Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:4279, 20/00560

Gerechtshof Amsterdam, 23-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:4279, 20/00560

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 december 2021
Datum publicatie
19 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:4279
Formele relaties
Zaaknummer
20/00560

Inhoudsindicatie

WOZ-waarde woning; afnemend grensnut; heffingsambtenaar heeft voldoende rekening gehouden met verschil in inhoud.

Uitspraak

kenmerk 20/00560

23 december 2021

uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , woonachtig te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: G. Gieben)

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 19/4078 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [plaatsnaam], de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres 1] te [plaatsnaam] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 201.000 (hierna: de WOZ-waarde). In hetzelfde geschrift is de aanslag onroerendezaakbelasting 2019 bekendgemaakt.

1.2.

Met de uitspraak van 8 juli 2019 heeft de heffingsambtenaar het door belanghebbende daartegen gerichte bezwaar ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft dit beroep in haar uitspraak van 28 augustus 2020 ongegrond verklaard.

1.4.

Het door belanghebbende tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is op 5 oktober 2020 bij het Hof ingekomen. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 december 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

Feiten

1. Eiser is genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woning. De woning is een eindwoning, gebouwd in 1959.De inhoud van de woning is 254 m³ en de oppervlakte van het perceel is 122 m². De woning is voorzien van een aanbouw (31 m³) en een berging (6 m³).”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt hier nog het volgende aan toe.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de WOZ-waarde in beroep onder meer een matrix (hierna: de taxatiematrix) overgelegd met daarin opgenomen (verkoop)gegevens van een drietal objecten (hierna: de vergelijkingsobjecten), elk met een inhoud van 254 m3. De heffingsambtenaar heeft de taxatiematrix ter zitting van het Hof toegelicht door andere het volgende te verklaren:

“Bij de waardebepaling van de woning hebben wij wel degelijk rekening gehouden met het afnemend grensnut. In onze matrix is in kolom 6 te zien dat wij rekening houden met de inhoud van de woning. De woning heeft een grotere inhoud dan de vergelijkingsobjecten. Er vindt ter correctie een aftrek plaats van € 0,50 per m3 verschil in inhoud tussen de woning en de vergelijkingsobjecten. Bij het verschil van 31 m3 tussen de woning en de vergelijkingsobjecten wordt er (afgerond) € 16 per m3 gecorrigeerd naar de inhoud van 285 m3. De prijs per m3 van de woning is dus met dit bedrag van € 16 naar beneden bijgesteld.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In geschil is of de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

4 Overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing