Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7497, 12/00361 LEE

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7497, 12/00361 LEE

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
8 oktober 2013
Datum publicatie
24 oktober 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:7497
Zaaknummer
12/00361 LEE

Inhoudsindicatie

OZB.

Tariefstijging van ruim 45% is rechtens toegestaan.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 12/00361

uitspraakdatum: 8 oktober 2013

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 31 oktober 2012, nummer AWB 12/998, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Noordoostpolder (hierna: de heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende zijn aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen (OZB) van de gemeente Noordoostpolder voor het jaar 2012 vastgesteld ten bedrage van in totaal € 1.848,10.

1.2

In zijn bezwaarschrift tegen voormelde aanslagen OZB heeft belanghebbende op grond van artikel 7:1 a van de Algemene wet bestuursrecht de heffingsambtenaar verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep. De heffingsambtenaar heeft dit verzoek ingewilligd.

1.3

Belanghebbendes bezwaarschrift is bij de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de Rechtbank) in aanmerking genomen als beroepschrift. De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 31 oktober 2012 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [.] de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [.] de heffingsambtenaar.

1.7

Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar van een aantal onroerende zaken, allen gelegen in de gemeente Noordoostpolder. Aan hem zijn voor een bedrag van in totaal € 1.848,10 door de heffingsambtenaar van die gemeente aanslagen OZB , met dagtekening 18 februari 2012, opgelegd.

2.2

Voormelde aanslagen zijn opgelegd op grond van de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2012 (hierna: de Verordening). Ten opzichte van het jaar 2011 is het tarief voor de OZB in het jaar 2012 met 45,6 % gestegen. De Verordening is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2011 en bekendgemaakt in de “Flevopost” van 16 november 2011. De datum van inwerkingtreding van de Verordening is 1 januari 2012.

2.3

Belanghebbende is tegen deze aanslagen rechtstreeks in beroep gekomen bij de Rechtbank, die het beroep ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak van de Rechtbank is onderhavig hoger beroep ingesteld.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de OZB aanslagen terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd. In bijzonder is in geschil of de Verordening vanwege de tariefstijging in 2012 ten opzichte van het jaar 2011 geheel of gedeeltelijk onverbindend is.

3.2

Belanghebbende meent dat de Verordening onverbindend dient te worden verklaard omdat de excessieve stijging van het tarief in het jaar 2012 heeft geleid tot willekeurige belastingheffing die de wetgever niet voor ogen heeft gehad. Hij meent daarnaast dat de Verordening onverbindend moet worden verklaard, omdat deze in strijd met algemene rechtsbeginselen tot stand is gekomen.

3.3

De heffingsambtenaar is de tegenovergestelde mening toegedaan.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.5

Belanghebbende concludeert tot onverbindendverklaring van de Verordening en tot vernietiging van de aanslagen OZB. Daarnaast verzoekt hij het Hof te verklaren dat ten aanzien van belanghebbende de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2011 en het daarin opgenomen tarief weer van kracht is.

3.6

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing