Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:4281, 20/00778 en 20/00791

Gerechtshof Amsterdam, 23-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:4281, 20/00778 en 20/00791

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 december 2021
Datum publicatie
19 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:4281
Formele relaties
Zaaknummer
20/00778 en 20/00791

Inhoudsindicatie

Douane; indeling passwordtokens.

Uitspraak

kenmerken 20/00778 en 20/00791

23 december 2021

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] , gevestigd te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. N.J. Helder)

alsmede

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 17/4739 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 2 mei 2017 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (utb) uitgereikt ten bedrage van € 297.074,86 aan douanerechten en € 5.555,09 aan rente op achterstallen.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 13 september 2017 de utb gedeeltelijk verminderd tot € 283.856,32 aan douanerechten en € 5.289,83 aan rente op achterstallen.

1.3.

Op het daartegen ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak van 20 november 2020 als volgt beslist (in de uitspraak van de rechtbank worden belanghebbende en de inspecteur aangeduid als ‘eiseres’ en ‘verweerder’):

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover het de behuizingen betreft;

- vermindert de utb met € 32.228 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de rente op achterstallen dienovereenkomstig;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.311;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 333 aan eiseres te vergoeden.”

1.4.1.

Het tegen deze uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof

ingekomen op 22 december 2020 en is aangevuld bij brief van 16 februari 2021. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.2.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof

ingekomen op 29 december 2020. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op 19 november 2021 is een brief van belanghebbende ontvangen met daarbij gevoegd een vijftal USB-sticks met daarop een videobestand. Eén USB-stick is aan de inspecteur gezonden.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 december 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

Feiten

1. In de periode 26 maart 2014 tot en met 2 augustus 2016 heeft eiseres diverse aangiften gedaan of laten doen voor het brengen in het vrije verkeer van – onder andere – elektronische assemblages aangegeven onder post 8473 en delen van computers aangegeven onder post 8473.

2. Verweerder heeft bij eiseres een controle na de invoer (hierna: cni) ingesteld naar de juistheid en de volledigheid van de hiervoor bedoelde aangiften.

3. Verweerder heeft naar aanleiding van de cni voor een aantal producten de aangegeven GN-code gecorrigeerd in 8543 70 90 99 en 3926 90 97 90 en de onderhavige utb uitgereikt. De utb ziet – na de vermindering in bezwaar – op de volgende producten, waarbij de rechtbank zich voor de omschrijving van de producten heeft gebaseerd op de door partijen overgelegde productinformatie, de daarop ter zitting gegeven toelichting en de ter zitting getoonde monsters en getoonde video van de (werking van de) producten:

Elektronische netwerktoegangsmechanismen, ook wel elektronische beveiligingsproducten (zogeheten one-time-password-items of password tokens; hierna ook: tokens).

De producten zijn omschreven als

- [productnaam 1] ; ,

- [productnaam 2] , en

- [productnaam 3] .

De tokens (bestaande uit elektronica met een plastic behuizing) worden gebruikt om geautoriseerde toegang te verlenen tot een computersysteem. De term token wordt in dit dossier ook gebruikt voor de elektronica zonder behuizing. De rechtbank zal daarvoor de term toegangssleutel gebruiken.

I) De toegangssleutel omvat een onbedekt/onbeschermd elektronisch circuit op een printplaat met schakelingen, chips, drukknoppen (in het geval van dubbele identificatie een toetsenbord), een batterij als voeding en een display. De toegangssleutel heeft geen USB-aansluiting. Door de toegangssleutel wordt een “one-time password” gegenereerd. Op het display verschijnt de gegenereerde code. Het computersysteem waar toegang toe wordt gezocht, moet zijn voorzien van specifieke software die de toegangssleutel koppelt aan dat bepaalde computersysteem.

II) De behuizingen van plastic, die exclusief bedoeld zijn voor de toegangssleutels, worden nog niet samengesteld met de toegangssleutels ingevoerd, dit om naar wens van de afnemers op kleur, eventueel na bedrukking van de behuizing, te kunnen worden samengesteld, en om de afnemers de keuze te kunnen laten voor een behuizing met of zonder sleutelhangerring. Na het assembleren van de toegangssleutel met de plastic behuizing blijven deze onafscheidelijk met elkaar verbonden totdat de levensduur van de token (in feite: de levensduur van de batterij) is bereikt.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling hierop voegt het Hof nog de volgende feiten toe.

2.3.

In het controlerapport wordt een zevental modellen passwordtokens genoemd. Tot de gedingstukken behoren onder meer de volgende afbeeldingen van passwordtokens:

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de utb terecht en tot het juiste bedrag aan belanghebbende is uitgereikt.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in

de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar de naar aanleiding van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Relevante wet- en regelgeving

5 Overwegingen van de rechtbank

6 Beoordeling van het geschil

7 Kosten

8 Beslissing