Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-08-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3203, 21/00084

Gerechtshof Amsterdam, 23-08-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3203, 21/00084

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 augustus 2022
Datum publicatie
16 november 2022
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:3203
Formele relaties
Zaaknummer
21/00084
Relevante informatie
Art. 3.4 Wet IB 2001, Art. 3.65 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

Art. 3.65 Wet IB 2001. Inbreng van verhuurde onderneming in een nieuw opgerichte B.V. Het Hof oordeelt dat belanghebbende gebruik kan maken van de geruisloze inbrengfaciliteit.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerk 21/00084

23 augustus 2022

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] , wonende te [plaats] , belanghebbende,

gemachtigden: mrs. N.J. Buisman en E. de Hart (BDO Accountants en Belastingadviseurs B.V.)

tegen de uitspraak van 1 december 2020 in de zaak met kenmerk HAA 20/1608 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Belanghebbende heeft op 18 april 2018 een verzoek om toepassing van artikel 3.65 Wet IB 2001 (geruisloze omzetting) ingediend. De inspecteur heeft dit verzoek bij beschikking van 14 maart 2019 afgewezen.

1.2. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur, bij uitspraak op bezwaar van 20 december 2019, de beschikking gehandhaafd.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Bij uitspraak van 1 december 2020 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

1.4. Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof (per fax) ingekomen op 15 januari 2021. Een nadere motivering van het hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 10 februari 2021. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5. Belanghebbende heeft bij brief van 20 april 2021 een conclusie van repliek ingediend. De inspecteur heeft bij brief van 11 mei 2021 een conclusie van dupliek ingediend.

1.6. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2022. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2. Feiten

2.1. De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

Feiten

1. Eiser drijft sinds 1997 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De onderneming houdt zich bezig met de verkoop van motorbrandstoffen en shop-artikelen aan particulieren en bedrijven. Daarnaast wordt een carwash geëxploiteerd en wordt één caravan verhuurd.

2. Op 12 juli 2010 zijn eiser en [X] B.V. (hierna: [X] ) een huurovereenkomst aangegaan inzake de huur van de onderneming van eiser. In de huurovereenkomst staat – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:

“(…)

Overwegende dat:

  1. Verhuurder eigenaar is van het motorbrandstoffenverkooppunt aan de [adres] , [postcode] te [plaats] (…)

  2. Verhuurder drijft sinds 1997 [Y] , hierna te noemen “Onderneming” De onderneming houdt zich bezig met de verkoop van motorbrandstoffen en shop artikelen aan particulieren en bedrijven Daarnaast wordt een uitgebreide carwash geexploiteerd.

  3. Verhuurder wenst de feitelijke exploitatie van het servicestation over te dragen aan Huurder Verhuurder wenst Huurder daartoe in de gelegenheid te stellen door middel van verhuur van de onderneming Dit houdt in dat Verhuurder het motorbrandstoffenverkooppunt wil verhuren aan Huurder, gelijk Huurder dit van Verhuurder wil huren Verhuurder stelt daarnaast aan huurder ter beschikking de handelsnaam van de onderneming, de inventaris alsmede de goodwill in de zin van bekendheid en klantenkring Voor de huur c q verhuur gelden de navolgende voorwaarden

Komen overeen als volgt:

1. Het Gehuurde

1. Het gehuurde bestaat uit een compleet motorbrandstoffenverkooppunt, shop met inrichting, carwash, wasspuitboxen en aanverwante ruimtes, hierna te noemen “het Gehuurde” (…)

(…)

1. Het Gehuurde is bestemd om te worden gebruikt als bemand motorbrandstoffenverkooppunt inclusief verkoop van LPG, met verkoopshop en carwashgelegenheid Verhuurder zal zorgdragen voor de vergunningen, welke vereist zijn voor de exploitatie van het tankstation, shop en carwashgelegenheid (…)

1. Voor de plaats van de opslagtank voor LPG huurt Verhuurder van de gemeente [plaats] een perceel grond, gelegen (…) Verhuurder verklaart, afgezien van wettelijke aanpassingen dan wel wettelijke verplichtingen, er voor in te staan dat deze huurovereenkomst tijdens de looptijd van deze huurovereenkomst wordt gecontinueerd, om een onbelemmerde verkoop van LPG op het tankstation te waarborgen. De huursom komt voor rekening van de Verhuurder

(…)

2 Huurtermijn

2 1 De huurovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van tien (10) jaar ingaande 15 juli 2010 en eindigende 14 juli 2020

2 2 Na het verstrijken van de onder 2 1 genoemde periode wordt deze overeenkomst verlengd met een periode van 5 jaar, behoudens schriftelijke opzegging door Huurder met een opzegtermijn van 1 jaar (…)

2 3 Partijen komen overeen dat de maximale huurperiode 15 jaar zal bedragen en derhalve uiterlijk eindigt op 14 juli 2025 (…)

2 4 Bij het einde van de huurovereenkomst zal door Verhuurder op geen enkele wijze aan Huurder een vergoeding worden betaald voor aangebrachte wijzigingen c q investeringen door Huurder dan wel door toegenomen goodwill als gevolg van inzet van Huurder

(…)

3 Huurprijs en betaling

3 1 De huurprijs is door partijen vastgesteld op € 180.000,00 (exclusief BTW) per contractjaar (…)

3 2 Naast de huurprijs genoemd in artikel 3 1 is Huurder aan Verhuurder een variabele huurvergoeding verschuldigd (…)

(…)

4 Overige Lasten en Belastingen

4 1 Het eigenaarsgedeelte van de onroerende zaak belasting of de hiervoor in de plaats te stellen heffing, de opstal- en brandverzekering van de gebouwen alsmede de verschuldigde waterschapslasten, zijn voor rekening van de Verhuurder

4 2 Voor rekening van de Huurder komen het gebruikersgedeelte van de onroerende zaakbelasting, rioolheffingen en alle lasten welke direct of indirect verband houden met de exploitatie van het tankstation

4 3 De op het Gehuurde rustende kosten voor het aanleggen en in stand houden van nutsvoorzieningen zijn voor rekening van Verhuurder De gebruikskosten van het net en de verbruikskosten van de nutsvoorzieningen zijn voor rekening van de Huurder

(…)

6 Onderhoud

9 Milieu

10 Overname Personeel en Voorraden