Home

Gerechtshof Amsterdam, 14-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3080, 20/00302

Gerechtshof Amsterdam, 14-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3080, 20/00302

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
14 oktober 2021
Datum publicatie
3 november 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:3080
Formele relaties
Zaaknummer
20/00302

Inhoudsindicatie

Leges geheven voor de aanvraag van een omgevingsvergunning; posten bouwactiviteit wonen en afwijking bestemmingsplan; heffingsambtenaar hanteert het juiste tarief.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk 20/00302

14 oktober 2021

uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. M.C. Jonkman

tegen de uitspraak van 25 maart 2020 in de zaak met kenmerk HAA 19/4320 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad, de heffingsambtenaar,

en

belanghebbende.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij nota met dagtekening 28 februari 2019 (hierna: de aanslag) van belanghebbende een bedrag van € 2.859,96 aan leges geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning.

1.2.

Het daartegen gemaakte bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 14 augustus 2019 ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft daartegen beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft bij haar uitspraak van 25 maart 2020, aan partijen verzonden op 30 maart 2020, het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 8 mei 2020 en aangevuld bij brief van 4 juni 2020. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 september 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Het Hof neemt hetgeen de rechtbank onder 1 tot en met 3 heeft opgenomen over als feiten (belanghebbende en de heffingsambtenaar zijn in deze uitspraak aangeduid als ‘eiseres’ respectievelijk ‘verweerder’):

“1. Op 19 juli 2018 heeft eiseres bij de gemeente Zaanstad (de gemeente) een aanvraag gecombineerde omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag betrof de legalisatie van het bouwen of verbouwen van een schuur, een aanbouw, een dakterras en een aanlegsteiger op het adres [adres] te [Z] . De activiteit vond plaats in 2016 en kostte in totaal

€ 23.500. Per brief van 16 augustus 2018 is de aanvraag bevestigd als “Het (ver)bouwen van een bouwwerk”. Nadat daarom was gevraagd heeft eiseres op 1 september 2018 en 17 december 2018 nadere stukken bij de gemeente ingediend.

2. Bij de eerste toetsing op 8 januari 2019 ging de welstandsommissie niet met de aanvraag akkoord. Daarop paste eiseres de bouwtekeningen aan en bij de tweede toetsing op 22 januari 2019 ging de welstandscommissie wel akkoord. Op 23 januari 2019 is de vergunning verleend.

3. Met dagtekening 28 februari 2019 heeft verweerder eiseres de onderhavige aanslag opgelegd. De aanslag is groot € 2.859,96, welk bedrag als volgt is samengesteld:

Bouwactiviteit (wonen)

1.653,60

In behandeling nemen aanvullende gegevens

-

101,50

Legalisatie

-

165,36

Afwijken bestemmingsplan

-

683,00

Welstandscommissie (wonen)

-

128,25

Welstandscommissie (wonen)

-

128,25

Totaal aanslagbedrag

2.859,96

Bij de bestreden uitspraak op bezwaar heeft verweerder de aanslag gehandhaafd.”

2.2.

Aangezien de door de rechtbank vastgestelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt hieraan de volgende feiten toe.

2.3.

In de bij de Legesverordening Zaanstad 2018 (hierna: de Verordening) behorende tarieventabel is onder meer het volgende opgenomen:

“Paragraaf 21 Omgevingsvergunning

Begripsomschrijvingen

1. a. In deze paragraaf voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld

b. In deze paragraaf voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld

(…)

1.Tarief per vierkante meter, gebaseerd op de hoofdfunctie per bouwlaag van het gebouw of

de uitbreiding daarvan. Er wordt uitgegaan van de bruto-vloeroppervlakte in vierkante

meters, als omschreven in NEN 2580 (…).

(…)

d. Hoofdfunctie: de aard van het gebruik dat in overwegende mate plaatsvindt per bouwlaag

van het gebouw of de uitbreiding daarvan. Er is één hoofdfunctie mogelijk per bouwlaag.

(…)

- Wonen;

Bouwwerken (inclusief de eventuele op-, aan- en uitbouwen) die gebruikt worden voor

bewoning en waardoor vierkante meters aan de functie wonen worden toegevoegd.

Voorbeelden: woning, garage bij woning, berging, kelder, aan- en/of uitbouw van woning

(…). (…)

- Overige functies

-gebouwen of de uitbreiding daarvan, die niet behoren tot de hierboven genoemde functies;

(…)

-onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen;

-het veranderen of verbouwen van gebouwen zonder uitbreiding van de oppervlakte ;

(…)

8. Bouwactiviteiten

a. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a van de Wabo, voor nieuwbouw of het uitbreiden van een gebouw, wordt het tarief voor het in behandeling nemen bepaald op basis van de totale oppervlakte, aan de hand van onderstaande tabel, waarbij een minimum geldt van € 532,90

Hoofdfunctie per bouwlaag. Totale oppervlakte van alle bouwlagen van het gebouw of de uitbreiding daarvan

Prijs per m2

Wonen

- voor de eerste 1000 m2

31,20

- voor iedere vierkante meter meer dan 1000 m2

22,70

Maatschappelijk/economisch

- voor de eerste 1000 m2

54,55

- voor iedere vierkante meter meer dan 1000 m2

30,70

(…)

b. In afwijking van de hierboven bij sub a genoemde tarieven, geldt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a van de Wabo, voor:

- gebouwen of de uitbreiding daarvan die niet in bovengenoemde tabel zijn genoemd.

- bouwwerken geen gebouw zijnde; (…)

- onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen;

- het veranderen of verbouwen van gebouwen zonder uitbreiding daarvan en voor gevelwijzigingen; (…)

voor bouwkosten tot en met € 900.000 een tarief van 2,6% van de bouwkosten waarbij een minimum geldt van € 532,90.”

2.4.

Tot het dossier behoren foto’s van de aanbouw en de schuur in oude en in nieuwe staat, respectievelijk voor en na de in 2016 uitgevoerde werkzaamheden (zie onder 1. van de uitspraak van de rechtbank). Hieruit volgt dat de gevels van de schuur geheel zijn vernieuwd, dat het dak van de schuur geheel is vernieuwd en verhoogd (van schuine golfplaten naar een horizontaal dak even hoog als de aanbouw), dat het dakterras op de aanbouw is uitgebreid met het vernieuwde dak van de schuur, dat daaromheen een schutting is geplaatst, dat de schuur aan de achterzijde is voorzien van twee dubbele tuindeuren en dat de schuur aan de zijkant is voorzien van een uitgang. Belanghebbende heeft daar ter zitting aan toegevoegd dat de vloer van de schuur geheel is vernieuwd waarbij een vloerverwarming is geplaatst.

2.5.

De aanbouw en de schuur functioneerden na de bouwwerkzaamheden als atelier annex woonruimte. De oppervlakte van beide bedraagt in oude en in nieuwe staat tezamen 53 m2.

3 Geschil voor het Hof

3.1.

In geschil of de aanslag naar het juiste bedrag is opgelegd. In hoger beroep liggen ter toetsing voor de posten “Bouwactiviteit wonen” ad € 1.653,60 en “Afwijken bestemmingsplan” ad € 683.

3.2.

Niet in geschil is dat als het Hof oordeelt dat paragraaf 21.8.a. van de tarieventabel bij de Verordening van toepassing is, het tarief voor wonen geldt: € 31,20 per m2 voor de eerste 1000 m2.

4 Overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing