Home

Gerechtshof Amsterdam, 09-08-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2412, 21/01715 en 21/01716

Gerechtshof Amsterdam, 09-08-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2412, 21/01715 en 21/01716

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
9 augustus 2022
Datum publicatie
7 september 2022
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:2412
Formele relaties
Zaaknummer
21/01715 en 21/01716
Relevante informatie
Art. 73 Wschw, Art. 73 lid 3 Wschw, Art. 111 Wschw, Art. 8:75 Awb, Art. 8:108 Awb

Inhoudsindicatie

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De verordening is onverbindend, aangezien niet is voldaan aan de bekendmakingsvoorwaarden.

Uitspraak

kenmerken 21/01715 en 21/01716

9 augustus 2022

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, de heffingsambtenaar,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerken AMS 20/2470 en 20/2636 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) van 20 september 2021 in het geding tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. P.F. van der Muur (Ernst & Young Belastingadviseurs LLP)

en

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

Op 31 juli 2019 heeft de heffingsambtenaar aan belanghebbende een aanslag zuiveringsheffing bedrijven voor het jaar 2018 opgelegd.

1.1.2.

Op 30 september 2020 heeft de heffingsambtenaar aan belanghebbende een aanslag zuiveringsheffing bedrijven voor het jaar 2019 opgelegd.

1.2.

Belanghebbende is tegen de aanslagen zuiveringsheffing 2018 en 2019 in bezwaar gegaan.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar.

1.5.

Op de tegen de uitspraken op bezwaar door belanghebbende ingestelde beroepen heeft de rechtbank Amsterdam bij uitspraak van 28 september 2021 als volgt beslist:

“De rechtbank:

- verklaart de beroepen gegrond;

- vernietigt de bestreden uitspraken op bezwaar;

- vernietigt de aan [belanghebbende] over de belastingjaren 2018 en 2019 opgelegde aanslagen zuiveringsheffing bedrijven;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;

- draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van in totaal € 708 aan [belanghebbende] te vergoeden;

- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 2.036.”

1.6.

De heffingsambtenaar heeft, ingekomen bij het Hof op 5 november 2021, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.

1.7.

Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Van de heffingsambtenaar is bij brief van 18 januari 2022 een nader stuk met een bijlage ontvangen. Een afschrift hiervan is aan de wederpartij verstrekt.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 juli 2022. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Aan belanghebbende, een zogeheten meetbedrijf als bedoeld in de Waterschapswet (Wschw), zijn voor de jaren 2018 en 2019 aanslagen zuiveringsheffing opgelegd.

2.2.1.

Het algemeen bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft op 30 november 2017 de Verordening Zuiveringsheffing Amstel, Gooi en Vecht 2018 vastgesteld (hierna: de Verordening 2018). Deze verordening houdt onder meer het volgende in:

“Artikel 1Ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de taak inzake het zuiveren van afvalwater, wordt onder de naam zuiveringsheffing een directe belasting geheven ter zake van het direct of indirect afvoeren op een zuiveringtechnisch werk in beheer bij het waterschap.(…)Artikel 3Bij deze verordening behoren de volgende bijlagen:- Bijlage I: voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening;(…)Artikel 91. Voor de heffing bedoeld in artikel 1 geldt als grondslag de hoeveelheid en de hoedanigheid van de stoffen die in een kalenderjaar worden afgevoerd.2. Voor de heffing geldt als heffingsmaatstaf de vervuilingswaarde van de stoffen die in een kalenderjaar worden afgevoerd. De vervuilingswaarde wordt uitgedrukt in vervuilingseenheden.3. Het aantal vervuilingseenheden met betrekking tot zuurstofverbindende stoffen wordt bepaald op basis van de som van het chemisch zuurstofverbruik en het zuurstofverbruik door omzetting van stikstofverbindingen, zoals voorgeschreven in Bijlage I van deze verordening.(…)Artikel 101. Het aantal vervuilingseenheden van zuurstofbindende en andere stoffen wordt berekend met behulp van door meting, bemonstering en analyse verkregen gegevens. De meting, bemonstering, analyse en berekening geschiedt met inachtneming van de in Bijlage I van deze verordening opgenomen voorschriften.(…)”

2.2.2.

Bijlage I bij de Verordening 2018 houdt onder meer het volgende in:

“A Wijze van meting, bemonstering en monsterbehandeling Paragraaf 1 Algemeen(…) De meet- en bemonsteringsvoorzieningen worden overeenkomstig onderstaande bepalingen respectievelijk NEN 6600-1 (Water-Monsterneming-Deel 1: Afvalwater 2009) en overeenkomstig de voorschriften van de leveranciers van de apparatuur geïnstalleerd en onderhouden.(…) Paragraaf 3 Bemonstering3.1 Algemeen, instelling en uitvoering apparatuurDe bemonstering dient plaats te vinden met behulp van automatische monstername-apparatuur. De bemonstering geschiedt in overeenstemming met NEN6600-1 (Water-Monsterneming-Deel 1: Afvalwater 2009)), (…)”

2.3.1.

Het algemeen bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft op 29 november 2018 de Verordening Zuiveringsheffing Amstel, Gooi en Vecht 2018 vastgesteld (hierna: de Verordening 2019). Deze verordening houdt onder meer het volgende in:

“Artikel 1Ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de taak inzake het zuiveren van afvalwater, wordt onder de naam zuiveringsheffing een directe belasting geheven ter zake van het direct of indirect afvoeren op een zuiveringtechnisch werk in beheer bij het waterschap.(…)Artikel 3Bij deze verordening behoren de volgende bijlagen:- Bijlage I: voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening;(…)Artikel 91. Voor de heffing bedoeld in artikel 1 geldt als grondslag de hoeveelheid en de hoedanigheid van de stoffen die in een kalenderjaar worden afgevoerd.2. Voor de heffing geldt als heffingsmaatstaf de vervuilingswaarde van de stoffen die in een kalenderjaar worden afgevoerd. De vervuilingswaarde wordt uitgedrukt in vervuilingseenheden.3. Het aantal vervuilingseenheden met betrekking tot zuurstofverbindende stoffen wordt bepaald op basis van de som van het chemisch zuurstofverbruik en het zuurstofverbruik door omzetting van stikstofverbindingen, zoals voorgeschreven in Bijlage I van deze verordening.(…)Artikel 101. Het aantal vervuilingseenheden van zuurstofbindende en andere stoffen wordt berekend met behulp van door meting, bemonstering en analyse verkregen gegevens. De meting, bemonstering, analyse en berekening geschiedt met inachtneming van de in Bijlage I van deze verordening opgenomen voorschriften.(…)”

2.3.2.

Bijlage I bij de Verordening 2018 houdt onder meer het volgende in:

“A Wijze van meting, bemonstering en monsterbehandeling Paragraaf 1 Algemeen(…) De meet- en bemonsteringsvoorzieningen worden overeenkomstig onderstaande bepalingen respectievelijk NEN 6600-1 (Water-Monsterneming-Deel 1: Afvalwater 2009) en overeenkomstig de voorschriften van de leveranciers van de apparatuur geïnstalleerd en onderhouden.(…) Paragraaf 3 Bemonstering3.1 Algemeen, instelling en uitvoering apparatuurDe bemonstering dient plaats te vinden met behulp van automatische monstername-apparatuur. De bemonstering geschiedt in overeenstemming met NEN6600-1 (Water-Monsterneming-Deel 1: Afvalwater 2009)) (…).”

2.4.

De rechtbank heeft omtrent de bekendmaking van de NEN-normen, als vermeld in de Verordening 2018 en de Verordening 2019 (hierna tezamen: de verordeningen), in onderdeel 7 en in onderdeel 8 van haar uitspraak het volgende vastgesteld:

“7. Vast staat dat voor belastingjaar 2018 de in de bijlage genoemde NEN-normen niet bekend zijn gemaakt door publicatie. Voor belastingjaar 2019 heeft het algemeen bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht op 28 november 2019 het Besluit terinzagelegging NEN-normen in het Waterschapsblad 2019 vastgesteld. Dit besluit is op 3 december 2019 bekend gemaakt in het Waterschapsblad 2019, nr. 12634. In het besluit staat dat de normbladen, genoemd in Bijlage I worden gepubliceerd door terinzagelegging op het kantoor van het waterschap. Verder staat vast dat in de verordeningen niet is vermeld dat de NEN-normen ter inzage liggen en dat in de verordening niet wordt verwezen naar een in de Staatscourant gepubliceerde tekst van de NEN-normen. De heffingsambtenaar heeft dit ook erkend.8. (…)In dit geval is in zowel in de Verordening van 2018 als in de Verordening 2019 niet vermeld dat de NEN-normen ter inzage liggen.”

2.5.

Desgevraagd heeft de heffingsambtenaar ter zitting van de rechtbank verklaard dat de NEN-normen voor het gehele bedrag van de aanslag van belanghebbende van belang zijn, zodat, indien de verordeningen onverbindend zijn, de aanslagen zuiveringsheffing moeten worden vernietigd.

3 3. Geschil in hoger beroep

Evenals voor de rechtbank, is in hoger beroep in geschil of de verordeningen onverbindend zijn, omdat – naar belanghebbende heeft gesteld en de heffingsambtenaar heeft betwist – de NEN-normen die in de bij de verordeningen behorende Bijlage I zijn vermeld, niet zijn gepubliceerd in overeenstemming met de bekendmakingseis van artikel 73 Wschw.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 5. Beoordeling van het geschil in hoger beroep

6 6. Kosten

7 7. Beslissing