Gerechtshof Amsterdam, 21-12-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3772, 22/2543 tot en met 22/2547
Gerechtshof Amsterdam, 21-12-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3772, 22/2543 tot en met 22/2547
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 21 december 2023
- Datum publicatie
- 24 april 2025
- Zaaknummer
- 22/2543 tot en met 22/2547
- Relevante informatie
- Art. 229 Gemw, Art. 8:15 Awb, Art. 8:45 Awb
Inhoudsindicatie
Wrakingsverzoek. Wrakingsverbod. Wrakingsverbod dat in een vergelijkbare zaak is uitgesproken wordt van toepassing geacht. Belanghebbende maakt structureel misbruik van de bevoegdheid wrakingsverzoeken in te dienen. Wrakingsverzoek wordt buiten behandeling gesteld. Aanslagen "vastrecht onderhoud" in verband met grafrecht.
Uitspraak
kenmerken 22/2543 tot en met 22/2547
21 december 2023
uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraken van 9 november 2022 in de zaken met kenmerken AMS 20/6386 tot en met AMS 20/6389 en de zaak met het kenmerk AMS 20/6390 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende aanslagen “vastrecht onderhoud” voor de jaren 2015 tot en met 2019 opgelegd.
Na daartegen gemaakte bezwaren, heeft de heffingsambtenaar op 27 oktober 2020 uitspraken op bezwaar gedaan en de aanslagen voor alle jaren gehandhaafd.
Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld.
Aanslagen 2015 tot en met 2018
Bij uitspraak van 13 oktober 2021 heeft de rechtbank het beroep voor de jaren 2015 tot en met 2018 buiten zitting niet-ontvankelijk verklaard, met toepassing van artikel 8:54 Awb.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.
De rechtbank heeft bij uitspraak van 9 november 2022, kenmerken AMS 20/6386 tot en met AMS 20/6389, het verzet gegrond verklaard en, met toepassing van het bepaalde in artikel 8:55, lid 10, Awb, het beroep ongegrond verklaard.
Aanslag 2019
De rechtbank heeft bij uitspraak van 9 november 2022, kenmerk AMS 20/6390, het beroep ongegrond verklaard.
Alle zaken
Het tegen deze uitspraken door belanghebbende (in één geschrift) ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 20 december 2022 en aangevuld bij brief van 24 januari 2023. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Bij brieven van 12 juni 2023, 20 juni 2023, 20 juli 2023, 24 oktober 2023, 4 november 2023 en 6 november 2023 heeft belanghebbende nadere stukken ingediend. Een afschrift hiervan is aan de heffingsambtenaar verstrekt.
Bij brieven van 2, 8 en 11 november 2023 heeft belanghebbende om uitstel van de zitting verzocht. Bij berichten van 3 en 14 november 2023 heeft het Hof deze verzoeken afgewezen.
Op 14 november 2023 heeft belanghebbende (om 22:28) bij e-mailbericht verzocht om wraking van de voltallige zetel van de behandelende kamer, zowel in de onderwerpelijke zaken als in de op de zelfde zitting te behandelen zaak met kenmerk 22/2436.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 november 2023, gelijktijdig met het onderzoek in de zaak van belanghebbende met het kenmerk 22/2436. Belanghebbende is, hoewel hij blijkens zijn uitstelverzoeken (zie 1.10) op de hoogte was van de datum en tijd waarop zijn hogerberoepen zouden worden behandeld, en hem in de zaak met kenmerk 22/2436 een wrakingsverbod was opgelegd, niet ter zitting verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Belanghebbende beschikt over de rechten op een graf, genummerd [#] , gelegen op begraafplaats [naam 1] . Het grafrecht is in 2004 uitgegeven door de gemeente [Z] voor een periode van 20 jaar.
Op de opdrachtbon die belanghebbende op 11 februari 2004 heeft ondertekend voor de uitvoering van de begrafenis door de begrafenisondernemer (PC Uitvaartzorg) staan onder meer de volgende kosten vermeld:
“ Aantal Prijs in €
(…) (…) (…)
Verzorgd door derden
Begraafrecht eigen graf 1 659,50
Huur eigen graf categorie C (20 jaar) 1 1.110,10
Onderhoud eigen graf 1 jaar 1 47,50
(…) (…) (…)”
Belanghebbende heeft een tarieventabel 2004 overgelegd waarin onder meer het volgende is vermeld:
gemeente
[Z] Tarieven 2004 (Verkorte lijst) [naam 1]
Een volledige lijst op aanvraag verkrijgbaar bij de balie van [naam 1]
|
1. Begraafrecht |
maandag t/m vrijdag van 9 tot 15.00 |
hierna en zon- en fees[tdagen] |
|
Eigen graf |
€ 659,50 |
€ 1483,90 |
|
(…) |
(…) |
(…) |
|
2. Pacht (koop) eigen grafruimte 20 jaar |
éénmalig |
|
|
(…) |
(…) |
|
|
Categorie C 2.00 x 1.00 |
€ 1110,10 |
|
|
(…) |
(…) |
|
|
5. Onderhoud eigen graven 20 jaar |
per jaar |
éénmalig |
|
Algemeen (vastrecht) |
€ 47,50 |
€ 950,00 |
|
(…) |
(…) |
(…) |
De artikelen 2 en 5 van de “Verordening op de heffing en invordering van grafrechten [naam 1] 2015 gemeente [Z] ” en de daarop volgende verordeningen voor de jaren 2016 tot en met 2019 luiden:
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het gebruik van het crematori[um] en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats of het crematori[um].
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
(…)
De in artikel 5 bedoelde tarieventabel luidt, voor zover hier van belang, in de jaren 2015 tot en met 2019 respectievelijk:
(2015)
Jaarlijkse rechten eigen graven:
|
5.2.1. |
Voor het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats, een recht per kalenderjaar van |
€ 81,81 |
(2016)
Jaarlijkse rechten eigen graven:
|
5.2.1. |
Voor het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats, een recht per kalenderjaar van |
€ 83,00 |
(2017)
Jaarlijkse rechten eigen graven:
|
5.2.1. |
Voor het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats, een recht per kalenderjaar van |
€ 84,00 |
(2018)
Jaarlijkse rechten eigen graven:
|
5.2.1. |
Voor het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats, een recht per kalenderjaar van |
€ 87,00 |
(2019)
|
B.6 |
Onderhoud |
Tarief in € |
|
B.6.01 |
Vastrecht per jaar |
88,74 |
|
(…) |
(…) |
(…) |
Tot en met 2018 is daarbij telkens het volgende vermeld:
5.2.1.1. Onder het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats wordt verstaan:
Onderhoud algemeen groen, kosten afvoer blad, onderhoud bomen, nieuwe aanplant plantsoen, onderhoud paden, servicepunten en banken
Het recht is tevens inclusief het onderhoud van de op de eigen graven aangebrachte beplantingen. (exclusief rozen)
5.2.1.2. Voor de afkoop voor het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats kan een afkoopsom worden gestort voor een periode van tien resp. twintig jaar, gelijk aan tien resp. twintig maal de jaarlijkse onderhoudsrechten
De afkoop zal ingaan met ingang van 1 januari van het nieuwe jaar
Uitsluitend om te voldoen aan de volledig resterende termijn kan de afkoop voor het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats voor een kortere periode anders dan tien jaar of twintig jaar worden toegestaan (zolang het graf verlengd is). Hiertoe wordt per jaar het vastrecht geheven conform 5.2.1.
In de tabel voor het jaar 2019 zijn woorden van gelijke strekking opgenomen.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de aanslagen “vastrecht onderhoud” voor de jaren 2015 tot en met 2019 terecht zijn opgelegd.