Home

Gerechtshof Amsterdam, 12-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3036, 19/00714

Gerechtshof Amsterdam, 12-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3036, 19/00714

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
12 oktober 2021
Datum publicatie
19 november 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:3036
Zaaknummer
19/00714

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat de door hem vastgestelde waarde niet te hoog is. Hoger beroep ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Uitspraak

kenmerk 19/00714

12 oktober 2021

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,

gemachtigde: G. Gieben (Previcus B.V. te Boxmeer)

tegen de uitspraak van 1 april 2019 in de zaak met kenmerk HAA 18/4809 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Heemstede, de heffingsambtenaar,

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking met dagtekening 28 februari 2018 krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres 1] (hierna: de woning) naar de waardepeildatum 1 januari 2017 voor het kalenderjaar 2018 vastgesteld op € 627.000 (hierna ook: de WOZ-waarde). In hetzelfde geschrift is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2018 bekendgemaakt.

1.2.

Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 7 september 2018 het bezwaar ongegrond verklaard en de vastgestelde waarde en de aanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft bij haar uitspraak van 1 april 2019 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft (per fax) op 13 mei 2019 tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep bij het Hof ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 september 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de woning. Het betreft een tussenwoning met twee dakkapellen, twee aanbouwen en een vrijstaande garage. De inhoud van de woning inclusief de twee aanbouwen is 510 m3 en de oppervlakte van het perceel is 250 m2.

2.2.

De heffingsambtenaar heeft, ter onderbouwing van de door hem op € 627.000 vastgestelde WOZ-waarde van de woning, tijdens de procedure in eerste aanleg een taxatierapport (‘waarderapport’) overgelegd, opgesteld door [taxateur 1] (WOZ-taxateur). In dit taxatierapport is de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2017 getaxeerd op € 628.000. Deze waardering is tot stand gekomen door vergelijking met de woningen [object 1] , [object 2] en [object 3] , alle gelegen te [plaats] , welke objecten (hierna ook: de vergelijkingsobjecten) enige tijd vóór of na de waardepeildatum zijn verkocht. De ‘Bijlage waardeopbouw’ bij dit rapport bevat onder meer een taxatiematrix met een overzicht van de relevante gegevens (en foto’s) van de woning en de drie vergelijkingsobjecten, alsmede de bij de taxatie in aanmerking genomen grondstaffel.

2.3.

Tijdens de procedure in hoger beroep heeft de heffingsambtenaar een herziene taxatiematrix overgelegd (hierna ook: de matrix), met daarin opgenomen de (verkoop)gegevens (en foto’s) van de woning en van vier vergelijkingsobjecten, alsmede de daarbij in aanmerking genomen grondstaffel, die inhoudelijk overeenkomt met de onder 2.2 vermelde grondstaffel. Het betreft de volgende vergelijkingsobjecten: [object 1] , [object 2] , [object 4] en [object 5] , alle gelegen te [plaats] . In de matrix heeft de taxateur de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2017 getaxeerd op € 634.000. De matrix bevat de volgende gegevens van deze objecten:

[afbeelding met persoonsgegevens]

2.4.

Tijdens de procedure in hoger beroep heeft belanghebbende een taxatiematrix overgelegd, opgesteld door [taxateur 2] (taxateur bij [X B.V.] ). In deze matrix zijn naast de gegevens van de woning de gegevens van twee - ook door de heffingsambtenaar aangevoerde - vergelijkingsobjecten opgenomen, te weten [object 1] en [object 2] te [plaats] . In deze matrix is de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2017 getaxeerd op € 548.000.

3 Geschil in hoger beroep

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de op € 627.000 vastgestelde WOZ-waarde van de woning niet te hoog is.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil in hoger beroep

6 Kosten

7 Beslissing