Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-12-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9783, 15/00074 t/m 15/00077

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-12-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9783, 15/00074 t/m 15/00077

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
22 december 2015
Datum publicatie
15 januari 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:9783
Formele relaties
Zaaknummer
15/00074 t/m 15/00077

Inhoudsindicatie

OZB. Heffingsmaatstaf. In hoofdzaak tot woning dienen? Particulier behandelcentrum voor jongeren.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 15/00074, 15/00075, 15/00076 en 15/00077

uitspraakdatum: 22 december 2015

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

Stichting [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

en het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Overbetuwe (hierna: de heffingsambtenaar)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 16 december 2014, nummers AWB 14/1295 en AWB 14/1297

in het geding tussen belanghebbende en de heffingsambtenaar

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 104 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) voor de jaren 2012 en 2013 vastgesteld op respectievelijk € 26.000.000 en € 25.958.000. Tegelijk met deze beschikkingen zijn de aanslagen onroerendezaakbelasting 2012 en 2013 eigendom en gebruik (OZB) vastgesteld. Bij het vaststellen van de aanslagen OZB is de volle waarde van de onroerende zaak als heffingsmaatstaf in aanmerking genomen.

1.2

Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de eerder vastgestelde waarde verminderd tot respectievelijk € 24.310.000 en € 24.249.000, en de opgelegde aanslagen OZB dienovereenkomstig verminderd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen bij uitspraak van 16 december 2014 gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd, de vastgestelde waarde voor ieder van de jaren 2012 en 2013 verminderd tot € 18.500.000 en de aanslagen OZB dienovereenkomstig verminderd.

1.4

Zowel belanghebbende als de heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Beide partijen hebben een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd waaronder een namens belanghebbende ter zitting voorgedragen pleitnota.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 november 2015 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] van [B] te [C] als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [D] , als taxateur werkzaam bij [E] te [C] , [F] en mr. [G] , beiden werkzaam bij belanghebbende en [H] , adviseur. Voorts zijn verschenen [I] , heffingsambtenaar van de gemeente Overbetuwe, bijgestaan door haar gemachtigden mr. [J] en [K] , taxateur, alsmede door [L] .

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak die bestaat uit een perceel grond van, in totaal, 11.75.09 ha met daarop verspreid op het terrein liggende gebouwen. Naast gebouwen met een (overwegend) centrale functie, zoals kantoor, keuken, werkplaats, educatie en opslag, en – onder meer – een zogenoemd ambulatorium voor dagbehandeling, een kinderboerderij, een sporthal en een kerk, zijn op het terrein gebouwen gelegen met hoofdzakelijk een woon- en verblijffunctie (hierna: de woonpaviljoens). De woonpaviljoens hebben ruimten met een kantoorfunctie, gemeenschappelijke woonkamers, keukens en sanitaire ruimten, en bestaan voor het overige uit afzonderlijke slaapkamers met – in veel gevallen – een eigen toilet- en doucheruimte. De slaapkamers zijn afgesloten met een stalen deur die aan de buitenzijde afsluitbaar is. Het terrein is afgezet, deels met hekwerk, deels met muren voorzien van prikkeldraad. De toegangswegen kunnen worden afgesloten met slagbomen. Op het terrein en in de openbare gedeelten van de gebouwen is cameratoezicht.

2.2

Belanghebbende is, blijkens de omschrijving van haar taak en visie op het internet, een particulier behandelcentrum ter observatie, diagnostiek, risicotaxatie, behandeling en risicomanagement van kinderen, jongeren (en hun gezin) met een ernstig ontwikkelingsrisico (hierna ook wel: de jongeren). Kenmerkend is dat hun problemen in belangrijke mate worden veroorzaakt en in stand gehouden door trauma en hechtings- en identiteitsproblemen, die zich uiten in ernstige gedragsstoornissen.

2.3

Het doel van belanghebbende is – volgens de hiervoor genoemde omschrijving – de jongeren volwaardig te laten participeren in de samenleving, ondanks een moeilijke start door een ernstig verstoorde ontwikkeling. Zij behandelt kinderen en jongeren van 12 tot 18 jaar (en hun gezinssysteem) die dusdanig zijn vastgelopen, dat een kinderrechter een machtiging tot behandeling in een setting voor gesloten jeugdzorg verstrekt, zodat zij zo snel mogelijk weer volwaardig en verantwoord deel kunnen nemen aan de samenleving. Met dat doel realiseert belanghebbende in haar behandelcentrum een verantwoorde behandelomgeving, waarin veiligheid, normalisatie en pedagogische kernwaarden centraal staan, gericht op een optimale respons op interventie, en een gezond werkklimaat met betrokken medewerkers, die met verantwoordelijkheid, veerkracht en professionaliteit pal voor de kinderen en jongeren staan, in nauwe samenwerking met de ouders en de plaatsende instanties. Zij ontwikkelt een behandelaanbod voor jongeren voor wie een machtiging gesloten jeugdzorg is afgegeven, passend in een sluitend Jeugdzorgplus traject en afgestemd op individuele problemen en omstandigheden, waarin ernstige ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische problemen een professioneel antwoord krijgen. Het doel is een transfer naar de maatschappij van zelfredzame jongeren, met duidelijk zicht op hun mogelijkheden en beperkingen, en een helder en verantwoord toekomstperspectief.

2.4

Het behandelcentrum van belanghebbende (de onroerende zaak) heeft een capaciteit van 172 bedden. Door de rijksoverheid worden de kosten van maximaal 151 behandelplaatsen vergoed.

2.5

De gemiddelde verblijfsduur van de jongeren in het behandelcentrum was in de afgelopen jaren afnemend van 15 maanden in 2007 tot ongeveer 11 maanden in de onderhavige jaren. Globaal genomen stroomt 1/3 van de jongeren uit naar het thuisadres van de ouders, de overige jongeren stromen uit naar, voornamelijk, andere instellingen en (instellingen voor) begeleid wonen. Bijna 10 percent is geregistreerd als “weggelopen” zodat de uitstroombestemming niet bekend is.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In hoger beroep is – uiteindelijk – nog slechts in geschil de heffingsmaatstaf voor de aanslagen OZB (gebruik) en de hoogte van de proceskostenvergoeding.

3.2

Belanghebbende is van mening dat de jongeren gedurende het verblijf in haar instelling wonen zodat bij de vaststelling van de heffingsmaatstaf voor de aanslagen OZB (gebruik) de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen, buiten aanmerking moeten worden gelaten. Voor de vaststelling van de proceskostenvergoeding moet, voor de vergoeding van de kosten van taxateur [D] , naar de mening van belanghebbende worden aangesloten bij de richtlijn die daaromtrent door de gerechtshoven is gepubliceerd hetgeen betekent dat voor de werkzaamheden van [D] moet worden uitgegaan van een uurtarief van € 115.

3.3

De heffingsambtenaar is van mening dat de jongeren niet in de instelling van belanghebbende wonen in de zin van de zogenoemde woondelenvrijstelling (zie voor een beschrijving van de vrijstelling onderdeel 4.2 hierna). Op het punt van de toegekende proceskostenvergoeding is de uitspraak van de Rechtbank naar zijn mening juist.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.5

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vermindering van de heffingsgrondslag van de aanslag OZB (gebruik) en tot verhoging van de vergoeding voor de proceskosten.

3.6

De heffingsambtenaar concludeert, nader, tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing