Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-01-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:667, 200.167.084

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-01-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:667, 200.167.084

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
31 januari 2017
Datum publicatie
11 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:667
Zaaknummer
200.167.084

Inhoudsindicatie

Uithuisplaatsing, verzoek deskundigenonderzoek afgewezen.

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummers gerechtshof 200.167.070, 200.167.084, 200.167.106, 200.167.110 en 200.188.098

(zaaknummers rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, 273910, 275507, 277869, 278356 en 292358)

beschikking van de familiekamer van 31 januari 2017

inzake

[verzoekster] , hierna: de moeder,

en

[verzoeker] , hierna: de vader,

beiden wonende te [woonplaats] ,

verzoekers in hoger beroep, hierna tezamen ook: de ouders,

advocaat: mr. R.F.P. Scheele te Capelle aan den IJssel,

en

de gecertificeerde instelling

William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering

namens de stichting Jeugdbescherming Gelderland

(voorheen genaamd Stichting Bureau Jeugdzorg Gelderland),

gevestigd te Amsterdam,

verweerster in hoger beroep, hierna: de GI,

advocaat: mr. T.I. Visser.

1 Het geding in eerste aanleg (in de zaak met zaaknummer 200.188.098)

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, verder: de kinderrechter, van 10 december 2015, uitgesproken onder zaaknummer 292358.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure in de zaak 200.188.098 blijkt uit:

- het beroepschrift, ingekomen op 8 maart 2016.

2.2

Voor het verloop van het geding in de zaken 200.167.070, 200.167.084, 200.167.106 en 200.167.110 tot 19 mei 2015 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking in deze zaken van die datum.

2.3

Het verdere verloop blijkt uit het rapport van de raad van 14 juli 2016 met als bijlage het forensisch psychologisch onderzoek van [kind] van 14 april 2016.

2.4

De mondelinge behandeling in de zaak 200.188.098 heeft op 20 december 2016 plaatsgevonden waarbij de mondelinge behandeling in de hiervoor vermelde overige zaken is voortgezet. Vanwege de nauwe samenhang tussen voornoemde zaken heeft het hof aanleiding gezien deze gevoegd te behandelen. De ouders zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaat. Namens de GI is [vertegenwoordiger van de stichting] , jeugdbeschermer, verschenen. Namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad) is [vertegenwoordiger van de raad] verschenen.

2.5

Tijdens de mondelinge behandeling heeft mr. Scheele pleitaantekeningen overgelegd. Daarnaast is een schrijven van de moeder bij de stukken gevoegd.

3 De vaststaande feiten

3.1

Voor de vaststaande feiten tot 19 mei 2015 verwijst het hof naar zijn beschikking van die datum.

In de zaak 200.188.098

3.2

Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking van 10 december 2015 heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [kind] verlengd tot 22 december 2016 en de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind] in een gezinshuis verlengd tot uiterlijk 22 december 2016.

3.3

[kind] verbleef tot 8 juli 2016 in het gezinshuis Pippi te [plaats 1] . Vanaf 8 juli 2016 verblijft [kind] in het gezinshuis Tamar te [plaats 1] , van 's Heeren Loo.

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing

6 De beslissing