Home

Gerechtshof Amsterdam, 30-05-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1499, 21/000312 tot en met 21/000318

Gerechtshof Amsterdam, 30-05-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1499, 21/000312 tot en met 21/000318

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
30 mei 2023
Datum publicatie
12 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2023:1499
Zaaknummer
21/000312 tot en met 21/000318
Relevante informatie
Art. 11, lid 1, onderdeel i, Wet OB 1968

Inhoudsindicatie

Belanghebbende handelt in virtuele munten uit een online spel. Zijn de munten een betaalmiddel in de zin van artikel 11, eerste lid, onder i, ten eerste, van de Wet OB?

Uitspraak

kenmerken 21/00312 tot en met 21/00318

30 mei 2023

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] v.o.f., gevestigd te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. M.G.H. van Namen)

tegen de uitspraak van 22 maart 2021 in de zaken met kenmerken HAA 20/384 tot en met 20/390 van de rechtbank Noord-Holland (de rechtbank) in de gedingen tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft ten aanzien van belanghebbende de volgende naheffingsaanslagen omzetbelasting, belastingrentebeschikkingen en boetebeschikkingen vastgesteld:

Kenmerk

Tijdvak

naheffingsaanslag

belastingrente

boete

21/00312

2013

€ 56.968

€ 11.314

-

21/00313

2014

€ 65.049

€ 10.928

€ 4.920

21/00314

2015

€ 65.520

€ 8.386

€ 5.278

21/00315

2016

€ 82.698

€ 7.277

€ 5.278

21/00316

2017

€ 142.289

€ 6.829

€ 5.278

21/00317

2018 (1/1-31/12)

€ 60.851

€ 486

€ 5.278

21/00318

2018 (1/7-30/9)

€ 39.868

-

€ 1.993

1.2.

Bij uitspraken op bezwaar heeft de inspecteur de naheffingsaanslagen en rentebeschikkingen voor de jaren 2013 tot en met 2016 gehandhaafd en de voor die jaren opgelegde boetes vernietigd. De bezwaren voor de jaren 2017 en 2018 heeft de inspecteur niet-ontvankelijk verklaard, waarna hij de voor die jaren opgelegde boetes ambtshalve heeft vernietigd.

1.3.

De rechtbank heeft als volgt beslist op de beroepen tegen die uitspraken op bezwaar:

“De rechtbank:

- verklaart de beroepen in de zaken HAA 20/384 tot en met HAA 20/387 ongegrond [Hof: jaren 2013 tot en met 2016);

- verklaart de beroepen in de zaken HAA 20/388 tot en met HAA 20/390 gegrond [Hof: jaren 2017 en 2018];

- vernietigt de uitspraken op bezwaar in de zaken HAA 20/388 tot en met HAA 20/390, maar met in stand lating van de rechtsgevolgen;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.440,60 en

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 354 aan eiseres te vergoeden.”

1.4.

Na het instellen van hoger beroep door belanghebbende, zijn de volgende stukken bij het Hof ingediend:

-

een verweerschrift door de inspecteur;

-

toelichting op een verzoek tot geheimhouding van de inspecteur;

-

een gewijzigd verzoek tot geheimhouding van de inspecteur, en

-

een nader stuk van de inspecteur.

1.5.

Fungerend als geheimhoudingskamer heeft de zevende enkelvoudige belastingkamer van het Hof bij tussenuitspraak van 31 januari 2023 beslist dat geheimhouding van gedeelten van enkele stukken gerechtvaardigd is.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2023. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Over de door de rechtbank vastgestelde feiten is in hoger beroep niet geklaagd. Met enige verfijningen en aanvullingen, luiden die feiten als volgt.

2.1.

Belanghebbende heeft in de naheffingstijdvakken via haar website, [website] , gehandeld in virtuele ‘gold coins’ uit het online spel [naam 1] (ook wel ‘coins’, ‘gold pieces’ of – per miljoen – ‘mills’ geheten). In beperkte mate heeft zij daarnaast in accounts van [naam 1] gehandeld. Degenen die aan haar verkopen en haar afnemers (particulieren) wonen vooral in Nederland en België.

2.2.

[naam 1] is een computerrollenspel (een ‘massively multiplayer online role-playing game’ of MMORPG) van [naam 2] Ltd., in eerste instantie uitgebracht in 2001. Sinds 2013 worden twee versies van het spel aangeboden, [naam 1] 3 en Old School [naam 1] . Het spel is gratis te spelen en ook met een abonnement waarvoor moet worden betaald.

2.3.

Het spel speelt zich af in de virtuele wereld van Gielinor , een middeleeuws fantasierijk met diverse koninkrijken, regio's en steden. Met aanpasbare spelfiguren (avatars) kunnen spelers de spelwereld verkennen en daarin activiteiten ontplooien, zoals tegen monsters (niet-spelerskarakters) vechten, opdrachten (‘quests’) voltooien en (ervaring in) diverse vaardigheden (‘skills’) opdoen en vergroten. Onderling kunnen spelers in het spel handelen, chatten, vechten en minigames spelen.

2.4.

[naam 1] kent een speleconomie waarbinnen gold coins het voornaamste betaalmiddel vormen. Met gold coins kunnen de avatars van spelers uiteenlopende virtuele voorwerpen in het spel verkrijgen en daarin handelen met de avatars van andere spelers. Gold coins kunnen worden verdiend door bepaalde activiteiten in het spel uit te voeren en door te handelen.

2.5.

Voor de handel in virtuele voorwerpen kent [naam 1] de [naam 3] , een virtuele marktplaats waar de avatars van spelers gold coins kunnen ruilen tegen virtuele voorwerpen en omgekeerd. Verder is het mogelijk op de virtuele straat te ruilen met de avatar van een andere speler en om gold coins en virtuele voorwerpen weg te geven. Ten slotte kunnen gold coins worden besteed bij de virtuele General Store. Daar brengt de spelaanbieder (nieuwe) virtuele voorwerpen in het spel (en verdwijnen gold coins weer uit de speleconomie).

2.6.

In de algemene voorwaarden van de spelaanbieder wordt vermeld dat het gebruik van [naam 1] geschiedt op basis van een aan de speler verstrekte licentie, die op elk moment kan worden ingetrokken. Alle intellectuele eigendomsrechten en andere rechten, waaronder “any game character, Account, content, Virtual Currency and virtual Items”, zijn en blijven volgens artikel 7 van de algemene voorwaarden “property” van de spelaanbieder. Verder verbiedt de spelaanbieder “(a) transfers of virtual items or Virtual Currency which take place outside the rules of a [naam 2] Product; or (b) transfers of Accounts; or (c) sale, gift or trade in the real world of anything that appears or originates in a [naam 2] Product.”

2.7.

Gold coins kunnen alleen worden aangewend in [naam 1] . In artikel 13 van de algemene voorwaarden van de spelaanbieder is bepaald dat ‘Virtual Currency’ een onderdeel is van de licentie die aan de speler is verstrekt. Gold coins zijn niet bij de spelaanbieder in te wisselen voor geld en niet buiten het spel over te dragen.

2.8.

Op [website] kunnen spelers, buiten het spel om, afspraken met belanghebbende maken om tegen betaling van euro’s gold coins te verkrijgen en andersom. Belanghebbende en haar wederpartij spreken dan af dat hun avatars elkaar op een virtuele plaats in [naam 1] ontmoeten voor de overgave van de gold coins. Betalingen in euro’s vinden geheel buiten het spel om plaats.

2.9.

Op de website van belanghebbende is het volgende vermeld geweest:

“Wat verkopen wij?

[naam 1] gold coins.

[naam 1] gold coins worden gebruikt om zo ongeveer alles in het spel te verhandelen. Je kunt je account sterker maken door bijvoorbeeld sterkere en duurdere spullen te kopen van andere spelers of via de GE [Hof: [naam 3] ]. Het verdienen van munten in het spel duurt erg lang als je nog niet sterk genoeg of ervaren genoeg bent, het is dan veel gemakkelijker om geld te kopen. De gold coins worden gewoon in game overgegeven naar jouw account. Het overgeven gaat via ‘trade’ en op een afgesproken plaats en speelwereld. Op het moment verkopen wij geen items in onze winkel, deze kun je gemakkelijk zelf kopen op de ‘ [naam 3] ’ in [naam 4] [Hof: een virtuele plaats in het spel].”

2.10.

In de tijdvakken waarover de naheffingsaanslagen zijn opgelegd, heeft belanghebbende in haar aangiften de door haar verschuldigde omzetbelasting berekend door 21% te nemen uit de marge die zij met haar handel in gold coins heeft gerealiseerd. De inspecteur heeft zich na een controle echter op het standpunt gesteld dat belanghebbende de verschuldigde belasting had moeten berekenen door 21% te nemen uit de bruto opbrengsten van de verkoop van gold coins. Het daaruit voortvloeiende verschil in verschuldigde belasting is daarna nageheven.

2.11.

In Nederland is naast belanghebbende nog één andere grote partij actief in de handel in gold coins uit [naam 1] . Ook bij deze partij heeft de inspecteur omstreeks 2018-2019 het in 2.10 vermelde standpunt ingenomen. Voor het verleden heeft hij bij die partij echter berust in de voldoening van omzetbelasting uit de marge met de handel in gold coins met als reden dat bij een startgesprek in 2011 vertrouwen is gewekt dat die handelwijze juist is.

2.12.

In nog twee andere gevallen heeft de inspecteur wel over het verleden omzetbelasting nageheven uitgaande van het in 2.10 vermelde standpunt. Dit betreft veel kleinere aanbieders van gold coins. Over een van die gevallen heeft de rechtbank Gelderland op 5 juli 2022 uitspraak gedaan (ECLI:NL:RBGEL:2022:3360). Andere gevallen zijn niet bekend.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep klaagt belanghebbende over het oordeel van de rechtbank dat gold coins niet een betaalmiddel zijn in de zin van artikel 11, eerste lid, onder i, ten eerste, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet) en dat haar dienstverlening met betrekking tot de gold coins niet is vrijgesteld van omzetbelasting. Verder komt zij op tegen de afwijzing van haar subsidiaire standpunt, dat omzetbelasting is verschuldigd over de gerealiseerde marge met de in- en verkoop van gold coins, en niet over de bruto verkoopopbrengsten, al dan niet op grond van het gelijkheidsbeginsel. De inspecteur onderschrijft de uitspraak van de rechtbank.

3.2.

Niet in geschil is dat indien het gelijk aan belanghebbende is (de diensten zijn vrijgesteld of slechts de marge is belast), de naheffingsaanslagen onterecht zijn opgelegd. Indien het gelijk aan de inspecteur is, is tussen partijen evenmin in geschil dat de naheffingsaanslagen tot het juiste bedrag zijn vastgesteld.

3.3.

Een nieuw geschilpunt in hoger beroep is of de belastingrente niet op een te hoog bedrag is bepaald, zoals belanghebbende betoogt en de inspecteur bestrijdt.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing