Gerechtshof Amsterdam, 16-02-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:444, 200.279.824/01
Gerechtshof Amsterdam, 16-02-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:444, 200.279.824/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 16 februari 2021
- Datum publicatie
- 24 februari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2021:444
- Zaaknummer
- 200.279.824/01
Inhoudsindicatie
Vaststelling hoofdverblijfplaats na miscommunicatie met rechtbank en vaststelling zorgregeling tussen kinderen en vader zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Uitspraak
Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Zaaknummer: 200.279.824/01
Zaaknummer rechtbank: C/13/677707 / FA RK 19-8209
Beschikking van de meervoudige kamer van 16 februari 2021 inzake
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. A.M. Hilhorst te Amsterdam,
en
[de vader] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande (postadres: [postadres] ),
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader.
In zijn adviserende taak is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Den Haag, locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de raad.
1 Het verloop van het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2020, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
2 Het geding in hoger beroep
De moeder is op 22 juni 2020 in hoger beroep gekomen van voornoemde beschikking van 8 april 2020.
De mondelinge behandeling heeft op 25 januari 2021 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- de raad, vertegenwoordigd door de heer R. Koops.
3 De feiten
De moeder en de vader (hierna gezamenlijk te noemen: de ouders) zijn [in] 2012 gehuwd te [plaats A] , Soedan. Het huwelijk is op 11 juni 2020 ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de - in zoverre niet bestreden - beschikking van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2020, waarbij de echtscheiding tussen de ouders is uitgesproken. Uit het huwelijk van de ouders zijn geboren: [kind A] , op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] , [kind B] , op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats] en [kind C] (hierna te noemen: [kind C] ), op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats] (hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen). De kinderen wonen vanaf het uiteengaan van de ouders bij de moeder.
De ouders en de kinderen hebben de Soedanese nationaliteit.
Bij beschikking voorlopige voorzieningen van 29 januari 2020 heeft de rechtbank Amsterdam, voor zover thans van belang, bepaald dat [kind A] , [kind B] en [kind C] aan de moeder zullen worden toevertrouwd. Voorts is de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders (hierna te noemen: zorgregeling) aldus bepaald dat de vader ieder weekend op zaterdag en zondag in de echtelijke woning omgang met [kind A] , [kind B] en [kind C] zal hebben, waarbij hij zaterdag- en zondagnacht in de echtelijke woning overnacht.