Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-08-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6244, 15/01474

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-08-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6244, 15/01474

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
3 augustus 2016
Datum publicatie
8 augustus 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:6244
Zaaknummer
15/01474

Inhoudsindicatie

Terechte verzuimboete van € 147 voor niet tijdige betaling van motorrijtuigenbelasting.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 15/01474

uitspraakdatum: 3 augustus 2016

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 8 oktober 2015, nummer LEE 14/5184, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst Centrale administratie/kantoor Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Op 16 juli 2014 is aan belanghebbende over het tijdvak 29 april 2014 tot en met 28 juli 2014 een verzuimboete in de motorrijtuigenbelasting opgelegd ten bedrage van € 147.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de verzuimboete gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 8 oktober 2015 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 juni 2016 te Leeuwarden. Daarbij is verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede mr. [A] namens de Inspecteur.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende was volgens het kentekenregister vanaf 27 mei 2010 tot en met 28 november 2014 houder van een personenauto van het merk Citroën met kenteken [00-YYY-0] . De datum van kentekenbewijs deel I is 29 april 2010.

2.2

Met dagtekening 14 januari 2014 is aan belanghebbende een rekening van € 296 in de motorrijtuigenbelasting gezonden ter zake van zijn (andere) motorrijtuig met kenteken [YY-YY-00] over het tijdvak 11 januari 2014 tot en met 10 april 2014. De uiterste betaaldatum was 15 februari 2014. Wegens niet tijdige betaling van de verschuldigde belasting heeft de Inspecteur met dagtekening 3 april 2014 een naheffingsaanslag opgelegd van € 296 en een verzuimmededeling gedaan. Belanghebbende heeft deze naheffingsaanslag betaald op 17 april 2014.

2.3

De Inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 28 april 2014 een rekening van € 61 in de motorrijtuigenbelasting gezonden ter zake van zijn motorrijtuig met kenteken [00-YYY-0] over het tijdvak 29 april 2014 tot en met 28 juli 2014. De uiterste betaaldatum was 30 mei 2014. Belanghebbende heeft de verschuldigde belasting per bankbetaling voldaan op 23 juni 2014.

2.4

Wegens niet tijdige betaling van de laatstvermelde verschuldigde belasting heeft de Inspecteur met dagtekening 16 juli 2014 aan belanghebbende een verzuimboete opgelegd van € 147.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur de verzuimboete terecht en tot op het juiste bedrag heeft opgelegd, welke vragen door belanghebbende ontkennend en door de Inspecteur bevestigend worden beantwoord.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vernietiging van de boetebeschikking.

3.4

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing