Home

Gerechtshof Amsterdam, 13-05-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:1549, 24/1928

Gerechtshof Amsterdam, 13-05-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:1549, 24/1928

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
13 mei 2025
Datum publicatie
30 juni 2025
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2025:1549
Zaaknummer
24/1928
Relevante informatie
Art. 17 WOZ

Inhoudsindicatie

WOZ-waarde verhuurde woning met ongunstige huurafspraken. Van een situatie waarin belanghebbende door toepassing van de waarderingsficties onevenredig wordt benadeeld bij het heffen van belasting is echter geen sprake.

Uitspraak

kenmerk 24/1928

13 mei 2025

uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak van 9 april 2024 in de zaak met kenmerk AMS 23/5992 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats], de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 25 februari 2023 de waarde in de zin van artikel 17 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) van de onroerende zaak [A-straat] 211 te [plaats] (de woning) voor het jaar 2023 (hierna ook: de WOZ-waarde) vastgesteld op € 693.000.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de beschikking gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank.

1.3.

Het tegen die uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft een pleitnota ingediend met dagtekening 23 april 2025.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 mei 2025. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (belanghebbende wordt in de uitspraak van de rechtbank aangeduid als ‘eiseres’):

“2. Eiseres is samen met haar twee zonen eigenaar van de woning. De woning betreft een corridorflat met berging en parkeerplaats. De oppervlakte van de woning is ongeveer 100 m².

(…)

5. De heffingsambtenaar vindt dat hij de waarde niet te hoog heeft vastgesteld. Hij heeft ter onderbouwing een taxatierapport ingediend. In dit taxatierapport is de waarde van

de woning getaxeerd op € 693.000,-. Het taxatierapport van de heffingsambtenaar bevat

gegevens en recente verkoopcijfers van andere woningen (de vergelijkingsobjecten), namelijk [A-straat] 140, [A-straat] 104 en [A-straat] 127, alle in [plaats] .”

2.2.

Het Hof gaat uit van de hiervoor vermelde feiten en vult deze als volgt aan.

2.3.

Belanghebbende verhuurde (samen met haar twee zonen/mede-eigenaren) de woning. De woning is in 2024 verkocht voor € 350.000 aan een investeerder.

3 Geschil in hoger beroep

In hoger beroep is, evenals in beroep, in geschil of de WOZ-waarde van de woning te hoog is vastgesteld.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing