Gerechtshof Amsterdam, 17-09-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3170, 23/460
Gerechtshof Amsterdam, 17-09-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3170, 23/460
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 17 september 2024
- Datum publicatie
- 20 november 2024
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2025:786
- Zaaknummer
- 23/460
- Relevante informatie
- Art. 17 WOZ, Art. 18 WOZ, Art. 28 WOZ
Inhoudsindicatie
Wet WOZ; overstapregeling; waardebeschikking voor woning in aanbouw.
Uitspraak
kenmerk 23/460
17 september 2024
uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. A. Bakker)
tegen de uitspraak van 14 april 2023 in de zaak met kenmerk AMS 21/1709 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 6 november 2020 de waarde in de zin van artikel 17 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) van de onroerende zaak [adres] te Amsterdam (de woning) voor het jaar 2015 (hierna ook: de WOZ-waarde) vastgesteld op € 63.000.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de beschikking gehandhaafd.
De rechtbank heeft als volgt op het tegen die uitspraak ingestelde beroep beslist (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’):
“De rechtbank:
- -
-
verklaart het beroep ongegrond;
- -
-
veroordeelt de Staat in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.046,25;
- -
-
veroordeelt de Staat tot het betalen van een schadevergoeding aan eiseres tot een bedrag van € 500;
- -
-
draagt de Staat op het betaalde griffierecht van € 49 aan eiseres te vergoeden.”
Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2024. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Het Hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten:
“1. De gemeente Amsterdam heeft aan erfpachters, waaronder eiseres, de mogelijkheid geboden over te stappen naar eeuwigdurende erfpacht of over te gaan tot afkoop van het erfpachtrecht (hierna: de overstapregeling). De hoogte van de canon of de afkoopsom wordt in de regel bepaald door de laagste van de WOZ-waarden van de woning volgens de waardebeschikkingen voor de jaren 2015 en 2016.
2. Onder andere bij woningen in aanbouw gaat de gemeente echter uit van een zogeheten ‘onbezwaarde waarde’ in plaats van de WOZ-waarde. De onbezwaarde waarde van een woning in aanbouw wordt vastgesteld op basis van de WOZ-waarde. De gemeente doet dat door de waarde van de verschillende deelobjecten te sommeren zonder toepassing van het percentage-gereed. Indien de WOZ-waarde van de woning in aanbouw niet aan bepaalde criteria voldoet, wordt de onbezwaarde waarde modelmatig bepaald.
3. Eiseres heeft in het kader van de overstapregeling met een beroep op artikel 28, eerste lid, van de Wet WOZ een aanvraag ingediend tot afgifte van een voor bezwaar vatbare beschikking op haar naam voor de WOZ-waarde van de woning voor het belastingjaar 2015 (hierna: de waardebeschikking).
4. De heffingsambtenaar heeft op 6 november 2020 een waardebeschikking afgegeven, waarbij de waarde van de woning is bepaald op de vervangingswaarde, omdat de woning op 1 januari 2015 nog in aanbouw was. De heffingsambtenaar heeft het hiertegen door eiseres gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.”
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep ligt ter beoordeling voor hetgeen is overwogen en beslist onder 6 tot en met 13 van de rechtbankuitspraak.