Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-08-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6256, 12/00707 en 12/00711

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-08-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6256, 12/00707 en 12/00711

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 augustus 2013
Datum publicatie
30 augustus 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:6256
Zaaknummer
12/00707 en 12/00711

Inhoudsindicatie

Vennootschapsbelasting.

Verzuimboete. Aanmaning ontvangen? Bewijs van verzending door fiscus geleverd. Proceskostenvergoeding. Geen herroeping wegens onrechtmatigheid in bezwaarfase.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 12/00707 en 12/00711

uitspraakdatum: 20 augustus 2013

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op de hoger beroepen van

[X] te [Z](hierna: belanghebbende)

en

de inspecteur van de Belastingdienst/[P]

(hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank) van 30 oktober 2012, nummer AWB 12/902, in het geding tussen

belanghebbende en de Inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd. Daarbij is bij beschikking een verzuimboete aan belanghebbende opgelegd ten bedrage van € 567.

1.2.

Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslag verminderd, de boetebeschikking gehandhaafd en het verzoek om vergoeding van kosten in verband met de behandeling van het bezwaar afgewezen.

1.3.

Het door belanghebbende tegen de op de boetebeschikking betrekking hebbende uitspraak op bezwaar ingestelde beroep is door de Rechtbank gegrond verklaard. De Rechtbank heeft die uitspraak op bezwaar alsmede de boetebeschikking vernietigd. Het verzoek om vergoeding van proceskosten is door de Rechtbank afgewezen.

1.4.

Zowel belanghebbende als de Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem (thans het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden; hierna: het Hof). Partijen hebben over en weer een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft voorts (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft dit incidentele hoger beroep schriftelijk beantwoord.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoort, naast voormelde stukken, voorts het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaken betrekking heeft alsmede het door de Inspecteur met dagtekening 20 juni 2013 ingediende nadere stuk.

1.6.

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgehad op 4 juli 2013 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen en gehoord: [A] als gemachtigde van belanghebbende alsmede [[.]] en [[.]] namens de Inspecteur.

1.7.

Belanghebbende heeft ter zitting twee pleitnota’s overgelegd.

1.8.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, is gevestigd op het adres [a-straat 1] te [Z]. Volgens haar statuten drijft belanghebbende een administratie- en adviesbureau.

2.2.

In het onderhavige jaar (2008) waren alle aandelen in belanghebbende in het bezit van mevrouw [B], zijnde de moeder van de heer [A] (de gemachtigde in deze procedure; hierna: de gemachtigde). Mevrouw [B] is op 1 februari 2009 overleden. De aandelen in belanghebbende behoren sindsdien tot de onverdeelde boedel van erflaatster. Tot deze boedel zijn gerechtigd de gemachtigde en diens zuster. De gemachtigde is sedert 14 april 2009 bestuurder (directeur ad interim) van belanghebbende. Hij verricht geen betaalde arbeid voor belanghebbende.

2.3.

De fiscale belangen van belanghebbende worden sinds 2001 behartigd door [C] b.v. (hierna: [C]). Directeur van [C] is de gemachtigde. [C] heeft geen (andere) werknemers in dienst. [C] beschikt over een beconnummer.

2.4.

Belanghebbende is door de Inspecteur uitgenodigd tot het doen van de aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2008 (hierna: aangifte Vpb 2008). De aangifte Vpb 2008 is niet vóór de in de uitnodiging gestelde termijn ingediend.

2.5.

Tot de stukken van het geding behoort een afschrift van een zogenoemde, op 5 januari 2010 gedagtekende herinneringsbrief, waarin belanghebbende eraan wordt herinnerd dat zij nog geen aangifte Vpb 2008 heeft gedaan, zij zulks alsnog dient te doen en dat zij daartoe tot 19 januari 2010 in de gelegenheid wordt gesteld. De brief vermeldt het adres [a-straat 1] te [Z]. In de brief heeft de Inspecteur belanghebbende voorts erop gewezen dat zij, wanneer zij niet reageert op de herinnering, een aanmaning zal krijgen en, wanneer niet of te laat wordt gereageerd op de aanmaning, een boete.

2.6.

De aangifte Vpb 2008 van belanghebbende is niet vóór 19 januari 2010 bij de Inspecteur ingediend. Volgens het automatiseringssysteem van de Inspecteur heeft de Inspecteur belanghebbende bij brief van 10 maart 2010, gericht aan het in 2.1 genoemde adres van belanghebbende, een aanmaning verzonden. Een afschrift van die brief behoort tot de gedingstukken. De brief behelst, voor zover hier van belang, het volgende.

‘Betreft

Aanmaning aangifte 2008

Geachte heer, mevrouw,

U moet over de periode 1 januari 2008 – 31 december 2008 aangifte doen voor de Vennootschapsbelasting.

De aangifte moest vóór 1 juni 2009 bij ons binnen zijn. Op 5 januari 2010 heb ik u een herinnering gestuurd om alsnog aangifte te doen. Misschien bent u vergeten om aangifte te doen, of heeft de aangifte ons niet bereikt.

Wat moet u doen?

U moet alsnog aangifte doen. Deze aangifte moet vóór 24 maart 2010 bij ons binnen zijn.

(…)

Wat gebeurt er als u niet op deze aanmaning reageert?

U bent wettelijk verplicht om (op tijd) aangifte te doen. Als u niet reageert op deze aanmaning, zullen wij het belastbare bedrag moeten schatten. Ook krijgt u een boete als u niet of te laat reageert.

(…)’.

2.7.

De aangifte Vpb 2008 van belanghebbende is niet vóór 24 maart 2010 bij de Inspecteur ingediend.

2.8.

Met dagtekening 7 augustus 2010 heeft de Inspecteur ambtshalve een aanslag Vpb 2008 aan belanghebbende opgelegd, berekend naar een geschat belastbaar bedrag van € 11.000. Gelijktijdig met de aanslag is aan belanghebbende de onderwerpelijke verzuimboete van € 567 opgelegd wegens het niet doen van de aangifte Vpb 2008.

2.9.

Belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen deze aanslag en boetebeschikking. In de bezwaarprocedure werd belanghebbende vertegenwoordigd door[C] in de persoon van de gemachtigde. Hangende het bezwaar heeft belanghebbende op 1 oktober 2011 alsnog ‘de aangifte’ Vpb 2008 ingediend. In die ‘aangifte’ is een verlies over 2008 verantwoord van € 5.108. In haar bezwaarschrift heeft belanghebbende een verzoek gedaan tot vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten.

2.10.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de onderhavige aanslag verminderd tot nihil en het verlies over 2008 – overeenkomstig de ‘aangifte’ – vastgesteld op € 5.108. De boetebeschikking is door de Inspecteur gehandhaafd en het verzoek van belanghebbende om vergoeding van de kosten in verband met de behandeling van het bezwaar is door de Inspecteur afgewezen.

2.11.

De Rechtbank heeft de boetebeschikking vernietigd op de grond dat de Inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aanmaning naar belanghebbende is verzonden. Hiertegen heeft de Inspecteur hoger beroep aangetekend. Belanghebbende heeft in dit verband (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep ingesteld. De Rechtbank heeft voorts het verzoek van belanghebbende om vergoeding van in bezwaar en beroep gemaakte proceskosten afgewezen. Hiertegen heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld.

2.12.

In hoger beroep heeft de Inspecteur een op 14 november 2012 door[D] – werkzaam bij de Belastingdienst/Centrale administratie Rechtshandhaving – opgemaakt rapport overgelegd. Dit rapport behelst, voor zover hier van belang, het volgende.

“5. Onderzoek

Ik heb vandaag 6 november 2012 , in het kader van het hiervoor genoemde verzoek, de volgende systemen geraadpleegd:

DAS (Digitaal Archief Systeem)

FAA (Fiscale Afspraken Aanslag)

BBA (Belastingdienst brede Berichten Administratie)

ZP05 (SAP Dispositielijst)

Ik heb in DAS ten aanzien van betrokkene, inzake het document

aanmaning doen van aangifte 2008 het volgende waargenomen:

Dat er een onder zoeksleutel 03460095FAA2008 een Aanmaning aangifte 2008 met kenmerk FAA01.003460095 en dagtekening 10-03-2010 op 05-03-2010 is gearchiveerd.

Ik heb in FAA ten aanzien van betrokkene, inzake het document aanmaning doen van aangifte VPB 2008 het volgende waargenomen:

Een aanmaning is geselecteerd op 24-02-2010 met dagtekening 10-03-2010 en een uiterlijke reactiedatum van 24-03-2010.

Ik heb in BBA ten aanzien van betrokkene, inzake het document aanmaning doen van aangifte VPB 2008 het volgende waargenomen:

Dat er een bericht op 04-03-2010 is verzonden betreffende een Papieren_Formulier ter werking van de printstaat.

Ik heb in het ZP05 ten aanzien van betrokkene, inzake het document aanmaning doen van aangifte VPB 2008 waargenomen dat dit document is opgenomen in de partijen documenten, genaamd FAAB01 Med./Afw. Uitstel-Herin. met generatienummer g0030.

Ik heb in het ZP05 waargenomen dat de partij documenten met generatienummer g0030 op 05-03-2010 is aangeboden aan TNT Post ter postverzending.

Met postbedrijf TNT Post heeft de Belastingdienst/CA contractueel vastgelegd dat in het kalenderjaar 2010, partijen documenten van het soort als generatienummer g0030 worden bezorgd binnen 48 uren na aanbieding.

(…)

7. Ondertekening

Ik heb dit rapport op 14 november te Apeldoorn opgemaakt.

[D]”

2.13

Tot de stukken van het geding behoort voorts een op 29 maart 2013 opgestelde verklaring van [E], werkzaam bij de Belastingdienst/Centrale administratie en leidinggevende van de heer [D]. Hierin verklaart genoemde [E] dat de heer [D] geautoriseerd is de systemen DAS, FAA, BBA, ZP05 en BvR te raadplegen in het kader van zijn functie om vast te leggen wat hij in die systemen heeft waargenomen.

2.14.

In een nader door hem in hoger beroep ingediend stuk heeft de Inspecteur voorts verslag gedaan van een bezoek van een aantal inspecteurs op 31 mei 2013 aan de Belastingdienst/CIE, Print & Mail te Apeldoorn. De inhoud van dit verslag dient hier als herhaald en ingelast te worden aangemerkt.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is in geschil of te dezen terecht een verzuimboete aan belanghebbende is opgelegd. Voorts houdt partijen verdeeld of belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in bezwaar, beroep en hoger beroep.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd, wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de boetebeschikking en tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de proceskostenbeslissing. Voorts concludeert belanghebbende tot vergoeding van proceskosten voor bezwaar, beroep en hoger beroep.

3.4.

De Inspecteur concludeert (uiteindelijk) tot bevestiging van de bestreden uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing