Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-07-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5578, 16/00261

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-07-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5578, 16/00261

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
4 juli 2017
Datum publicatie
28 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:5578
Formele relaties
Zaaknummer
16/00261

Inhoudsindicatie

OB. Farmaceutische onderneming. Verlaagd tarief? Levering combinatieverpakking inhalator met voorzetkamer.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 16/00261

uitspraakdatum: 4 juli 2017

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

Fiscale eenheid [X] B.V. c.s. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 januari 2016, nummer AWB 13/6258, ECLI:NL:RBGEL:2016:316, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 517.935. Bij beschikking is € 47.888 aan heffingsrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank).

1.4.

De Inspecteur heeft hangende het beroep ambtshalve de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 129.484 en de beschikking heffingsrente verminderd tot € 11.969.

1.5.

De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag en de heffingsrentebeschikking gehandhaafd overeenkomstig de ambtshalve vermindering door de Inspecteur.

1.6.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 juni 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende exploiteert een farmaceutische onderneming. Een van de medicijnen die zij levert is Ventolin, een geneesmiddel dat wordt gebruikt bij de behandeling van astma. Ventolin is verkrijgbaar in een inhalator/medicijnverstuiver. Bij de toediening van het medicijn wordt in veel gevallen gebruik gemaakt van een voorzetkamer. Deze is beschikbaar in twee vormen, te weten de Volumatic (voor volwassenen en kinderen vanaf circa 4 jaar) en de Babyhaler (voor kinderen tot circa 4 jaar). De Volumatic bestaat uit twee met de brede kant op elkaar te plaatsen trechters, waarvan het ene smalle eind op de inhalator/medicijnverstuiver wordt bevestigd en het andere smalle eind in de mond wordt genomen. De Babyhaler bestaat uit een buis waarin aan het ene eind een inhalator/medicijnverstuiver wordt geschoven en waarvan het andere eind een mondkapje vormt, dat over de neus en de mond van het kind wordt geplaatst. Met een druk op de inhalator/medicijnverstuiver komt het medicijn in de voorzetkamer, waarna het vervolgens kan worden geïnhaleerd door in te ademen via het mondstuk of mondkapje van de voorzetkamer.

2.2.

De inhalator/medicijnverstuiver bevattende Ventolin wordt ook in combinatie met een voorzetkamer verkocht (hierna ook combinatieverpakkingen genoemd). Voorzetkamers en inhalatoren/medicijnverstuivers bevattende Ventolin worden ook afzonderlijk verkocht. Voor elk van de combinatieverpakkingen (bestaande uit een inhalator/medicijnverstuiver bevattende Ventolin in een aparte verpakking en de voorzetkamer met enkele toebehoren) heeft het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (hierna: CBG) een nummer op basis van het Register Verpakte Geneesmiddelen (hierna: RVG-nummer) afgegeven. Voor de combinatieverpakking bevattende een Babyhaler en een inhalator/medicijnverstuiver bevattende Ventolin RVG-nummer [000] en voor de combinatieverpakking bevattende een Volumatic en een inhalator/medicijnverstuiver bevattende Ventolin RVG-nummer [001] . Voor de los verkochte inhalator/medicijnverstuiver bevattende Ventolin is RVG-nummer [002] afgegeven. Voor de losse voorzetkamers zijn geen RVG-nummers afgegeven.

2.3.

De naheffingsaanslag is opgelegd omdat belanghebbende op de levering van de combinatieverpakkingen (zowel met Volumatic als met Babyhaler) het verlaagde tarief van 6% heeft toegepast, terwijl de Inspecteur van mening is dat het algemene tarief van 19% van toepassing is.

2.4.

De Inspecteur heeft na overleg met het Ministerie van Financiën de Volumatic aangemerkt als katheter als bedoeld in post a.37 van tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Tabel I). Dit heeft in de beroepsfase geleid tot de ambtshalve vermindering van de naheffingsaanslag en de heffingsrente.

3 Het geschil

In geschil is of de combinatieverpakking bevattende een Babyhaler en een inhalator/medicijnverstuiver bevattende Ventolin is onderworpen aan het verlaagde omzetbelastingtarief. Primair is in geschil of deze combinatieverpakking een geneesmiddel is als bedoeld in post a.6 van Tabel I. Subsidiair is in geschil of de Babyhaler een medisch hulpmiddel is als bedoeld in post a.37 van Tabel I dan wel een medische uitrusting als bedoeld in bijlage III bij de Btw-Richtlijn. Tot slot is in geschil of het neutraliteitsbeginsel wordt geschonden indien deze combinatieverpakking aan het algemene tarief wordt onderworpen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing