Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-02-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:650, 19/00744

Gerechtshof Amsterdam, 23-02-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:650, 19/00744

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 februari 2021
Datum publicatie
6 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:650
Formele relaties
Zaaknummer
19/00744

Inhoudsindicatie

Vennootschapsbelasting. Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat de aankoop

van de Y-groep een 'miskoop' was, zodat het dienaangaande in aanmerking te nemen liquidatiesverlies op de voet van artikel 13d, lid 4 van de Wet terecht is verminderd met de waardedaling sedert de aankoop. Geen strijd met de Unierechtelijke vrijheid van vestiging

Uitspraak

kenmerk 19/00744

23 februari 2021

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V., te [plaats] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. J.G.A. van Hattum (Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. te Amsterdam),

tegen de uitspraak van 12 april 2019 in de zaak met kenmerk HAA 17/5035 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 1. Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 10 september 2016 aan belanghebbende voor het jaar 2012 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd (hierna: de aanslag), berekend naar een belastbare winst en belastbaar bedrag van € 4.175.610. Gelijktijdig is bij beschikking € 237.725 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak van 13 september 2017 de aanslag en beschikking belastingrente gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft bij de uitspraak van 12 april 2019 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 24 mei 2019 hoger beroep bij het Hof ingesteld en dat bij brief van 30 juli 2019 gemotiveerd. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft bij brief van 7 februari 2020 gerepliceerd. De inspecteur heeft naar aanleiding daarvan bij brief van 26 februari 2020 gedupliceerd.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 september 2020.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 2. Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld; in de uitspraak van de rechtbank is belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’:

“1. Eiseres is een naar Nederlands recht opgerichte en alhier gevestigde vennootschap die deel uitmaakt van de [X-groep] .

2. Op 24 mei 2004 heeft eiseres van een derde 74 percent van de aandelen in [Y] Ltd. (hierna: [Y] ) verworven. Op diezelfde datum heeft [A] Inc. (hierna: [A] ), zijnde de (middellijke) moedermaatschappij van eiseres, de overige 26 percent van de aandelen in [Y] verworven. De koopprijs van alle aandelen in [Y] beloopt £ 12.096.927 (omgerekend € 18.038.939). Van die totale koopprijs is 74 percent, derhalve £ 8.951.726 (omgerekend € 13.348.815), toe te rekenen aan de door eiseres verworven aandelen en de overige 26 percent, derhalve £ 3.145.201 (omgerekend € 4.690.124), aan de door [A] verworven aandelen.

3. [Y] houdt alle aandelen in [Z] Ltd. (hierna: [Z] ). Laatstgenoemde houdt op haar beurt alle aandelen in [1] Ltd. (hierna: [1] ), [2] Ltd., [3] Ltd. en [4] Ltd. [1] houdt ten slotte alle aandelen in [5] Ltd., [6] Ltd. en [7] Ltd.

4. Over de zojuist vermelde koopprijs merkt eiseres in haar brief aan verweerder van 24 maart 2017 het volgende op:

“We understand that the purchase price paid for the [1234567-groep] was based on a valuation of [1] (“ [1] Limited”) only, as this was the only active entity in the structure. As you can derive from the internal due diligence report and purchase accounting report, [X] BV’s management only took the operating results of [1] into consideration when the due diligence was performed.”

5. Op 29 november 2004 heeft [A] haar belang van 26 percent in [Y] als kapitaal ingebracht in eiseres. De waarde van dat belang bedroeg toen £ 157.410 (omgerekend € 234.537).

6. Op 1 januari 2005 heeft [1] al haar bezittingen en schulden overgedragen aan [X UK] Ltd. (hierna: [X UK] ), zijnde een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde dochtermaatschappij van eiseres. Op dezelfde datum heeft [Y] alle aandelen in [Z] overgedragen aan [X UK] voor een bedrag van £ 11.862.363.

7. In de jaarrekening van [Y] over 2004 is het aandelenbelang in [Z] opgenomen voor een bedrag van £ 12.337.023 (per 30 september 2003) onderscheidenlijk £ 11.862.363 (per 31 december 2004). Het eigen vermogen van [Y] bedroeg op die data onderscheidenlijk £ 2.892.013 (30 september 2003) en £ 605.425 (31 december 2004).

8. [Y] is in 2012 geliquideerd. Ter zake van die liquidatie heeft eiseres een uitkering ontvangen van £ 861.568 (omgerekend € 1.031.447). Vanaf de verwerving van [Y] door eiseres heeft [Y] geen dividenden uitgekeerd.

9. Bij het doen van aangifte voor het onderhavige jaar heeft eiseres ter zake van de liquidatie van [Y] op de voet van artikel 13d van de Wet op de vennootschapsbelasting (tekst 2012; hierna: de Wet) een liquidatieverlies ten laste van de belastbare winst gebracht van € 17.536.821. Verweerder heeft dit verlies bij het vaststellen van de aanslag niet in aftrek toegelaten.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof vult de hiervoor vermelde feiten als volgt aan.

2.3.

Tot de gedingstukken behoort een rapport getiteld “Proposal to acquire [1] Group Ltd”, gedateerd 26 april 2004, waarin onder meer het volgende is vermeld:

“1. Introduction

This report evaluates the proposal put forward by the management team of [X Europa] to acquire [1] Group Limited, a UK based IT Consultancy focused primarily on delivery of ERP solutions to the UK Small and Medium size Enterprise (SME’s) market place. (…)

In support of the proposals a detailed due dilligence exercise has been carried out on [1] by members of the [X UK] and Europe management team, assisted where appropriate by the Company’s external advisors Ernst & Young and legal counsel David Gage & Co.

(…)

In conclusion the report recommends the proposal and requests the support of the [X] Inc board in acquiring [1] .

(…)

3. [1] Group (Executive Summary)3.1. Historic development and current trading

(…)

[1] has an enviable track record of consistent and profitable growth over its history and has remained a key player in its chosen markets. A major contributory factor to the Company’s profitability has been its acknowledged expertise in delivering competitive ERP solutions to the UK SME market place, focusing on certain key industry sector vertical markets where it can demonstrate repeated and successful use of its own know-how and IPR, to support and enhance 3rd party vendor package implementations.

(…)

3.3.

Customer Base

(…)

In total, [1] has in excess of 200 customers who have spent over $180k with the company since their account has opened and a further 90 customers who have spent in excess of $45k, all of whom remain active accounts.

Given the limited size of [1] and that their business model is based primarily on UK SME’s this is an impressive record and custormers typically are “hooked into” [1] ’s model by annual (and in some cases up to 3 years) support contracts.

(…)4. Benefits of the acquisitionBy acquiring [1] , [X] is expecting to realise a number of major synergistic effects:

a) new clients

b) becoming a serious player in the SAP market, in line with [X Europa] ’s strategy

c) move into the ERP market and becoming the No1 implementation partner of SAGE, the market leader in SME business in the UK

d) further enhance the capabilities and reach [X UK] ’s existing Microsoft practice

e) the ability to reduce combined overheads and obtain economies of scale on existing back office functions

(…)

7. Risk Factors

The following risk factors are deemed relevant to the review of this proposal.

(…)

  1. Based on the March’04 YTD (6 months) management accounts, [1] ’s YTD Sales are at $18m some $1.5m adverse to YTD Plan. (…) Given that [1] ’s business model is to rely on software sales to drive implementation services revenues for 3-6 months post delivery, the underperformance YTD could cause a services revenue shortfall against plan in the next 6 months.

  2. (…)

  3. Review of [1] ’s own initial full year forecast (Apr-Sep’04) indicated that full year revenues would not reach the $41.3m plan

(…)

Given [1] ’s business development activities are underpinned by the high level of contracted maintenance income, any adverse trend in software sales needs to be carefully assessed for its effect on the profitability of the support operations.”

2.4.

Tot de gedingstukken behoort een rapport getiteld “2004 annual report [X] ” waarin onder meer het volgende is vermeld:

“2004: A Record Breaking Year(…)May - Brought us a very nice and capable group in the U.K. Midlands –

[1] , Ltd. This $40 million, 20-year-old company not only added

new revenue and geography, but also expanded our business model with Sage,

SAP All-in-One and [1] ’s own products and services.

(…)

[X Europa] (…)In May 2004 we acquired [1] Ltd., a profitable UK Midlands based company with annual revenue of approximately $40 million and approximately 200 employees in 5 UK offices. [naam 1] founded, and [naam 2] led today, this combination provided the needed additional scale to our UK business model and supported our strategy of growing a significant SAP business stream in Europe. Incorporated in [xxx] , [1] has extensive expertise in delivering competitive ERP solutions from SAP and Sage, most often to mid-sized enterprises, and focusing on certain key industry sector vertical markets. The acquisition also brought us a set of CRM solutions based on Microsoft technology. [1] Solutions (SAGE and Microsoft) has in excess of 400 customers, all of whom have been active accounts during 2004. [1] ’s SAP Division also brought with it 35 meaningful customer relationships. Although the business unit is now fully rebranded as [X UK] , the [1] name lives on as the brand name for our own CRM product set.(…)

The acquisitions of [1] and [xxx] significantly round out our strategic go-to-market programs for Europe. With approximately 1,400 employees in eleven countries, we now have a strong position in the SAP marketplace, experience in a wider span of industries, and a combination of custom-developed IT solutions as well as other third party and our own

[1] and [xxx] branded products.

(…)

Profile of [X Europa] for 2005 (…)SAP - Adding the [1] and [xxx] businesses to our European operation have substantially increased our SAP capabilities and brought many new clients, particularly in the manufacturing (including chemical and pharmaceutical) and retail market sectors. We now serve small, midsized, and blue-chip organizations in 10 European countries with our SAP expertise. As SAP Alliance Partner, we are also a Special Expertise Partner in Automotive, Retail and Chemicals.

(…)

Manufacturing is now our largest industry sector, accounting for onethird of revenue, boosted by [1] ’s prominence in the manufacturing sector (…).

(…)

CRM has been a focus of [X Europa] for over 10 years and the addition of the [1] range of Customer Relationship Management software products adds a new dimension to our CRM offering.”

2.5.

Voor de in onderdeel 6 van de rechtbankuitspraak vermelde overdracht door [1] van haar bezittingen en schulden aan [X UK] , is door laatstgenoemde vennootschap een bedrag van GBP 10.352.000 betaald.

3 Geschil in hoger beroep

Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of belanghebbende op grond van artikel 13d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet) aanspraak kan maken op aftrek van een verlies in verband met de liquidatie van haar dochtervennootschap [Y] (hierna: liquidatieverlies). Bij ontkennende beantwoording van die vraag is – voor het eerst in hoger beroep – nog in geschil of het onthouden van de aftrek van het liquidatieverlies in strijd is met de Unierechtelijke vrijheid van vestiging.

4 4. Beoordeling van het geschil4.1. De rechtbank heeft als volgt overwogen en beslist:

5 5. Kosten

6 Beslissing