Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6886, 200.126.347

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6886, 200.126.347

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 september 2014
Datum publicatie
9 september 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:6886
Formele relaties
Zaaknummer
200.126.347

Inhoudsindicatie

Schadestaatprocedure. Onrechtmatige daad Provincie Gelderland jegens voetbalclub Vitesse en private financiers. Causaal verband tussen onrechtmatige daad Provincie en de gevorderde schade

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.126.347

(zaaknummer rechtbank Oost-Nederland, team kanton en handelsrecht, locatie Arnhem 207327)

arrest van de derde kamer van 9 september 2014

in de zaak van

1 de stichting Stichting Betaald Voetbal “Vitesse-Arnhem”,

gevestigd te Arnhem,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. Vitesse,

gevestigd te Arnhem,

3. [appellant sub 3],

wonende te [woonplaats appellant sub 3], gemeente [gemeente 1],

4. [appellant sub 4],

wonende te [woonplaats appellant sub 4], gemeente [gemeente 2],

5. [appellant sub 5],

wonende te [woonplaats appellant sub 5], gemeente [gemeente 3],

6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[appellante sub 6] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats appellante sub 6],

7. de stichting Stichting Vrienden van Vitesse,

gevestigd te Arnhem,

appellanten,

advocaat: mr. F.A.M. Knüppe,

tegen:

de publiekrechtelijke rechtspersoon

Provincie Gelderland,

zetelend te Arnhem,

geïntimeerde,

advocaat: mr. W.E.M. Klostermann.

Appellanten zullen hierna gezamenlijk Vitesse c.s. worden genoemd. Appellanten sub 1 en 2 zullen hierna als Stichting Vitesse en B.V. Vitesse worden aangeduid. Appellanten sub 3, 4, 5 en 6 zullen hierna gezamenlijk als de private financiers en afzonderlijk als [appellant sub 3], [appellant sub 4], [appellant sub 5] en [appellante sub 6] worden aangeduid. Appellante sub 7 zal hierna de Stichting Vrienden worden genoemd. Geïntimeerde zal de Provincie worden genoemd.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van

24 november 2010, 19 januari 2011 en 16 januari 2013 die de rechtbank (respectievelijk rechtbank Arnhem, sector civiel recht, en rechtbank Oost-Nederland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem) tussen Vitesse c.s. als eisers en de Provincie als gedaagde heeft gewezen. Het vonnis van 16 januari 2013 is gepubliceerd onder ECLI:RBONE:2013:LJN BY8423.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 16 april 2013, zoals hersteld op 26 april 2013,

- de memorie van grieven, met producties,

- de memorie van antwoord, met producties,

- de pleidooien overeenkomstig de pleitnotities. Hierbij is akte verleend van het in het geding brengen van de stukken die respectievelijk bij berichten van 2 april 2014 door mr. W.E.M. Klostermann namens de Provincie en 4 april 2014 door mr. S.M. van Steenbergen namens Vitesse c.s. zijn toegezonden.

2.2

Na afloop van de pleidooien heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten en het procesverloop

4 De motivering van de beslissing in hoger beroep

5 Slotsom

6 De beslissing