2. De oprichting van eiseres is geïnitieerd vanuit de groep waartoe het in Spanje gevestigde [A] S.A. (hierna: [A] ) behoort. De aandelen in [A] waren indirect geheel eigendom van een Engels private equity fonds. De wens bestond tot (her)financiering van de activiteiten van [A] en vervreemding van een deel van het belang in [A] . Er is geadviseerd over verschillende mogelijkheden en structuren daartoe. Per 29 november 2013 is 49,99% van het (indirecte) belang in [A] aan een joint venture partner verkocht. Voor de herfinanciering is gekozen voor een zogenoemde ‘orphan financing structure’. Daartoe zijn eiseres en haar aandeelhouder opgericht. De groep heeft geen economisch belang bij de aandelen in eiseres. Het bestuur van eiseres dan wel haar aandeelhouder wordt gevoerd door een trustkantoor.

3. Eiseres heeft op 12 december 2013 nominaal € 420.000.000 aan obligaties uitgegeven. De obligaties zijn geplaatst op de kapitaalmarkt via de effectenbeurs te Luxemburg. Door [A] zijn zekerheden gesteld ten behoeve van deze obligatielening. Het bedrag van € 420.000.000 heeft eiseres doorgeleend aan de Spaanse houdstermaatschappij van [A] , [A] [Holdco] S.L.U. (hierna: Holdco). (…)

4. Dienstverleners gevestigd in Europese lidstaten, waaronder Nederland, en buiten de Europese Unie hebben in 2013 met betrekking tot de herfinanciering diensten verleend. (…)

5. Alle in 4 genoemde diensten waren afgerond op of kort na 12 december 2013. De dienstverleners hebben ter zake aan eiseres op haar naam gestelde facturen uitgereikt met dagtekeningen vanaf 27 december 2013 tot in de eerste maanden van 2014. (…) Eiseres heeft de facturen voldaan. De totale vergoeding voor diensten van in andere landen dan Nederland gevestigde dienstverleners bedraagt € 4.560.031,51. De totale vergoeding voor diensten van in Nederland gevestigde dienstverleners bedraagt € 167.014,21 (inclusief 21% btw, te weten € 28.982,47).

6. Holdco en eiseres hebben op 19 december 2013 een ‘Fee Arrangement’ gesloten. Daarin is onder meer bepaald:

Reimbursement of fees, costs and expenses:

In consideration of the Issuer agreeing to issue the Notes and entering into the Secured Credit Facility Agreement with Holdco, Holdco hereby agrees to make funds available to the Issuer (or to any person designated by the Issuer) in order to enable the Issuer to pay its liabilities and expenses as they come due. In particular, Holdco will pay or reimburse the Issuer fort the following:

a) the amount of all costs and expenses (including legal fees, Taxes and duties) reasonably incurred by the Issuer in connection with the negotiation, preparation, printing and execution of the Finance Documents on or before the date of this agreement; (…)”

7. Op grond van de Fee Arrangement heeft eiseres in 2014 zes facturen uitgereikt aan Holdco onder vermelding van “Recharge of cost in accordance with the Fee arrangement dated December 19, 2013”. De facturen betreffen de in 5 genoemde dienstverlening. In totaal heeft eiseres aan Holdco een bedrag van € 4.727.015,72 in rekening gebracht. Het verschil met de som van de in 5 genoemde bedragen betreft een overnamefout.

8. Naar aanleiding van door btw-plichtigen uit andere Europese lidstaten opgegeven intracommunautaire prestaties aan eiseres (‘listing’) heeft verweerder eiseres verzocht om informatie. Eiseres heeft naar aanleiding daarvan aangiften ingediend over de tijdvakken 2013, eerste kwartaal 2014, tweede kwartaal 2014 en derde kwartaal 2014. Daarbij is ter zake van diensten door een dienstverlener niet afkomstig uit de Europese Unie (te weten [dienstverlener 1] ) € 347 aan verschuldigde omzetbelasting en ter zake van diensten door dienstverleners afkomstig uit andere lidstaten van de Europese Unie (te weten [dienstverlener 2] , [dienstverlener 3] , [dienstverlener 4] LLP, [dienstverlener 5] en [dienstverlener 6] ) € 404.851 aan verschuldigde omzetbelasting aangegeven. Daar tegenover is over die tijdvakken aftrek geclaimd van in totaal € 432.955 aan in rekening gebrachte omzetbelasting (voorbelasting).

9. Er is naar aanleiding van de aangiften geen teruggave verleend. Wel is de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd, berekend naar de verschuldigde omzetbelasting zoals aangegeven in de in 8 genoemde aangiften. Er is daarbij geen aftrek van voorbelasting verleend.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof vult de feiten als volgt aan.

2.3.

Het project voor de herfinanciering van de groep van [A] S.A. (hierna: de [A] -groep) is in de zomer van 2013 gestart. Toen zijn ook de in punt 4 van de uitspraak van de rechtbank bedoelde dienstverleners voornamelijk ingeschakeld. Het project moest tevens een dividenduitkering aan de uiteindelijke aandeelhouder van de [A] -groep mogelijk maken.

2.4.

De in punt 2 van de uitspraak van de rechtbank bedoelde orphan financing structure is medio november 2013 voorgesteld. Vanaf de zomer van 2013 tot medio/eind november 2013 zijn andere vennootschappelijke structuren voor de obligatie-uitgifte overwogen.

2.5.

Het herfinancieringsproject omvatte niet alleen een uitgifte van obligaties, maar ook het afsluiten van een revolving credit facility bij een bankenconsortium. Deze kredietfaciliteit, groot € 50 miljoen, is verkregen op of omstreeks 12 december 2013, min of meer gelijktijdig met de uitgifte van de obligaties, door een in Spanje zetelende nieuwe houdstervennootschap direct boven de [A] -groep, [A] [Holdco] S.L. (door de rechtbank ook aangeduid als ‘Holdco’).

2.6.

Voor de obligatie-uitgifte is een offering memorandum van 12 december 2013 opgesteld en uitgegeven (275 pagina’s exclusief bijlagen). Boven dit document zijn vermeld de naam van belanghebbende en de twee soorten obligaties die zijn uitgegeven: “€270,000,000 7.25% Senior Secured Notes due 2020” en “€150,000,000 Floating Rate Senior Secured Notes due 2019”.

2.7.1.

Het herfinancieringsproject is onder meer begeleid door (de Londense vestiging van) het advocatenkantoor [dienstverlener 4] LLP. Tot de gedingstukken behoort een brief van dit kantoor van 4 september 2013 aan [A] S.A. (hierna ook: de engagement letter), waarin is vermeld:

“Muchas gracias por considerar a nuestra firma para asesoraros en la emisión de bonos de alto rendimiento (high yield notes) de [A] , S.A.U. (“ [A] ”) y el crédito revolver asociado (…). (…)

(…)

4 Nuestros Servicios Legales y Plan de Trabajo

Propondríamos el siguiente plan de trabajo para la emisión de bonos y el crédito revólver asociado:

1. Fase de Contratación de Bancos y Preparativos: (…)

2. Redacción de Offering Memorandum y Due Diligence: El grueso de nuestro trabajo será el elaboración del documento de oferta (Offering Memorandum), que se llevará a cabo en estrecha colaboración con [A] y sus abogados en España , Uná. (…)

3. Negociación de los Términos de los Bonos y Otra Documentación: (…)

4. Negociación de los Términos del Crédito Revólver y el Contrato entre Acreedores: (…).

Nuestros servicios de asesoría legal a [A] comprenderían todos los aspectos requeridos bajo las leyes estadounidenses e inglesas con la operación, incluyendo:

(…)

5 Honorarios

2 UIT TE VOEREN WERKZAAMHEDEN:

4 BEGROTING HONORARIA:

3 Geschil in hoger beroep

4 Overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing