Home

Gerechtshof Amsterdam, 17-05-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1517, 21/00541

Gerechtshof Amsterdam, 17-05-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1517, 21/00541

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
17 mei 2022
Datum publicatie
1 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:1517
Zaaknummer
21/00541
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 01-04-2023 tot 01-01-2024] art. 225

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.

Uitspraak

Kenmerk 21/00541

17 mei 2022

uitspraak van de vijfde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , woonachtig te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak van 29 juni 2021 in de zaak met kenmerk AMS 20/6235 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd, gedagtekend 23 september 2020.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar gedagtekend 21 oktober 2020 het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

Bij uitspraak van 19 juni 2021 heeft de rechtbank het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 10 augustus 2021 hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 april 2022. Van de zijde van belanghebbende, die voor de zitting is uitgenodigd bij aangetekende brief met dagtekening 10 februari 2022 verzonden naar het adres van belanghebbende ( [adres] te [Z] ), is niemand verschenen. Nu blijkens gegevens van PostNL (‘Track & Trace’) de brief op 11 februari 2022 is bezorgd op voormeld adres en voor de ontvangst daarvan is getekend, is het Hof van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Het Hof stelt de volgende feiten vast:

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de auto met het kenteken [..-...-.] (de auto).

Op 18 september 2020, om 21:39 uur (het tijdstip), stond de auto in een parkeervak op de Overtoom te Amsterdam ter hoogte van nummer 357 (de locatie). De locatie is door het college van burgemeester en wethouders van deze gemeente aangewezen als parkeerplaats voor betaald parkeren.

2.2.

Tijdens controle door een scanauto op het tijdstip, is geconstateerd dat voor de auto geen parkeerbelasting was betaald. De heffingsambtenaar heeft daarom aan belanghebbende een naheffingsaanslag opgelegd (de naheffingsaanslag) ten bedrage van € 70,50; dit bedrag bestaat uit € 6 aan parkeerbelasting en € 64,50 aan kosten voor elke naheffingsaanslag.

2.3.

In de zittingsaantekeningen van de zitting bij de rechtbank staat onder andere het volgende vermeld (in deze zittingsaantekeningen wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’):

Eiser:

Ik ken Amsterdam niet en was daarom bezig een adres te zoeken. Het is allemaal zo dicht op elkaar in die straat, dus ik moest even aan de kant om te kijken of ik op het juiste adres was. (…) Als ik mij goed kan herinneren heb ik kennis gebeld en ben ik iets gaan doorrijden en ietsje voor kruising had ik moeten zijn. Toen ik daar plek had gevonden zuil opgezocht, netjes nummer overgenomen. Telefonisch aangemeld. (…)

Rechter:

Hoe lang heeft dat geduurd [Hof: het, na het laten staan van de auto in een parkeervak, zoeken van een parkeerzuil en aanmelden via de parkeerapplicatie]? Moment uitstappen tot en met moment van aanmelden?

Eiser:

Niet langer dan drie, vier minuten. (…)

Ik ben nog even blijven zitten [Hof: tussen neerzetten van de auto en het uitstappen], max. 5 minuten. Even gebeld waar ik moest zijn.”

2.4.

Tot de gedingstukken behoort een factuur parkeerkosten met specificatie. Uit deze specificatie volgt dat de auto op 18 september 2020 vanaf 21:58 uur tot 23:10 uur was aangemeld via de parkeerapplicatie Yellowbrick om te parkeren in zone 12148 te Amsterdam, waartoe de locatie behoort. Tot de gedingstukken behoren voorts enkele foto’s gemaakt door de scanauto waaruit blijkt dat de lichten van de auto op het tijdstip gedoofd waren.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend; de heffingsambtenaar bevestigend.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het hoger beroep

5 Kosten

6 Beslissing