Gerechtshof Amsterdam, 23-01-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:478, 23/131
Gerechtshof Amsterdam, 23-01-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:478, 23/131
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 23 januari 2025
- Datum publicatie
- 17 maart 2025
- Zaaknummer
- 23/131
- Relevante informatie
- Art. 22 WOZ, Art. 17 WOZ
Inhoudsindicatie
WOZ. Woning. Toepassing meetinstructies.
Uitspraak
kenmerk 23/131
23 januari 2025
uitspraak van de veertiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. A. Bakker)
tegen de uitspraak van 19 december 2022 in de zaak met kenmerk AMS 22/846 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking met dagtekening 25 oktober 2021 op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde (hierna: de WOZ-waarde) van de onroerende zaak gelegen aan het adres [Straat] te [Z] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2015 naar waardepeildatum 1 januari 2014 vastgesteld op € 582.000.
Het hiertegen gemaakte bezwaar is bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 29 december 2021, gegrond verklaard en de waarde van de woning is verlaagd naar € 539.500.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 19 december 2022 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak tijdig hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift en een nader stuk ingediend. Belanghebbende heeft eveneens een nader stuk overgelegd.
Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 september 2024. Het onderzoek ter zitting is geschorst om de heffingsambtenaar de gelegenheid te geven stukken aan het Hof over te leggen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan partijen is toegezonden.
Op 18 september 2024 heeft het Hof van de heffingsambtenaar stukken ontvangen. Een afschrift daarvan is aan belanghebbende gezonden. Belanghebbende heeft om een nadere zitting verzocht. Op 1 november en 5 december 2024 heeft belanghebbende nadere stukken aan het Hof gezonden.
Op 17 december 2024 heeft een nader onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De woning betreft een bovenwoning.
De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de door hem voorgestane waarde van € 539.500 onder meer een matrix overgelegd. In de matrix zijn onder andere de volgende gegevens opgenomen:
[VOLGT MATRIX]
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is in geschil of de waarde van de woning te hoog is vastgesteld.