Home

Gerechtshof Amsterdam, 19-01-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:38, 19/00693

Gerechtshof Amsterdam, 19-01-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:38, 19/00693

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
19 januari 2021
Datum publicatie
3 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:38
Zaaknummer
19/00693

Inhoudsindicatie

Bezwaar per e-mail. Verkeerd e-mailadres. Gemachtigde van belanghebbende heeft bezwaarschrift naar een e-mailadres gestuurd dat niet overeenkomt met het e-mailadres in de rechtsmiddelverwijzing. Bezwaar is terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

kenmerk 19/00683

19 januari 2021

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar,

alsmede op het incidenteel hoger beroep van

[X] , wonende te [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: J.H. Maas)

tegen de uitspraak van 28 maart 2019 in de zaak met kenmerk AMS 18/7657 van de rechtbank Amsterdam in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking met dagtekening 28 februari 2018 krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de beschikking) de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] voor het kalenderjaar 2018 vastgesteld op € 307.000. In hetzelfde document heeft de heffingsambtenaar ook de aanslag onroerendezaakbelasting 2018 bekendgemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 16 december 2018, het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. De heffingsambtenaar heeft ambtshalve het bezwaarschrift in behandeling genomen en heeft de beschikking gehandhaafd.

1.3.

In haar uitspraak van 28 maart 2019 (waarin belanghebbende is aangeduid als ‘eiser’) heeft de rechtbank op het door belanghebbende ingestelde beroep als volgt beslist:

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de bestreden uitspraak;

- bepaalt dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk is en dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak;

- draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 46,- aan eiser te vergoeden;

- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 512,-.”

1.4.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank door de heffingsambtenaar ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 1 mei 2019. Belanghebbende heeft per faxbericht van 13 juni 2019 een verweerschrift ingediend en daarbij tevens incidenteel hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft geen zienswijze op het incidenteel hoger beroep ingebracht.

1.5.

Partijen hebben het Hof schriftelijk toestemming gegeven tot het achterwege laten van het onderzoek ter zitting. Hierna heeft het Hof het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

“ 1. Eiser is eigenaar van de woning. Het gaat om een bovenwoning.”

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling hierop voegt het Hof nog de volgende feiten toe.

2.2.

In de uitspraak op bezwaar, gedagtekend 16 december 2018, wordt – onder meer – het volgende vermeld:

“Uw bezwaarschrift is niet ontvangen binnen de wettelijke termijn. U bent daarom Niet ontvankelijk in uw bezwaar.

(…)

Overweging

Uw bezwaarschrift tegen de vastgestelde waarde is niet op tijd door u ingediend. Daardoor bent u niet-ontvankelijk in uw bezwaar. (…) Hoewel u niet-ontvankelijk bent in uw bezwaar, is uw bezwaarschrift toch ambtshalve in behandeling genomen. Tegen het ambtshalve besluit kunt u niet in beroep. (…)”

2.3.

Op pagina 2 van de beschikking, gedagtekend 28 februari 2018, is de volgende rechtsmiddelverwijzing vermeld:

Bezwaar maken

Bent u het niet eens met de bedrag(en) van deze aanslag of uw WOZ-waarde? Dan kunt u bezwaar maken. Dat kan via amsterdam.nl/belastingen. U hebt hiervoor DigiD nodig. Kunt u geen bezwaar maken via de website? Maak dan bezwaar via e-mail of per post.

(…)

E-mail: belastingen@amsterdam.nl

2.4.

Als bijlage bij het verweerschrift in hoger beroep en het incidenteel hoger beroep is een e-mailbericht gevoegd met dagtekening 26 maart 2018 waarin het volgende staat vermeld:

Van: Bezwaarmaker.nl < [e-mail] >

Verzonden: maandag 26 maart 2018 19:26

Aan: wozbezwaar@amsterdam.nl

Onderwerp: Pro-forma bezwaarschrift [adres] , [plaats] , Aanslag

Bijlagen: pro-forma- [adres] .pdf

(…)

Geachte heer/mevrouw,

Hierbij het pro-forma bezwaarschrift met betrekking tot het object [adres] . Graag zien wij de ontvangstbevestiging tegemoet.”

2.5.

Eveneens is als bijlage bij het verweerschrift in hoger beroep en het incidenteel hoger beroep gevoegd een e-mailbericht van 21 juni 2018 waarin het volgende staat vermeld:

Van: mijnbelastingen@amsterdam.nl <mijnbelastingen@amsterdam.nl>

Verzonden: donderdag 21 juni 2018 11:15

Aan: Bezwaarmaker.nl <[e-mail]>

Onderwerp: Opgevraagd document Amsterdam/ [X] , [adres]

(…)

In de bijlage vindt u het door u aangevraagde document.

Voor meer informatie kunt u terecht op onze website www.amsterdam.nl

2.6.

Als bijlage bij het verweerschrift in eerste aanleg heeft de heffingsambtenaar een e-mailbericht van 22 juni 2018 gevoegd waarin het volgende staat vermeld:

Van: Bezwaarmaker.nl < [e-mail] >

Verzonden: vrijdag 22 juni 2018 16:08

Aan: WOZ bezwaar maken – gemeente Amsterdam

Onderwerp: Motivering bezwaarschrift [adres]

Bijlagen: motivering-bezwaar- [adres] .pdf

Geachte heer / mevrouw,

Hierbij het bezwaarschrift met betrekking tot het object [adres] . Graag zien wij de ontvangstbevestiging tegemoet.

(…)”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is in geschil het antwoord op de vraag of de rechtbank het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De heffingsambtenaar betwist het dat oordeel van de rechtbank omdat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar al was opgenomen in de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende betwist dat oordeel van de rechtbank omdat het bezwaar tijdig zou zijn ingediend.

3.2.

Partijen doen voor het overige hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing