Gerechtshof Amsterdam, 11-06-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1646, 22/540
Gerechtshof Amsterdam, 11-06-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1646, 22/540
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 11 juni 2024
- Datum publicatie
- 19 juni 2024
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2025:1486
- Zaaknummer
- 22/540
- Relevante informatie
- Art. 10 BPM
Inhoudsindicatie
NA bpm. Belanghebbende heeft geen enkel concreet en verifieerbaar bewijs bijgebracht van herstel van de auto uitgerekend in de week tussen het doen van aangifte en het tonen bij DRZ. Afschrijving o.b.v. koerslijst. Geen blijvende waardevermindering vanwege ex-schade.
Uitspraak
kenmerk 22/540
11 juni 2024
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. S.M. Bothof)
tegen de uitspraak van 29 juni 2022 in de zaak met kenmerk HAA 20/1966 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende op 11 oktober 2019 een naheffingsaanslag bpm opgelegd voor een bedrag van € 10.258, vermeerderd met € 294 belastingrente. De aanslag en de rentebeschikking heeft de inspecteur vervolgens in bezwaar gehandhaafd.
Het tegen de uitspraak op bezwaar ingestelde beroep heeft de rechtbank in de bestreden uitspraak ongegrond verklaard.
Het hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 28 juli 2022. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Met instemming van partijen heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden. Bij brief van 22 april 2024 heeft het Hof partijen geïnformeerd dat het onderzoek is gesloten.
2 Feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (belanghebbende wordt aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“1. Op 14 juni 2018 heeft eiser BPM-aangifte gedaan ter registratie van een [merknaam] met een VIN-nummer eindigend op [0000] (hierna: de auto).
2. De auto heeft een datum eerste toelating 20 oktober 2016. De kilometerstand op het
moment van aangifte bedraagt 21.800.
3. Eiser heeft de aangifte gedaan met gebruikmaking van een in zijn opdracht opgemaakt taxatierapport van MAB Tax te [Z] . Hierbij is de historische nieuwprijs voor consumenten van de auto vastgesteld op € 134.924 en is de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat aan de hand van koerslijst Autotelex Pro bepaald op € 71.198. De auto heeft volgens de taxateur schade die op basis van ‘Silverdat Calculatienormen’ is begroot op € 45.011,49. Eisers taxateur heeft daarom de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat verminderd en bepaald op € 26.183. De alsdan verschuldigde bpm bedraagt volgens de aangifte € 8.950.
4. Op 18 juni 2018 heeft verweerder verzocht de auto voor controle van de aangegeven waarden te tonen op de Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ) te Soesterberg op
21 juni 2018 om 10.00 uur.
5. Op basis van deze controle heeft DRZ een onderzoeksverslag opgesteld waarin is geconcludeerd tot een historische nieuwprijs voor consumenten van € 147.520 en een handelsinkoopwaarde van € 61.918. DRZ heeft hierbij geen rekening gehouden met enige waardevermindering ten gevolge van schade. De taxateur heeft opgemerkt dat de auto reeds volledig was hersteld en dat de opgegeven schadeposities dienen te worden aangemerkt als gebruiksschade waaraan geen waardevermindering wordt toegekend.
6. Met dagtekening 13 augustus 2019 heeft verweerder de kennisgeving naheffingsaanslag bpm verstuurd en op 18 september 2019 heeft verweerder de mededeling naheffingsaanslag bpm aan eiser toegezonden.
7. Met dagtekening 11 oktober 2019 heeft verweerder de naheffingsaanslag bpm opgelegd en vastgesteld op € 10.258. Voorts is eiseres tevens een bedrag van € 294 aan belastingrente in rekening gebracht.
8. Op 17 oktober 2019 heeft verweerder eisers bezwaar tegen de opgelegde naheffingsaanslag ontvangen.
9. Op 20 februari 2020 heeft het hoorgesprek naar aanleiding van het bezwaar plaatsgevonden. Hiervan is een verslag opgemaakt.
10. Met dagtekening 3 maart 2020 heeft verweerder uitspraak op het bezwaarschrift gedaan en verzonden. Het bezwaar is ongegrond verklaard.”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn betwist zal ook het Hof daarvan uitgaan, met als toevoeging dat DRZ de handelsinkoopwaarde heeft ontleend aan de koerslijst Xray.
3 Geschil in hoger beroep
In geschil is of de naheffingsaanslag tot het juiste bedrag is opgelegd.