Home

Gerechtshof Amsterdam, 15-04-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:1416, 24/1930 tm 1933

Gerechtshof Amsterdam, 15-04-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:1416, 24/1930 tm 1933

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
15 april 2025
Datum publicatie
4 juni 2025
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2025:1416
Zaaknummer
24/1930 tm 1933
Relevante informatie
Art. 9 Wet OB, Tabel I post a-8

Inhoudsindicatie

Is ter zake van de door belanghebbende geleverde compressiekousen met drukklasse CCL2 het verlaagde btw-tarief van toepassing in de zin van artikel 9, tweede lid, sub a, van de Wet OB juncto Tabel I post a.8 behorende bij de Wet OB (Tabel I post a.8)?

Uitspraak

kenmerken 24/1930 tot en met 24/1933

15 april 2025

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V., gevestigd te [Z], belanghebbende,

(gemachtigde: drs. J.W. den Ouden)

tegen de uitspraak van 1 februari 2024 in de zaak met kenmerken HAA 22/4035 tot en met HAA 22/4038 van de rechtbank Noord-Holland (de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

In de bestreden uitspraak heeft de rechtbank als volgt beslist op het beroep van belanghebbende tegen een teruggaafbeschikking en drie naheffingsaanslagen omzetbelasting, alsmede op haar verzoek tot vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn:

“De rechtbank:

- verklaart de beroepen ongegrond;

- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de aan de bezwaarfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op een bedrag van € 750;

- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van de aan de beroepsfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op een bedrag van € 250;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 109,38;

- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 109,38;

- draagt verweerder op de helft van het betaalde griffierecht van € 365 aan eiseres te vergoeden, zijnde € 182,50; en

- draagt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) op de helft van het betaalde griffierecht van € 365 aan eiseres te vergoeden, zijnde € 182,50.”

1.2.

Na het instellen van hoger beroep door belanghebbende, hebben partijen de volgende stukken ingediend:

-

een motivering van het hoger beroep door belanghebbende;

-

een verweerschrift door de inspecteur;

-

een nader stuk door belanghebbende;

-

een nader stuk door de inspecteur;

-

een pleitnota door belanghebbende;

-

een reactie op de pleitnota door de inspecteur.

1.3.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 maart 2025. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (belanghebbende wordt in de uitspraak van de rechtbank aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

“1. In het uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel worden de activiteiten van eiseres, voor zover hier van belang, omschreven als: “groothandel in verpleeg- en orthopedische artikelen in het bijzonder steunkousen.”

2. Eiseres verkoopt onder meer compressiekousen met een degressieve compressie en drukklasse van CCL1 (18-21mm HG) en CCL2 (23-32 mm HG). Op de website van eiseres wordt een onderverdeling gemaakt in sokken voor sporten, dagelijks gebruik, reizen en medisch gebruik.

3. Compressiekousen kunnen worden ingedeeld in drukklassen. De Europese standaard is onderverdeeld in vier drukklassen, waaronder:

- Drukklasse CCL1 (18-21 mm HG).

- Drukklasse CCL2 (23-32 mm HG).

4. De compressiekousen die door eiseres worden verkocht beschikken over de volgende product- en systeemcertificaten:

- ISO 9001 / ISO 13485

- Salzman Medical Stocking Tester

- CE Keurmerk

- Kwaliteitszegel textiel

5. Verweerder heeft bij eiseres op 8 november 2017 een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting en vennootschapsbelasting over de jaren 2014 en 2015. De bevindingen zijn neergelegd in een rapport, gedagtekend 19 maart 2018. In dit rapport staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:

4.1 Tariefstoepassing

Belanghebbende verkoopt steunkousen tegen het algemene en het verlaagde omzetbelastingtarief.

Voor de toepassing van het verlaagde tarief doet belastingplichtige een beroep op tabel I a.8.

Elastische kousen met een drukwaarde van ten minste 25 mm kwik (klasse 2 of hoger van de lijst van Bernink) vallen onder het verlaagde tarief.

Ik heb geconstateerd dat deze drukwaarde op de verpakking staat aangegeven.

Ik heb de drukwaarde niet gecontroleerd.”

6. Bij brief van 22 oktober 2020 heeft verweerder aan eiseres meegedeeld dat de toepassing van het verlaagde btw-tarief op de door eiseres geleverde compressiekousen niet langer wordt toegestaan.

7. Naar aanleiding van dit door verweerder ingenomen standpunt heeft eiseres met ingang van het eerste kwartaal 2021 naar het algemene btw-tarief aangifte gedaan ter zake van de door haar geleverde compressiekousen met drukklasse CCL2.

8. Voor wat betreft het eerste kwartaal 2021 heeft eiseres middels de door haar ingediende aangifte verzocht om een teruggaaf van € 9.729. Verweerder heeft deze teruggaaf bij beschikking verleend.

9. Voor wat betreft het tweede tot en met het vierde kwartaal van 2021 heeft eiseres de volgens haar aangiftes te betalen bedragen aan omzetbelasting van respectievelijk, € 44.722, € 93.975 en € 186.859 niet voldaan. Verweerder heeft vervolgens overeenkomstig de aangiftes de onderhavige naheffingsaanslagen opgelegd.

10. Omdat eiseres van mening is dat de door haar geleverde compressiekousen met drukklasse CCL2 onder het verlaagde btw-tarief van 9% vallen, heeft zij bezwaar gemaakt tegen de teruggaafbeschikking met betrekking tot het eerste kwartaal 2021 en tegen de naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen over het tweede tot en met het vierde kwartaal 2021.

11. Verweerder heeft met dagtekening 16 december 2021 zijn voorgenomen uitspraak op bezwaar met betrekking tot de bezwaren van eiseres over het eerste tot en met het derde kwartaal 2021 aan eiseres kenbaar gemaakt.

12. Op 3 maart 2022 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden.

13. Op 15 maart 2022 heeft verweerder een verslag van het hoorgesprek naar eiseres verstuurd. Op 28 maart 2022 heeft eiseres haar reactie op dit verslag teruggestuurd naar verweerder.

14. Met dagtekening 2 mei 2022 heeft verweerder een toelichting op zijn voorgenomen uitspraken op bezwaar naar eiseres verstuurd. Vervolgens heeft verweerder met dagtekening 20 mei 2022 (eerste kwartaal 2021) respectievelijk 24 juni 2022 (tweede tot en met vierde kwartaal 2021) de uitspraken op bezwaar gedaan.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt daaraan de volgende feiten toe.

2.3.

Belanghebbende maakt op haar website een onderverdeling in door haar aangeboden compressiekousen voor dagelijks gebruik, skiën, hardlopen, wandelen, overige sporten, reizen en medisch gebruik. Bij iedere categorie staat vermeld:

“[X-sokken] bieden de ondersteuning en het zelfvertrouwen om te presteren zoals jij wil. De degressieve compressietechnologie helpt jouw grenzen te verleggen, of het nu gaat om een snellere tijd, een langere hardloopsessie, of een comfortabele en productieve dag.”

2.4.

De onderwerpelijke kousen worden geleverd in drie standaardmaten (1, 2 en 3).

3 Geschil in hoger beroep

In hoger beroep is, evenals in eerste aanleg, in geschil of ter zake van de door belanghebbende geleverde compressiekousen met drukklasse CCL2 het verlaagde btw-tarief van toepassing is in de zin van artikel 9, tweede lid, sub a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB) juncto Tabel I post a.8 behorende bij de Wet OB (Tabel I post a.8).

4 Overwegingen van de rechtbank

2 Verbandmiddelen

4 Windsels

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing