Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6849, 14/01089

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6849, 14/01089

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
8 september 2015
Datum publicatie
18 september 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:6849
Zaaknummer
14/01089

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Intersekse persoon. Woonplaats. Binnenlandse belastingplicht?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/01089

uitspraakdatum: 8 september 2015

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 oktober 2014, nummer AWB 14/1997, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almelo (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 18.136 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 29.425. Tevens is bij beschikking € 144 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 7 oktober 2014 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Partijen zijn uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de mondelinge behandeling van het hoger beroep op 2 juli 2015 te Arnhem. Belanghebbende heeft bij brief van 3 juni 2015 bericht dat hij niet ter zitting aanwezig zal zijn. De Inspecteur heeft op 29 juni 2015 telefonisch aan de griffier van het Hof meegedeeld dat hij evenmin aanwezig zal zijn.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is geboren [in] 1947 en is een intersekse persoon.

2.2

Belanghebbende beschikt over een woning in Portugal en een huurwoning in Nederland. Vanaf 2007 verblijft belanghebbende onafgebroken in Nederland.

2.3

Belanghebbende staat vanaf 17 september 2007 tot en met 23 mei 2013 in de gemeentelijke basisadministratie (hierna: GBA) ingeschreven op het adres [a-straat] 65 te [Z] .

2.4

Belanghebbende beschikt over bankrekeningen in Nederland.

2.5

Belanghebbende is directeur en 100 percent aandeelhouder van [A] B.V., welke vennootschap statutair is gevestigd in [Z] .

2.6

De Inspecteur heeft belanghebbende voor het jaar 2012 uitgenodigd om aangifte IB/PVV te doen. Omdat belanghebbende aan de uitnodiging geen gehoor heeft gegeven, heeft de Inspecteur belanghebbende, met dagtekening 28 mei 2013, een herinnering gezonden. Deze is op 10 juni 2013 door de Inspecteur retour ontvangen met – onder meer – daarop de tekst “Deze persoon is geen Nederlands ingezetene”. De Inspecteur heeft deze retourbrief als aangifte in behandeling genomen.

2.7

Bij brief van 1 november 2013 heeft de Inspecteur belanghebbende op de hoogte gesteld van zijn voornemen aan belanghebbende een aanslag op te leggen op basis van bij hem bekende (gerenseigneerde) gegevens van belanghebbende over 2012, te weten:

Loon Loonheffing

- AOW-uitkering € 9.468 € 0

- WAO-uitkering € 8.668 € 3.014

- banktegoeden

[a-bank] plussparen € 675.000

[b-bank] privérekening € 81.778

Belanghebbende heeft daarop niet gereageerd.

2.8

Vervolgens heeft de Inspecteur, met dagtekening 27 december 2013, de in geschil zijnde aanslag opgelegd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of belanghebbende voor het kalenderjaar 2012, in Nederland belastingplichtig is voor de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende in Nederland woont. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord is verder in geschil of de Inspecteur de aanslag op het juiste bedrag heeft vastgesteld.

3.2

De Inspecteur beantwoordt bovenstaande vragen bevestigend, belanghebbende ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing