Gerechtshof Amsterdam, 28-01-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:542, 24/155
Gerechtshof Amsterdam, 28-01-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:542, 24/155
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 28 januari 2025
- Datum publicatie
- 4 maart 2025
- Zaaknummer
- 24/155
- Relevante informatie
- Art. 17 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ
Inhoudsindicatie
WOZ-waarde woning.
Uitspraak
kenmerk 24/155
28 januari 2025
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , woonachtig te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. R. van der Weide)
tegen de uitspraak van 14 december 2023 in de zaak met kenmerk HAA 23/944 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Y] , de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet Waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 15 te [Z] (hierna: de woning) op de waardepeildatum 1 januari 2021 voor het belastingjaar 2022 vastgesteld op € 630.000.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard en de waarde van de woning gehandhaafd.
Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 14 december 2023 het beroep ongegrond verklaard.
Het door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 29 december 2023 en aangevuld bij brief van 4 april 2024. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft op 12 juni 2024 en 13 januari 2025 nadere stukken ontvangen van belanghebbende.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 januari 2025. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (belanghebbende is in de uitspraak van de rechtbank aangeduid als “eiser” en de heffingsambtenaar als “verweerder”):
“Feiten
1. Eiser is genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woning. De woning is een twee-onder-een-kapwoning, gebouwd in 2004. De oppervlakte van de woning is 181 m2 en de oppervlakte van het perceel is 369 m2. De woning is voorzien van een dakopbouw en een vrijstaande garage.”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof vult deze feiten als volgt aan.
Belanghebbende heeft bij zijn hoger beroepschrift een matrix gevoegd waarin, naast gegevens van de woning, gegevens zijn opgenomen van [a-straat] 13, [a-straat] 17, [a-straat] 19 en [a-straat] 31, alle gelegen te [Z] .
De heffingsambtenaar verwijst in hoger beroep onder meer naar de bij zijn in hoger beroep ingediende verweerschrift gevoegde matrix, plattegronden en foto’s. Daarin zijn, naast gegevens van de woning, gegevens opgenomen van [b-straat] 36, [c-straat] 57, [d-straat] 11, [e-straat] 8 en [f-straat] 19, alle gelegen te [Z] .
3 Geschil in hoger beroep
Ook in hoger beroep is in geschil of de heffingsambtenaar de waarde van de woning te hoog heeft vastgesteld.