Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-06-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4788, 14/00144

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-06-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4788, 14/00144

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 juni 2015
Datum publicatie
31 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:4788
Formele relaties
Zaaknummer
14/00144

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Giftenaftrek. Vormen betaalde belastingschulden aftrekbare giften?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00144

uitspraakdatum: 30 juni 2015

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende),

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 17 december 2013, nummer AWB 13/4190, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 23.088. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 433.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken op bezwaar in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 17 december 2013 ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen bij het Hof op 24 februari 2014, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 maart 2015 te Arnhem. Namens belanghebbende is verschenen mr. [A] en namens de Inspecteur [B] en mr. [C].

1.7.

Het Hof heeft het onderzoek ter zitting op de voet van artikel 8:64, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht, geschorst teneinde partijen in de gelegenheid te stellen stukken in te sturen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat op 30 maart 2015 naar partijen is verzonden.

1.8.

Het Hof heeft het onderzoek ter zitting hervat op 21 mei 2015. Daarbij zijn verschenen belanghebbende en zijn echtgenote [D], ter bijstand vergezeld van mr. [A] en [E], alsmede, namens de Inspecteur, [B] en mr. [C].

1.9.

Mr. [A] en [E] hebben pleitnota’s overgelegd.

1.10.

Van het verhandelde ter zitting van 21 mei 2015 is eveneens een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is geboren [in] 1954.

2.2.

Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV 2009 € 23.484 als uitgaven voor specifieke zorgkosten en € 764 als andere giften in aftrek gebracht.

2.3.

De Inspecteur heeft bij de aanslagregeling aan specifieke zorgkosten € 1.229 in aanmerking genomen en wel als volgt:

Uitgaven voor zorgkosten Aangifte Aanslag

Kosten medicijnen € 590 0

Uitgaven voor vervoer 460 460

Uitgaven voor hulpmiddelen 300 0

Uitgaven voor woningaanpassingen 2.000 0

Uitgaven voor overige aanpassingen 2.000 0

Dieetkosten 5.108 0

Uitgaven voor extra kleding en beddengoed 750 300

Subtotaal 11.208 760

Verhoging specifieke zorgkosten (113%) 12.666 859

Totale uitgaven 23.874 1.619

Wettelijke drempel (1,65%) -/- 390 -/- 390

Aftrekbare uitgaven 23.484 1.229

Verder heeft de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslag een uitkering aan belanghebbende van de Stichting [F] ter grootte van € 673 bijgeteld en de geclaimde giftenaftrek geweigerd. De Inspecteur heeft het belastbare inkomen uit werk en woning berekend op:

Aangifte -/- 604

Bij: uitkering Stichting [F] 673

Bij: lagere aftrek specifieke zorgkosten (€ 23.484 -/- € 1.229) 22.255

Bij: geen giftenaftrek 764 23.088

2.4.

De Inspecteur heeft het bezwaar afgewezen waartegen belanghebbende vergeefs beroep bij de Rechtbank heeft ingesteld.

3 Geschil

In geschil is of het belastbare inkomen uit werk en woning van belanghebbende door de Inspecteur te hoog is vastgesteld. Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende in aanmerking komt voor een hogere aftrek voor specifieke zorgkosten dan door de Inspecteur in aanmerking is genomen en of belanghebbende recht heeft op een aftrek voor andere giften. Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend, de Inspecteur ontkennend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.